vroegbarok Flashcards
datering
1600-1650
belangrijke landen
Italië
frankrijk
engeland
Duitsland
genres
- uitgebreide, meerdelige muziekstukken, zowel vocaal als instrumentaal
- meerdelige genres worden belangrijker en talrijker
- eendelige composities kunnen tot meerdelige samengevoegd worden
- een aantal nieuwe genres ontstaan
vocaal eendelige genres
motet
begeleide monodie
motet als vocaal eendelig genre
- geeft aanzet tot meerdelige genres
- meestal bijeengebracht in bundels
- kan a capella, maar er kunnen ook instrumenten toegevoegd worden, die ofwel optioneel de zangstem verdubbelen of zelfstandige partijen hebben.
begeleide monodie
- solomadrigalen met expressiviteit van het pre-barokmadrigaal zijn enerzijds uitgangspunt voor begeleide monodie en anderzijds voor de aria als nummer in de opera.
- neemt expressiviteit solomadrigaal over
- komen gebundeld voor
bezetting begeleide monodie
1 zangstem
begeleid door basso continuo
vocaal meerdelige genres
cantate
oratorium en passie
mis
opera
cantate
= meerdelige nummercompositie voor vocale solisten, koor en orkest. (ontstaan uit motet)
koorcantate
zwaartepunt bij koor
solocantate
vocale bezetting enkel uit 1 of meerdere solisten zonder koor
kenmerken cantate
- kan geestelijk/ wereldlijk zijn
- verschillende losse onderdelen voor solisten en koor
- wordt gezongen tijdens kerkdiensten van de protestanten op zondagen en feestdagen.
oratorium
- komt voor uit laude
- meestal religieuze inhoud
- wereldlijke onderwerpen zijn niet uitgesloten
passie
- religieus oratorium met als thema het lijden en de dood van Christus, geniet de voorkeur van veel barok componisten.
mis
- invloed van cantate en oratorium
- grote onderdelen zoals gloria en credo vallen uiteen in afzonderlijke delen
- bezetting kan uitgroeien tot die van een oratorium, met verschillende vocale solisten, koor en orkest.
opera
- madrigaalkomedies vormen aanlopen naar de opera`
-
cante carnascialeschi
karnavalsliederen met komische uitbeelding van type-personages
intermediën
luchtige tussenspelen met muziek tijdens pauzes van toneelstukken
trionfi
- openluchtspelen, met allegorische of mythologische personages, die de grote heersers over de steden voorstellen.
- voorloper opera en ballet
instrumentaal eendelige genres
fantasia en fuga preludium en toccata orgelkoraal of koraalvoorspel variatiereeks sinfonia en ouverture
fantasia en fuga
- gegroeid uit recircare
fantasia
bestaat uit herhaald hoofdthema, dat in elke herhaling gevarieerd verschijnt door wijziging thema of wijziging tegenmelodieën.
fuga
monothematische polyfone instrumentale vorm bij uitstek in de barok.
preludium en toccata
- kan de fuga voorgaan
- bedoeling is het opwarmen van de speler
- allerlei speeltechnieken kunnen afgewisseld worden
orgelkoraal of koraalvoorspel
- polyfone omspeling van een koraal, waarbij elke koraalzin door pregnante registratie en een ritme in lange noten duidelijk herkenbaar is.
- kan als voor of naspel tegenover het gezongen koraal geplaatst worden.
variatiereeks
in spoor van virginalisten, blijven in trek onder vorm van Folia, Passacaglia en ciacona
sinfonia en ouverture
- instrumentaal stuk dat opera, cantate of oratorium ka inleiden
- eendelige compositie, met 3 geledingen
- Italie: S-L-S
- Frankrijk: L-S-L
instrumentaal meerdelige genres
concerto grosso en soloconcerto
suite
sonata da chiesa
concerto grosso
opeenvolging van verschillende onderdelen met contrasterend tempo/ karakter
concerto grosso en soloconcerto
- in loop barok wordt synfonia zelfstandige compositie
- als er in de sinfonia gewerkt wordt met afwisseling van kleine en grote groep of solist en groep, geeft ze aanleiding tot concerto grosso en soloconcerto.
soloconcerto
bereikt bij Vivaldi vaste drieledige vormgeving (allegro, andante, allegro)
suite
- grote reeksen dansen (verschillende benamingen per land)
- evolueert tot reeks gestileerde dansen: danskarakter blijft bewaard maar er wordt niet meer gedanst op deze muziek.
vaste opeenvolging dansen in de suite
- allemande
- courante
- sarabande
- gigue
sonata da chiesa
- instrumentale canzone wordt uitgewerkt tot sonata da chiesa
- vormgeving wordt eind 17e eeuw vastgelegd door corelli met 4 delen in contrasterende tempi
delen sonata da chiesa
- grave
- allegro
- adagio
- allegro
bezetting solosonate
1 solist + basso continuo