klassieke renaissance Flashcards
genres
hoofdgenres uit 15e eeuw + enkele nieuwe genres
mis
- voorkeur voor parafrasemis, parodiemis, quodlibets en missa sine Nome
- enkel MSN vrij gecomponeerd en voldoet aan eisen concile van Trente (CVT)
- door CVT hanteren ze een voorzichtige en brave schrijfwijze
motet (dus rise)
- dramatische teksten worden gekozen
- uitvoering wordt a capella geopteerd
- stemmenaantal verhoogt
- religieuze of ernstige wereldlijke muziek
- imitatie en kanontechnieken verdwijnen
- staatsmotetten: voor speciale politieke gelegenheden
- expressieve compositie, door muzikale interpretatie van de tekst
protestantse kerkmuziek
psalm en koraal
missa brevis
mis die uit twee delen bestaat
koraal in Duitsland
- populairste genre in Duitsland
- korte compositie op tekst in volkstaal
- kan een of meerstemmig zijn
eenstemmig Duits koraal
vaak bekend gregoriaans gezang of volksmelodie
meerstemmig Duits koraal
melodie meestal in bovenstem, gezongen door volk
bedoeling protestantse muziek
- protestanten willen kerkgemeenschap laten deelnemen aan kerkzang.
- religieuze gezangen in huiskring laten uitvoeren
stemvoering koraal
- balladestijl met sobere contrapuntiek
- eenvoudige homoritmische stijl
- polyfone zetten, te vergelijken met motettechniek
psalm en koraal taal
gebruiken het meest volkstaal en soms in enkele delen Latijns.
wereldlijke vocale muziek
chanson, canzone, lied
frotolla, villanella, villanesca
madrigaal
chanson, canzone en lied
- chanson komt voor in alle landen en in alle talen
- naam wordt aangepast aan land
- in Frankrijk wordt chanson programmatisch en uitbeeldend, met veel klanknabootsende en betekenisloze lettergrepen
frottola, villanella en villanesa
- eenvoudige genres
- volkse oorsprong
madrigaal
- ontwikkelt zich uit frotolla
- tekst verfijnd in functie van tekstexpressie in de muziek
- inhoud te vergelijken met canzone: genot, smart en pijn van de liefde
- teksten zijn hoogstaand
madrigalisme
typische toonschildering, uitbeelding van de tekstinhouden van bepaalde kernwoorden in de muziek
toonschildering madrigaal door:
- versieringen
- lang aangehouden noten
- dissonante akkoorden
- …
madrigaalkomedies
reeks madrigalen, die op toneel gebracht worden door gemimeerde rollen, terwijl musici onzichtbaar opgesteld zijn.
instrumentale muziek
ricercare
canzone da sonare
variatiereeks en ground
danspaar
ricercare
- tot 15e E instrumentaal uitvoeren van vocale muziek
- in loop 16e E wordt instrumentale muziek zelfstandiger
- band met vocale muziek merkbaar
- instrumentaal gedacht motet
- polyfoon, gebruikt imitaties en canons, ingedeeld in partes
- voor orgel/luit geschreven/ ensemble van enkele melodieinstrumenten
canzone da sonare
- instrumentale tegenpool van de vocale canzone
- stemvoering neigt meer naar balladestijl
- minder contrapuntisch dan ricercare
- benamingen als fantasie en toccata komen ook voor (leunen dicht aan bij canzone)
variatiereeks en ground
- in Engeland worden volksliederen en andere bestaande composities instrumentaal uitgevoerd en als thema gebruikt voor een reeks variatie
- als deze variatiereeks zich ontwikkelt boven een gelijkblijvende bas, spreekt met van ground
danspaar
- komen steeds per twee voor en vormen danspaar
- danspaar hebben verschillende maatsoort en tempo
- gelijkenis: beginmelodie 1e dans wordt aangepast tot beginmelodie dan de 2e dans (melodische eenheid)
muziekdruk
- 16e E worden veel meer partituren gemaakt en verspreid over gans Europa dankzij muziekdruk.
