vrouwelijk Flashcards

1
Q

chimerisme

A

twee genetisch verschillende somatische celtypes afkomstig van twee individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

freemartinisme

A

bloedvatanastomosen bij tweelingdracht vrouwtje - mannetje zullen ontwikkeling geslacht beïnvloeden -> vrouwtje: hypoplasie vagina/vulva/uterus, aanwezigheid zaadblaasjes, vergrote clitoris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hermafrodiet

A

zowel mannelijke als vrouwelijke structuren -> vrouwelijk fenotype met mannelijke gonaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pseudohermafroditisme

A

mannelijk karyotype (XY) met vrouwelijke fenotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

paraovariële cysten

A

cysten naast ovaria (gevuld met vocht) = restanten embryonale kanalen
- toevalsbevinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe ontstaat ovarium atrofie?

A
  • chronische ziekten
  • endocriene stoornissen
  • ouderdom
  • hormonale stoornissen contralaterale ovarium (tumor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

epitheliale inclusiecyste

A

ovariele cyste die ontstaan uit opp epitheel van ovarium thv ovulatie fossa
- oorzaak: trauma of wonden

=> niet veel klinische betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SES cyste

A

cysteuze subsurface epitheliale structuren = gemodificeerde serosale cellen die instulpingen vormen in ovarium (net onder opp ovaria)

=> geen klinische tekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

polycysteuze ovaria

A

meerdere cysten op ovaria -> leidt tot: endometrium hyperplasie, beenmerg onderdrukking -> anemie, thrombocytopenie en granulocytopenie
=> hyperoestrogenisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn gevolgen ovariele cysten?

A

=> hyperoestrogenisme:
- pyometra
- beenmerg onderdrukking
- atrofische dermatose
- melkklierhyperplasie en -tumoren
- leiomyomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe ontstaan cysteuze ovaria bij rundvee?

A
  • intra-uteriene infecties
  • metabole stoornissen
  • hoge melk productie
  • placenta retentie
  • genetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn gevolgen cysteuze ovaria bij rund?

A
  • grote oedemateuze uterus
  • cysteuze endometriale hyperplasie
  • mucometra
  • cervix hypertrofisch of atrofisch
  • cysteuze dilatatie gartner’s kanalen en klieren bartholin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn gevolgen van polycysteuze ovaria bij cavia?

A
  • alopecie
  • druk: defecatie, pijn
  • agressie
  • tepel parakeratose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het verschil tussen geluteïniseerde cyste en een cysteus corpus luteum?

A

geluteïniseerde cyste = follikels die geen ovulatie doormaakt -> dunne bindweefsellaag met hierrond geluteiniseerde cellen

cysteus corpus luteum = vorming holte in corpus luteum -> interfereert niet met cyclus en zal spontaan verdwijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oöphoritis

A

inflammatie ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hydrosalpinx

A

eileiders gevuld met vocht en mucus
- vaak secundair aan baarmoederontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

salpingitis

A

ontsteking eileiders -> vaak samen met endometritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

witte vaarzen ziekte

A

segmentele aplasie = aplasie van 1 uterus hoorn
- onvruchtbaar
- hymen persistens -> dilatatie vagima, gevuld met vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

cervix duplex

A

baarmoederhals dubbel aangelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waardoor ontstaat baarmoedertorsie?

A

dracht -> hemorragische infarcering -> vrucht in buikholte -> mummificeren of putrifiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

bij welk dier kan geen unilaterale baarmoedertorsie voorkomen?

A

rund -> intercornuaal ligament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat zijn gevolgen van een baarmoederruptuur?

A

mucosa scheur: weinig klinische betekenis

transmurale scheur: verbloeding, peritonitis, foetale membranen in buikholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

cysteuze endometrium hyperplasie

A

progesteron fase:
- vreemd voorwerp -> hypertrofie
- bacterien -> hyperplasie

hormonale inbalans:
- granulosacel tumor -> stijging oestrogeen -> meer progesteron receptoren
- planten

=> CEH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is gevolg van CEH?

A

cysteuze endometrium hyperplasie -> pyometra

kan ook toevalsbevinding

25
Q

mucometra

A

baarmoederklieren gaan mucine produceren

door endometrium hyperplasie of obstructie

26
Q

hydrometra

A

opstapeling helder vocht in baarmoeder -> weinig pathogeen, maar kan predisposeren voor pyometra

27
Q

subinvolutie placentatieplaatsen

A

het blijven bestaan van placentatie na partus -> bloedvaten regresseren niet
- kan leiden tot peritonitis
- verbloeding -> anemie

28
Q

serosale inclusiecysten

A

cysten met helder vocht op serosa van baarmoeder -> na meerdere drachten

29
Q

verschil tussen endometritis, metritis, perimetritis en parametritis?

A
  • endometritis: ontsteking endometrium
  • metritis: ontsteking baarmoederwand
  • perimetritis: ontsteking serosa
  • parametritis: ontsteking mesometrium (ophangband baarmoeder)

=> effect op fertiliteit + milde desquamatie cellen

30
Q

hoe ziet suppuratieve endometritis eruit?

