bewegingsstelsel Flashcards
wat is nutritionele myopathie?
- Focaal monofasisch
- Multifocaal monofasisch
- Focaal polyfasisch
- Multifocaal polyfasiSch
multifocaal polyfasisch
wat is belangrijkste oorzaak van retentie groeikraakbeen?
- hypovitaminose D
- Bloedvat invasie
- apoptose chondrocyten
- Gebrek calcium
apoptose chondrocyten
Welk van deze rassen heeft geen erfelijke vorm van chondrodysplasie?
a. Fries
b. Alaskan malamute
c. Dexter
d. Pers
pers => wel: alaskan malamute, fries, dexter, holstein = bulldog type
Welke vorming is verstoord bij osteogenesis imperfecta?
a. Collageen I
b. Collageen II
c. Elastine
d. Proteoglycanen
collageen I -> afwijking in bot = kleine plooibare dieren
In welke volgorde gebeurt heling van bot?
1. Remodellering
2. Ossificatie
3. Vorming fibrocartilagineuze callus
4. Hematoomvorming + inflammatie
4 - 3 - 2 - 1
Wat is niet juist over metabole botstoornissen?
a. Osteoporose ontstaat door tekort aan vit D en Ca
b. Osteomalacie ontstaat door tekort aan vit D en P
c. Fibreuze osteodystrofie ontstaat door tekort aan vit D en pTH
d. Fibreuze osteodystrofie komt vooral voor bij schaap, osteoporose bij varken
d. tekort aan Ca veroorzaakt osteoporose bij schaap, fibreuze osteodystrofie bij varken
In welke volgorde gebeurt remodellering van bot?
1. Reversie: stop resorptie
2. Formatie: osteoblast vormt bot
3. Minerlisatie
4. Resorptie: osteoclasten en macrofagen verwijderen bot
5. Activatie: signalen activeren osteoblasten
5 - 4 - 1 - 2 - 3
Wat is geen gevolg van PTH?
a. Meer calcium resorberen in darm
b. Ca influx door contractie osteoblasten
c. Enzymen vrijstellen om osteoid te degraderen
d. Aantrekken osteoclasten voor botresorptie
a. Meer calcium resorberen in darm
Wat veroorzaakt geen osteoporose?
a. Daling oestrogenen
b. Langdurige toediening cortico’s
c. Malnutritie
d. Overmatige activiteit
d. disuse van bot
wat is verschil tussen osteoporose en osteopenie?
osteoporose = densiteit afgenomen -> spontane fracturen
osteopenie = densiteit afgenomen zonder fracturen
Wat is niet juist of rachitis – osteomalacie?
a. Rachitis komt voor bij opgroeiende dieren als abnormale endochondrale ossificatie van groeiplaten
b. Schapen zijn gevoeliger aan vit D tekort
c. Hoog fosforgehalte kan leiden tot deficienties bij grazende dieren
d. Osteoamalacie komt voor bij volwassen dieren en leidt enkel tot afwijking in mineralisatie bot
c. Hoog fosforgehalte kan leiden tot deficienties bij grazende dieren => weinig fosfor leidt tot deficienties
welke dieren zijn extra gevoelig aan vit D tekort?
schapen -> vacht houdt vit D tegen
Welke gevolgen heeft een vit A deficientie?
a. Meer differentiatie osteoblasten
b. Abnormale schedelgroei
c. Abnormale dentine en email vorming
d. Centraal zenuwsymptomen
e. Deformerende cervicale spondylose
a. meer differentiatie osteoblasten -> MINDER osteoblasten, meer osteoclasten
door welk dieet kan vit A deficientie ontstaan?
graanrijk
Wat is niet juist over craniomandibulaire osteopathie?
a. Meer proliferatie osteoclasten, minder osteoblasten
b. West highland white terriers zijn gepredisponeerd
c. Op leeftijd van 4-7 jaar treden kauwproblemen op en is mond moeilijk open te sperren
d. Ossificatie van weke weefsels in hoek van onderkaak kan leiden tot ankylose
a. Meer proliferatie osteoclasten, minder osteoblasten -> juist meer osteoblasten = meer botproductie
wat is hypertrofische osteopathie?
door ruimte innemend proces in borstkas -> uitlokken vasomotorische reflexen -> meer doorbloeding periost -> proliferatie bindweefsel en periost. Dit ziet eruit als bloemkoolvormige gewassen.
