Centraal zenuwstelsel Flashcards
wat is correct?
- Syringomyelie is een dilatatie van het centraal kanaal
- Bij anencefalie zijn er geen hersenvliezen aanwezig
- Centrale chromatolyse is een voorstadium van necrose
Bij anencefalie zijn er geen hersenvliezen aanwezig
wat is niet correct?
- Bij een granulomateuze meningoencefalitis komen er macrofagen voor in de ruimte van virkoch-robinson
- Bij een necrotiserend meningoencephalitis komt er vooral necrose voor ter hoogte van de grijze stof
- Necrotiserende meningoencephalitis komt vooral voor bij mopshonden
- Granulomateuze meningoencephalitis is immuun-gemedieerd
Bij een necrotiserend meningoencephalitis komt er vooral necrose voor ter hoogte van de grijze stof
Welke stelling is correct met betrekking tot type 2 (protrusie) discus hernia?
- Het is een kraakbenige metaplasie
- Het komt vnl voor bij osteochondrotytische rassen
- De nucleus pulposus puilt uit doorheen dorsaal ligament en annulus fibrosus (met ruptuur van het ligament?)
- Het predisponeert voor fibrocartilagineuze infarcten
Het predisponeert voor fibrocartilagineuze infarcten
cerebrale aplasie
geen cerebrum, wel kleine hersenen -> kunnen gepaard gaan met misvormingen schedel
encefalocoele
uitpuilen grote hersenen doorheen defect schedel
meningocoele
uitpuilen meningen doorheen defect schedel
lissencefalie
geen hersengyri -> uni- of bilateraal
- lhasa apso komt vaak voor met cerebellaire hypoplasie
holoprosencefalie
geen opsplitsing 2 hersenhemisferen
cycloop
1 mediaan groot oog
- lammeren op dag 14 van dracht -> steroid alkaloide in plant
verschil hydrocefalus internus en externus
- internus: vocht opstapeling in ventrikels
- externus: vocht in arachnoidale ruimte (tussen dura mater - leptomeningen)
- communicerend: zowel internus als externus
hoe ontstaat hydrocephalus?
- blokkade van afvoer csv
- alle neonati lichte vorm hydrocefalus
zal niet spontaan regresseren, maar kan ook toevalsbevinding zijn
kan leiden tot niet-vergroeide fontanellen + schedel deformatie
welke hydrocephalus hebben brachycefalen?
hydrocephalus internus (ventrikels) -> GEEN zenuwsymptomen
zal witte of grijze stof eerder degenereren bij hydrocefalus?
witte stof -> gevoelig aan druk
hydrancefalie
CSV ipv hersenen -> wel aanleg (aplasie)
cerebellaire hypoplasie
door virus (feliene panleukopenie virus + herpes virus + boviene virale diarree virus + border disease virus) -> wel aanleg
- vaak bij kat en kalf
herniatie (arnold-chiari)
kleine hersenen puilen doorheen foramen magnum
- pijn, ataxie, vochtophoping in RM (syringomyelie) -> vaak hersenoedeem of hydrocephalus door druktoename
- king charles cavalier
myelodysplasie
partiële agenesie => abnormale ontwikkeling van ruggenmerg
diplomyelie
vorm van myelodysplasie -> opsplitsing ruggenmerg in 2
hydromyelie
abnormale ophoping van cerebrospinale vloeistof (hersenvocht) is in het centrale kanaal van het ruggenmerg
syringomyelie
vorming van een vloeistofgevulde holte of cyste, genaamd een syrinx, in het ruggenmerg. Deze syrinx kan uitrekken en groter worden na verloop van tijd, waardoor het ruggenmerg kan worden samengedrukt en beschadigd
- weimeraners + king cavalier charles spaniel
spina bifida aperta
onvollege sluiting spinaalkanaal waarbij wervelbogen niet volledig sluiten -> GEEN dorsale delen weefsels en huid <-> occulta
totale myeloschisis
volledige wervelkanaal en schedel zijn betrokken door afwezigheid neurulatie
- anencephalie
- amyelie
spina bifida occulta
onvollege sluiting spinaalkanaal -> huid bedekt dorsaal (invaginatie huid zichtbaar)
spina bifida cystica
wervelkolom sluit niet volledig met vorming cyste -> meningocoele + myelomeningocoele