- voor het eerst mogelijk dat een componist tijdens zijn leven, soms zonder ooit buiten zijn vaderland te zijn geweest, in gans Europa bekend wordt.
drukkers en uitgevers
- Ottavio dei petrucci bekomt in 1498 een drukkersprivilege in Venetië (centrum muziekdruk)
- Tilman Susato opent in Antwerpen uitgeverij Kromhoorn
- Pierre Phalèse in Leuven
- soms ontstaat verwarring over auteurschap
- door een uitzonderlijke figuur als Willaert zien we voor het eerst dat in 1539 voor het eerst volledige bundels aan het werk van een componist gewijd worden.
drukmethodes
- oorspronkelijk was alles handschrift op gedrukte notenbalken
- 1e druksysteem bestond uit uitsnijden van houten balken
- midden 16e E gaat men met losse types werken
nederlanden
adriaan Willaert
Jacob Clemens non papa
Orlandus Lassus
Italie
venetiaanse school
romeinse school
evolutie madrigaal
Frankrijk
religieuze muziek Claudin de sermisy Claude goudimel Claude lejeune clement janequin
engeland
anglicaanse kerkmuziek
madrigaal
virginalisten
stijl Adriaen Willaert
-sluit aan bij Nederlandse polyfonie van j. Desprez
- Venetiaanse stijl:
Volmaakte harmonische polyfonie afgewisseld met polyfone en gelijkritmische passages.
Expressieve kracht door chromatiek en alteraties in akkoorden
Eerste recircares
Dubbelkorigheid
Aandacht voor tekstuitdrukking
1540 is belangrijk voor Willaert door…
- Venetiaanse school is volledig gevormd
- succesvolle publicatie van 4/5/6 stemmige madrigalen
- 1e publicatie van recircares
mis (AW)
- meeste zijn te dateren voor 1536
- Nederlandse polyfone stijl
- parodiemis belangrijkste en meest gecomponeerd
- parodiemis veel vrij gecomponeerd
motet (AW)
menpea
kip caha
- meeste geschreven tussen 1520-1540
- evolutie naar nieuwe stijl is te merken
- Nederlandse technieken worden vrij toegepast ( canon, imitatie, syntactische imitatie)
- polyfone technieken zijn ondergeschikt aan structurele principes van symmetrische opbouw
- evenwichgtig in de afwisseling van stijgende en dalende lijnen
- aandacht voor woord-toonverhouding
- Koordialoog en afwisseling tussen verschillende stemmen worden bewust gekozen.
- In harmonische polyfonie wordt het accent hoe langer hoe meer naar het harmonische geschoven.
- Profane motetten zijn motetten met politieke gebeurtenissen verbonden.
- cadensen en algemene pauzes worden structurele elementen
- algemeen voorkeur vr het akkoordische en het kleuren en uitdrukken met akkoorden.
- hoogtepunt in de bundel Musica Nova
- Al deze kenmerken zorgen voor tekstverstaanbaarheid.
chansons (AW)
in stijl van Josquin
recircare (AW)
de drie/ vierstemmige zijn de eerste instrumentale composities die gebruik maken van syntactische imitaties.
