prerenaissance Flashcards
renaissance algemene situering
menselijke waarden staan centraal
antropocentrisme
verlichting
datering
15e eeuw
drie generaties
- Guillaume Dufay (1e helft)
- Johannes Ockeghem (tussen beide)
- Josquin Desprez (2e laatste kwart)
verschuivingen in de muziek
- naast religieuze muziek wordt profane muziek ook belangrijk
- instrumentale muziek (instrumentaal uitvoeren van vocale muziek + gebruik instrumenten uit zelfde familie voor homofone klankkleur)
tonaliteit en harmonisch gevoel
- klassiek systeem komt meer voor
- 16e eeuw komen mineur en majeur akkoorden voor
- volheid samenklank groeit
- ontstaan klassieke tertsopbouw
stemvoering
- hoofdzakelijk 3/4 stemmig
- stemmenaantal neemt toe
- 7/8 stemmig niet uitzonderlijk in klassieke renaissance
- binnen compositie kan stemmenaantal afwisselen
- polyfonie blijft meest beoefende muziek
- aandacht harmonie geeft aanleiding tot homoritmische momenten
- afwisseling in de stemvoering
gebruik van imitatietechnieken
de melodie van het antecedent wordt op een vrije manier overgenomen in het consequent
gebruik van canontechnieken
strenge vorm van imitatie: antecedent wordt ongewijzigd overgenomen door het consequent
canon in unisono
antecedent en consequent zijn identiek aan elkaar, consequent zet later in dan antecedent
kreeftcanon, canon cancricans
antecedent wordt van achter naar voor, in het consequent gebracht (beginnend met laatste noot, eindigend met de eerste)
canon in omkering
consequent is dus de omkering of spiegel van het antecedent
proportiecanon
duurwaarden van het antecedent wordt alle verhoudingsgewijs verandert in het consequent
canon met transpositie
consequenten zijn telkens een bepaald getransponeerd
cirkelcanon
consequenten zijn telkens een kwint getransponeerd (canon doorloopt kwintencirkel)
dubbelcanon
twee canons lopen gelijktijdig
raadselcanon of rebuscanon
raadselachtige zin geeft de consequentenstem opdracht hoe het consequent uit te voeren