Wat is geen oorzaak voor osteonecrose?
a. Snel groeien
b. Genetisch (legg-calve-perthes)
c. Cushing
d. Niertumor
d. niertumor
Wat is niet juist over infectieuze osteomyelitis?
a. Voorafgaand trauma aan groeiplaat geeft meer kans op osteomyelitis (hematogeen)
b. Orale wonden zullen vooral veroorzaakt worden door Actinomyces bovis
c. Gisten zullen zich via wonden verspreiden
d. Hematogene infecties bij KHD komen zelden voor
c. Gisten zullen zich via wonden verspreiden = via BLOED
Wat is geen kernmerk van traumatische fysitis?
a. Dit leidt tot minder vascularisatie en dus minder snelle aanvoer ontstekingscellen
b. Beperkt zich vooral tot epifysaire groeiplaat
c. Er treedt typisch geen inflammatie op
d. Dit is predisponerend voor osteomyelitis
b. Beperkt zich vooral tot epifysaire groeiplaat => METAFYSAIRE groeiplaat
Wat is niet juist over panosteitis?
a. Vooral jonge honden van reuzenrassen zijn aangetast
b. Mankheid zal van de ene poot naar andere poot verspringen
c. Komt vooral voor ter hoogte van diafyse lange beenderen
d. Er is altijd sprake van een ontsteking
d.
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is niet juist over panosteitis?
a. Vooral jonge honden van reuzenrassen zijn aangetast
b. Mankheid zal van de ene poot naar andere poot verspringen
c. Komt vooral voor ter hoogte van diafyse lange beenderen
d. Er is altijd sprake van een ontsteking
d. Er is altijd sprake van een ontsteking => GEEN ontsteking, geen eosinofielen en niet-inflammatoir
Er zijn verschillende reacties op kraakbeenschade in het gewricht. Chondromalacie leidt tot zacht kraakbeen door minder … waardoor water niet goed wordt gebonden
proteoglycanen
Erosies leiden tot een minder glanzend oppervlak. Fibrillatie is macroscopisch niet zichtbaar, maar microscopisch zal … uitsteken met vorming fissuren
collageen II
Hypocellulariteit zorgt voor minder cellen en leidt bijgevolg tot necrose van …. Chondronen worden gevormd door reactieve hyperplasie chondrocyten.
chondrocyten
Ulceratie verschilt van eburnatie, omdat er bij ulceratie erosie optreedt en bij eburnatie … van subchondraal bot
sclerose
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is de juiste benaming voor focale ischemische necrose van groeikraakbeen?
a. Osteochondrosis latens
b. Osteochondrosis manifesta
c. Osteochondrosis dissecans
d. Osteochondrosis imperfecta
Wat is de juiste benaming voor focale ischemische necrose van groeikraakbeen?
a. Osteochondrosis latens
b. Osteochondrosis manifesta
c. Osteochondrosis dissecans
d. Osteochondrosis imperfecta
a. Osteochondrosis latens = focale ischemische necrose van groeikraakbeen (NIET gewrichtskraakbeen)
manifesta = macroscopisch zichtbare zone
dissecans = loskomen gewrichtskraakbeen
Wat is geen typerende plaats voor OCD?
a. Losse processus anconeus bij hond
b. Mediale femurconfyl bij paard
c. Losse laterale processus coronoideus bij hond
d. Laterale trochleakam bij paard
c. Losse laterale processus coronoideus bij hond => mediale
Wat is niet juist over subchondrale beencysten?
a. Dat gaat niet vooraf aan kraakbeenretentie, maar treedt plots op
b. Treedt op wanneer er een invaginatie optreedt van het gewrichtskraakbeen
c. predilectieplaats is distaal mediale femurcondyl en distaal metacarpus
a. Dat gaat niet vooraf aan kraakbeenretentie, maar treedt plots op
Bij welke dieren komt heupdysplasie vooral voor?
a. Grote hondenrassen
b. Maine coon
c. Zelden bij rund
d. Overvoederde puppy’s
c. Zelden bij rund
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is geen predisponerende factor voor heypdysplasie?
a. Afname heupmusculatuur
b. Hypertrofie m. pectineus
c. Overvoeding
d. Sport
Wat is geen predisponerende factor voor heypdysplasie?
a. Afname heupmusculatuur
b. Hypertrofie m. pectineus
c. Overvoeding
d. Sport
d. Sport
Wat is het gevolg van dit gescheurde ligament?
a. Benen zwaaien naar zijkant = crab walker
b. Dier kan zijn poten niet meer bewegen
c. Komt enkel voor bij brachycefale rassen
d. Niet meer roteren been
Benen zwaaien naar zijkant = crab walker
welke patellaluxatie bij kleine rassen? en grote rassen?
klein: mediale patellaluxatie
groot: laterale patellaluxatie
Wat is de goede volgorde bij een degeneratieve gewrichtsaandoening?
a. Chondromalacie
b. Ulceratie
c. Fibrillatie
d. Eburnatie
e. Fissuren
f. Osteofyten
g. Synovitis
h. Instabiliteit
A - c - e - b - d - h - f - g
Wat is geen vorm van degeneratieve synoviale gewrichtsaandoening?
a. Spat
b. Podotrochleose
c. Ringbeen
d. Discus hernia
d. discus hernia = geen synoviaal gewricht
Wat is niet juist betreffende discus hernia?