Jacob Clemens non papa
16e E
werkte in Ieper en Brugge
souterliedekens (JCNP)
- 3stemmige psalmen in het Nederlands
- voor katholieke kerk en huiskring bedoeld
- gebaseerd op eenstemmige melodieën van volksliedjes
- stijl is eenvoudig en welluidend
- werden uitgegeven door Tielman Susato
Orlandus Lassus
16e E
meermaals ontvoerd voor mooie stem
stijl (OL)
- stijgt boven alle tijdgenoten uit
- hoogtepunt klassieke renaissance
- grootmeester in alle genres
- karakteriseert alle genres op hoogstaande en persoonlijke manier
- uitdrukkingskracht wordt veelzijdig en diepgaand
- expressie gaat uit van literaire tekst
mis (OL)
- vooral parodiemis
- gebruikt vooral motetten van zichzelf of anderen
- ook veel missae Brevis behoren tot parodiemis
- uitgangsmateriaal wordt vrij behandeld
- parodiemis op motet is polyfone dan parodiemis op madrigaal
motet (OL)
- cantus firmus gebruik komt zelden voor
- genre bij uitstek voor lassus
- alle mogelijke middelen zijn expressief gebruikt
- niet enkel aandacht aan tekstinhoud maar ook aan tekstplaatsing tegenover melodie
- onderwerpen veranderen: schilderende beschrijvingen, emotionelere persoonlijke aspecten van het religieuze,..
- levendige tonelen uit oude testament worden muzikaal uitgebeeld
lagrime di san Pietro (OL)
- laatste compositie
- lagrime genre is een uitdrukking van de hernieuwde vroomheid op einde renaissance
- genre behoort tot madrigale spirituale
- dubbelkorig
- verhaal in drie delen
madrigaal, valinella, moreske (OL)
- gebruikt teksten van Petrarca, Bembo,…
- expressiviteit staat centraal
- sluit aan bij evolutie Italiaanse madrigalisten
- in sommige komen experimenten voor zoals echokoor
- in villanella komt hij als humorist voor
- gewaagde inhoud in moreske ( vocale dansen)
chanson (OL)
- dicht bij diepzinnige madrigaalsfeer
- prettig en humoristisch uitgewerkte verhaaltjes
- werkt vaak met dialogen om grotere directheid te bekomen
- uitzonderlijk komen bijbelse/ religieuze teksten voor
venetiaanse school vertegenwoordigers
Andrea gabrieli Giovanni Gabrieli (hoogtepunt wordt bereikt met hem)
sacrae symfoniae
vormt belangrijkste werk giovannin gabrieli
bestaat uit twee bundels
religieuze vocale muziek en instrumentale trekken
barok wordt als volgt aangekondigd in sacrae symfoniae
- grote bezetting
- bezetting voorspelt grootsheid oratoria en passies
- grote en kleine groepen worden afgewisseld volgens concertato-principe
- dubbelkoorstijl met groepsafwisseling versterkt concertato-principe
- dynamische contrasten
- spanningsopbouw in tegenstelling tussen langzamen en snelle passages
- bewust ruimtegebruik
instrumentale muziek in Venetiaanse school
basso continuo wordt voor het eerst gebruikt in sonate
romeinse school
concilie van trente
giovanni Pierluigi da Palestrina
concilie van trente
- 1545-1563
- trof maatregelen om zuiverheid van alle religieuze muziek in de kerk te herstellen, om wereldlijke invloeden en in de tijd gegroeide wantoestanden uit te roeien.