globoid cel leukodystrofie
= lysosomale stapelingsziekte
daling galactosylceramide beta-galactosidase -> daling degradatie van psychosine & galactocerebroside -> apoptose oligodendrocyten & schwanncellen -> fagocytose myeline bijproducten -> macrofagen en microgliacellen -> globoid cellen
- neuronale degeneratie: dead reds met opklaring hierrond
- chromatolyse van neuron
- atrofie neuronen
- transsynaptische en wallerse degeneratie
verschil transsynaptische - wallerse degeneratie
transsynaptische degeneratie: indien 1 neuron afsterft, kunnen andere neuronen die in contact komen ook afsterven
wallerse degeneratie (perifere axonale degeneratie): snelle degeneratie van het axon door een onderbreking van de axonale transportmechanismen -> myelineschede wordt geleidelijk afgebroken
verschil tussen centrale en perifere chromatolyse
centrale chromatolyse: nissl substantie rond kern weg -> regeneratieve respons op degeneratie (ook grass sickness)
perifere chromatolyse: nissl substantie rondom kern/perifeer -> geassocieerd met voorstadium necrose
Wat is verschil perifere en centrale axonale degeneratie?
perifere axonale deneratie = wallerse degeneratie
centrale axonale degeneratie = verlies axon, myeline, oligodendrocyten -> leidt tot secundaire demyelinisatie
verschil tussen axonopathie en axonale dystrofie
axonopathie = degeneratieve aandoening axon -> evolueren tot bepaald punt en niet verder (<-> wallerse)
- distale axonopathie start distaal van axon bij chronische intoxicaties
- proximale axonopathie: stapelingsziektes
axonale dystrofie = grote digestion chambers ontstaan in centrale en perifere axonen = ontwikkelingsstoornis
hoe ontstaat degeneratie neuronen?
- ischemie -> snel degeneratie want weinig reserves
- overstimulatie excitatorische AZ neurotransmitters
Wat zijn kenmerken van degeneratie neuronen?
- marginatie kern + verminderde aankleuring -> verlies RER
- chromatolyse: granulair aspect verdwijnt + zwelling neuron
- neuronale atrofie: cellichamen verkleind/verdwenen
- dead reds = acute eosinofiele degeneratie
- secundaire demyelinisatie: verlies myeline door acute schade
wat is transsynaptische degeneratie?
wanneer 1 neuron afsterft, dan kunnen andere neronen, die met het afgestorven neuron in contact waren, door gemis aan activatie, op hun beurt zelf atrofiëren
wat is wallerse degeneratie?
acute veranderingen van het axon in perifere zenuw bij focale schade van gemyeliniseerde axonen -> binnen 24 u zal distale segment degeneratieve veranderingen ondergaan
- axon zwelt op, wordt eosinofiel en fragmenteert -> Schwanncellen reageren en myeline fragmenteert
- digestion chambers: opgeklaarde zone rond axon
verschil primaire - secundair - hypomyelinisatie
primaire demyelinisatie: myelineschede verdwijnt (macrofagen), terwijl axon intact is gebleven -> door toxische, infectieuze, metabole en immunologische factoren
secundaire demyelinisatie: verlies myaline door acute schade (ook verlies axon)
hypomyelinisatie = primair defect in cellen leidt tot te weinig vorming myeline -> meestal beperkt tot centraal zenuwstelsel (typisch intra-uteriene infecties met BVD-virus bij kalf/lam)
astrocyten type 1 vs type 2
= steuncellen / interstitiele cellen van CZS
- type 1: protoplasmatische astrocyten -> vnl in grijze stof
- type 2: fibreuze astrocyten -> vnl in witte stof
wat gebeurt er bij schade aan astrocyten?
zwelling cytoplasma + marginatie/pyknose kern -> astrogliose = proliferatie astrocyten = grotere hoeveelheid eosinofiel cytoplasma -> plompe astrocyten = gemistocyten
vorming alzheimer type II cellen
door hepatische encephalopathie -> astrocyten in grijze stof zijn gezwollen