VP vragen deel 5

Question 1

Waarom is het pluis/niet-pluisgevoel in de eerste lijn extra belangrijk?

Answer 1

Weinig middelen ter beschikking dus kan groter rol spelen bij besluit

Question 2

Wat zijn de twee redenen waarom LADA vaak wordt gemisclassificeerd als DM2?

Answer 2

• leeftijd
• +FA

Question 3

Hoe wordt LADA vastgesteld?

Answer 3

Diagnose kan gesteld worden middels het meten van diverse antilichamen
tegen de pancreas

Question 4

Hoeveel % van de type 2 diabeten hebben eigenlijk MODY?

Answer 4

5%

Question 5

Wat kan men veranderen aan de therapie indien er sprake is van preprandiaal en ‘s nachts te lage glucosewaarden en postprandiaal te hoog?

Answer 5

• Meer kortwerkende insuline bij de maaltijden
• Een ‘snack’ voor het slapen gaan
• overgaan op andere insulines

Question 6

Waarvoor is langwerkend insuline bedoeld?

Answer 6

gluconeogenese in belans houden

Question 7

Noem 4 aandoeningen waarbij het HbA1c een verkeerd beeld kan geven

Answer 7

Hemolytische anemie, hemoglobinopathieen, herstel na
ijzergebreksanemie, transfusie

Question 8

Waarom dient een HbA1c test van goede kwaliteit te zijn?

Answer 8

nauwe range tussen low risk en diabetes

Question 9

Waarom is time in range van belang?

Answer 9

Aangetonen reltatie tussen time in range en complicaties (eg retinopathie en microalbuminurie)

Question 10

Geef de stappen van de behandeling van DM2 bij een niet-hoogrisicopatient

Answer 10

1. metformine
2. SU derivaat toevoegen
3. NPH insuline 1dd toevoegen

Question 11

Geef twee voordelen en twee nadelen van SU-derivaten

Answer 11

voordelen:
- goedkoop
- kan goed samen met metformine

nadelen:
- gewichtstoename
- hypoglykemie

Question 12

Welke insuline heeft een intermediaire werkinsduur?

Answer 12

NPH

Question 13

Welke insulinesoorten werken snel?

Answer 13

lispro aspart, glusiline

Question 14

Beschrijf de 2-4-6 regel

Answer 14

Elke 2 uur glucose meten
4 EH snelwerkend bij gluc 15-20
6 EH snelwerkend bij gluc >20

Question 15

Welk medicament vormt de eerste stap (evt als toevoeging) bij hoogrisicodiabeten?

Answer 15

SGLT2-remmer (eindigt op gilfozine)

Question 16

Waarop eindigen de namen van GLP1 analogen?

Answer 16

glutide

Question 17

Wanneer wordt een GLI vergoed?

Answer 17

• BMI van boven 30 of 25 met comorbiditeiten
• motivatie om tweejarig programma af te maken

Question 18

Wat is het voornaamste nadeel van bariatrische chirurgie?

Answer 18

postoperatieve mortaliteit = 0.5-1.1%

Question 19

Beschrijf kort de rol van de POH en van de huisarts in diabeteszorg

Answer 19

POH: checken bloedwaarden en metingen.
HA: controle op evt complicaties

Question 20

Wat zijn de diagnostische criteria voor Diabetes Mellitus?

Answer 20

2 nuchtere plasmaglucosewaarden ≥ 7,0 mmol/l op 2 verschillende dagen;
of
nuchtere plasmaglucosewaarde ≥ 7,0 mmol/l
of
willekeurige plasmaglucosewaarde ≥ 11,1 mmol/l in combinatie met klachten passend bij hyperglykemie.

Question 21

Welk pathogeen is het vaakst de veroorzaker van dermatomycosen?

Answer 21

candida

Question 22

Bij hoeveel procent van de diabeten is alleen energierestrictie voldoende om een goede glucoseregulatie te breieken?

Answer 22

10-20%

Question 23

Waarom gebruikt men bij DM2 liever een ACEi of A2-antagonist dan een diureticum?

Answer 23

beschermende werking op de nieren

Question 24

Wat is een goede manier om therapietrouw te meten?

Answer 24

Via apotheek is gemakkelijk te achterhalen of de patiënt voldoende en regelmatig zijn medicijnen ophaalt.

Question 25

Benoem vier macrovasculaire complicaties van DM

Answer 25

MI, perifeer arterieel vaatlijden, CVA/TIA, cardiomyopathie

Question 26

Wat is het beleid bij een positieve HP serologie?

Answer 26

Eradicatie met PPI 2x standaarddosering, met amoxicilline 2d 1000mg en claritromycine 2d 500mg gedurende 7 dagen.

Question 27

Wat is naast het Hb nog meer verlaagd bij een anemie>

Answer 27

hematocriet