- contrareformatie
giovanni Pierluigi da Palestrina stijl
- missen weerspiegelen best opgelegde stijl van concilie van Trente
- kerkmodi en klassieke modaliteit zonder chromatiek
- tekstverstaanbaarheid primeert
- schaarse dissonanten voorzichtig aangebracht en opgelost
- volle consumerende harmonisatie
- weinig tekstuitbeelding, gekenmerkt door soberheid
- motetten en madrigalen zijn sober opgevat in de typische palestrinastijl
evolutie madrigaal in vier delen
lezen p74-77
- 1525-1550 philippe verdelot constanzo festa jacob arcadelt - 1550-1580 cirriano de rore - na 1580 don Carlo Gesualdo da venosa - overgang naar prebarok: solomadrigaal luzzasco luzzaschi
madrigaal 1525-1550
- madrigaal is homofoon en homoritmisch
- meestal vierstemmig
- beïnvloed door frotella en villanella
- eerste poging tot tekstuitdrukking
madrigaal 1550-1580
- madrigaal wordt polyfoon
- vooral vijfstemmig
- imitaties en andere polyfone technieken worden overgenomen van het motet
- madrigalismen worden veel toegepast
madrigaal na 1580
- polyfonie wordt afgewisseld met homoritmische passages
- hoofdzakelijk vijfstemmig
- alles in functie van tekstexpressie
- melismen en onverwachte passages zijn expressief gebruikt
- klachten en uitroepen verhogen dramatiek
solomadrigaal
16e E
expressiviteit ontstaat vanuit melodische uitwerking zangstem
melodische uitwerking zangstem in solomadrigaal
- chromatiek
- opvallende en verrassende wendingen en sprongen
- uitzonderlijk grote intervallen
- tessituurcontrasten
religieuze muziek in Frankrijk
Claudin de Sermisy Claude goudimel Claude Lejeune Clement janequin (programmatisch chanson) Claude Lejeune (humanistisch chanson)
Claudin de Semisy
- stond in voor officiële franse kerkmuziek
- traditionele polyfone stijl in kerkmuziek
- chansonmelodieën zijn door protestanten overgenomen als basis voor psalmbezettingen
Claude goudimel
- maakt twee volledige meerstemmige versies van 150 psalmen.
- -> zijn OF homofoon en homoritmisch OF rijk polyfoon
- cantus firmus meestal in superius
Claude Lejeune
zettingen kunstzinnig uitgewerkt door rijk en erg vrij opgevat contrapunt met hoogstaande kwaliteit in 16e eewse motetpolyfonie
clement jannequin programmatisch chanson
- geeft levendige beschrijving van scenes die als toneelstukjes of vol actie zijn.
- onderwerpen: natuurtaferelen, wapenfeiten,…
middelen om programmatisch te zijn
- polyfone stijl met overheersende bovenstem
- ritme veranderingen
Claude Lejeune humanistische chanson
het toepassen van oude versmodi waarin Jambes en trochee voor een regelmatige akkoordische stemvoering gebruikt wordt
academie de musique et de poésie
opgericht in 1571 door dichter Antoine de Baïf en musicus Thibaut de courville.
bedoeling academie de musique et de poésie
de bronnen van de lyrische dichtkunst op te zoeken en platonische muziekesthetica te herstellen.
orgelmuziek Duitsland
- enkel in Duitsland zijn handschriften met orgelmuziek bewaard.
- belangrijkste omvangrijkste bron: 15e E bron Buxheimer Orgelbuch
Paul hofhamer
grootste organist en orgelcomponist
virginalisten (Engeland)
zelfstandige instrumentale muziek, solistisch op het virginaal en in kamermuziekverband
virginaal (Engeland)
toetsinstrument waarvan de mechaniek dezelfde is als bij het klavecimbel. de vorm van de klankkast is rechthoekig.
Consort (Engeland)
naam die aan kamermuziekgroepen gegeven wordt
whole consort
homogene bezetting, instrumenten uit dezelfde familie
broken consort
gemengde instrumenten, uit andere familie
John Dowland
- 16e-17e E
- grootste luitist uit zijn tijd
- schreef veel begeleide monodieën voor stem en luit
- vaak melancholisch karakter
tabulatuur (Duitsland)
- speciale notatiemethoded zowel in handschrift als druk gebruikt
- populair van 15e - 17e eeuw
- p. 201
anglicaanse kerkmuziek (Engeland)
- psalmodiërend zingen van onberijmde psalmteksten
- oude melodieën worden gedeeltelijk verder gebruikt en gedeeltelijk door nieuwe vervangen.
- deze eenstemmige melodieën vormen basis voor vierstemmige akkoordstijl
anthems
motetten op Bijbelse teksten
madrigaal (Engeland)
- erg veel Europese invloed
- in de ayres ontwikkelt zich een begeleide monodie, met luitbegeleiding