a. Dit is een degeneratief proces van de tussenwervelschijf als deel van het verouderingsproces, maar bij chondrodystrofische rassen treedt het eerder op
b. Het begint in het centrum van de nucleus pulposus met minder glycosaminoglycaan- en watergehalte en meer collageen
c. Macroscopisch is fibrocartilageneus materiaal te zien als grijs-wit in plaats van gelei-achtige nucleus.
d. Bij chondrodystrofische rassen treft men deze afwijking meestal in alle schijven, bij andere rassen slechts 1 of enkele.
e. Protrusie van de tussenwervelschijf treedt vooral naar dorsaal op, omdat de annulus fibrosus hier smaller is
b. Het begint in het centrum van de nucleus pulposus met minder glycosaminoglycaan- en watergehalte en meer collageen => EERST periferie nucleus pulposus
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is niet juist aangaande type I en type II discus hernia?
a. Type II komt typisch voor bij chondrodystrofische rassen
b. Type I is extrusie van de discus met kraakbenige metaplasie, terwijl type II protrusie van de discus is met fibreuze metaplasie
c. Type I zal plots ontstaan, terwijl type II progressief zal verergeren
d. Een gevolg van type I discus hernia is hemorragische myelomalacie
e. Discus hernia ontstaat op plaatsen met grote beweeglijkheid, typisch tussen T12 en L2.
a. Type II komt typisch voor bij chondrodystrofische rassen => type I
Wat is niet juist over spondylose?
a. Dit is een degeneratieve aandoening van de wervelkolom, gekenmerkt door osteofyten aan ventrale zijde
b. Dit ontstaat door degeneratie van ventrale annulus fibrosus na een trauma
c. Een mogelijk gevolg van spondylose is ankylotische spondylose
d. Spondylose gaat meestal gepaard met veel pijn
d. Spondylose gaat meestal gepaard met veel pijn => MEESTAL subklinisch
Wat is niet juist over infectieuze artritis?
a. Histologie is een betere manier om artritis te diagnosticeren dan cytologie
b. Bij acute artritis is er meer exsudaat in het gewrichtsvocht te vinden dan in het synovium
c. Subacute artritis gaat gepaard met lymfocyten en plasmacellen in synovium
d. Chronische artritis kan gepaard gaan met erosies, osteofyten en ankylose
a. Histologie is een betere manier om artritis te diagnosticeren dan cytologie => cytologie
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is niet juist over niet-infectieuze artritis?
a. Reumatoide artritis is de meest frequent voorkomende vorm van erosieve polyartritis
b. Reumatoide artritis komt vooral voor bij kleine rassen
c. Niet-infectieuze artritis heeft meestal een immuungemedieerde oorzaak
d. Reumatoide artritis is een type II overgevoeligheid
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is niet juist over niet-infectieuze artritis?
a. Reumatoide artritis is de meest frequent voorkomende vorm van erosieve polyartritis
b. Reumatoide artritis komt vooral voor bij kleine rassen
c. Niet-infectieuze artritis heeft meestal een immuungemedieerde oorzaak
d. Reumatoide artritis is een type II overgevoeligheid
d. Reumatoide artritis is een type II overgevoeligheid => type III
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is discospondylitis?
a. Ontsteking van het ruggenmerg
b. Ontsteking van de tussenwervelschijf
c. Ontsteking van de tussenwervelschijf en omgevend weefsel
d. Ontsteking van de anulus fibrosus
c. Ontsteking van de tussenwervelschijf en omgevend weefsel
Wat is een onvolledig aangelegd lidmaat?
a. Amelie
b. Hemimelie
c. Micromelie
d. Polydactylie
hemimelie
Wat is niet juist over spierdystrofie?
a. Duchenne is een aandoening waarbij er een mutatie is in het dystrofine gen door een X-gebonden aandoening
b. Perifere zenuwen en neuromusculaire eindplaat thv spieren zijn aangetast
c. Dystrofine is een eiwit geassocieerd met het cytoskelet van het sarcolemma waardoor contractiekracht kan worden overgedragen, een defect in dystrofine leidt tot hypercontractie
d. Spierdystrofie komt vooral voor bij de Golden Retriever
Wat is niet juist over spierdystrofie?
a. Duchenne is een aandoening waarbij er een mutatie is in het dystrofine gen door een X-gebonden aandoening
b. Perifere zenuwen en neuromusculaire eindplaat thv spieren zijn aangetast
c. Dystrofine is een eiwit geassocieerd met het cytoskelet van het sarcolemma waardoor contractiekracht kan worden overgedragen, een defect in dystrofine leidt tot hypercontractie
d. Spierdystrofie komt vooral voor bij de Golden Retriever
b. Perifere zenuwen en neuromusculaire eindplaat thv spieren zijn aangetast => NIET aangetast