A

bruin stinkende chocolade kleurige inhoud

31
Q

hoe ziet chronische endometritis eruit?

A

hard, gering secreet met kleine harde korrels (dystrofische mineralisatie)

32
Q

pyometra

A

opstapeling etter in lumen baarmoeder
- endometrium hyperplasie -> ontsteking
- uitzetting uterushoornen
- cervix gesloten of etterige uitvloei
- mucosa onregelmatig verdikt met necrose en ulceraties
secundair kan peritonitis ontstaan bij scheuren

33
Q

welke bacterien geven typisch een gele etterige pyometra?

A

gram- => staph/strep

34
Q

hoe gebeurt mummificatie?

A

foetus sterft af -> vocht onttrokken -> foetus hard en droog met donkere kleur door degradatie Hb

35
Q

wat zijn voorwaarden om mummificatie te laten doorgaan?

A
  • corpus luteum moet dracht in stand houden
  • steriel: bacterien moeten afwezig zijn
  • huid moet voldoende matuur zijn zodat deze resistent is aan autolyse
36
Q

maceratie

A

vervloeiing foetus

37
Q

hoe ontstaat emfysemateuze vrucht?

A

intra-uteriene infectie met gas vormende bacterien

38
Q

amorphus globosus

A

asymmetrische sferische massa omgeven door huid

39
Q

hydroallantois

A

1 vruchtzak met overmatige hoeveelheid vocht in allantois door stoornis van baarmoeder => abortus of dystocie

40
Q

adventitial placentaion

A

bijkomende placentatie via intercotyledonaire zones bij inadequate aantallen karunkels

41
Q

amnion plaque

A

hyperplastische zones van epitheel aan amnion zijde => geen pathogeen belang

42
Q

placenta mineralisatie

A

geen belang -> witte streepvormige haarden op vruchtvliezen tijdens 2e semester

43
Q

hippomanes

A

veulen brood = vervallen celmateriaal van allantois vocht

44
Q

cloaca fistulatie

A

stoornis in splitsing cloaca in rectum en urogenitale sinus -> meconium in uterus door connectie rectum en vagina

45
Q

gevolgen van vagina ruptuur

A
  • cellulitis
  • abcedatie
  • gangreen
  • peritonitis
46
Q

hoe ontstaat acuut catarrale vaginitis?

A

partus -> mucosa is oedemateus en rood

47
Q

hoe ontstaat ulceratieve vaginitis?

A

herpes: overgedragen via coitus

48
Q

polythelie - polymastie - hypothelie

A

polythelie: veel tepels
polymastie: veel kliercomplexen
hypothelie: weinig tepels

49
Q

welke symptomen horen bij pyometra?

A
  • anorexie
  • immuungemedieerde glomerulonefritis -> immuuncomplexen slaan neer in nier -> meer schade door nierinsufficientie dan primair door pyometra (pu/pd)
50
Q

Welk van onderstaande afwijking van het genitaalstelsel is geen toevalsbevinding?
- Bijkomende placentatie
- Amnion plaque
- Hippomanes
- Allantois mineralisatie

A

bijkomende placentatie = ook toevalsbevinding maar voor rund

51
Q

wat is geen gevolg van ovariële cysten?
- anemie
- pyometra
- melkklier tumor
- perivasculaire dermatitis

A

perivasculaire dermatitis

52
Q

Welk van onderstaande afwijking van het genitaalstelsel is geen toevalsbevinding?
- Bijkomende placentatie
- Amnion mineralisaties
- maceratie
- hydrallantois

A

amnionmineralisaties

53
Q

Welke pathologie beïnvloedt in veel gevallen de functie van het vrouwelijk geslachtstelsel ?
Paraovariële cysten
Epitheliale inclusiecysten bij het paard
SES cysten bij de hond
Rete ovarii cysten bij de hond

A

Epitheliale inclusiecysten bij het paard

54
Q

Welke vorm van endometritis wordt er op het plaatje afgebeeld? => chocolade bruine uitvloei in baarmoeder
Cataraal
Suppuratief
Necrotiserend
Chronische

A

suppuratief

55
Q

Een niet gesteriliseerde teef van 5 jaar heeft klachten van anorexie, Pu/Pd en heeft uitvloei van een crèmekleurige, stinkende afscheiding. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak?
Vaginitis
Pyometra veroorzaakt door Gr- bacteriën
Mucometra
Pyometra veroorzaakt door Gr+ bacteriën

A

Pyometra veroorzaakt door Gr+ bacteriën

56
Q

Wat wordt er typisch beschreven bij een chronische endometritis?
purulente infilltratie
glandulaire hyperplasie
Periglandulaire fibrose

A

periglandulaire fibrose

57
Q

Wat is geen gevolg van folliculaire ovariële cysten bij de hond?
A. leiomyomen
B. beenmerg stimulatie
C. atrofische dermatose
D. melkklierhyperplasie

A

b. beenmerg stimulatie

58
Q

Wat is geen direct gevolg van folliculaire ovariële cysten (en het daarmee gepaarde hyperestrogenisme) bij de hond?
A. leiomyomen
B. pyometra
C. atrofische dermatose
D. melkklierhyperplasie

A

pyometra