VP vragen deel 11 Flashcards

1
Q

Welke verschillende factoren kunnen aanleiding geven tot probleemgedrag bij dementie?

A

omgeving, lichamelijk, medicatie, psychisch, persoonlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke metabole toestand is kan het gevolg zijn van metforminegebruik?

A

lactaat acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voor welke elektrolytstoornis kunnen aceremmers zorgen>

A

hyperkaliëmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem 7 mogelijke oorzaken van obstipatie bij ouderen

A
  • te weinig vezels
  • dehydratie
  • bekkenbodemprobleem
  • obstructie door carcinoom
  • bijwerkingen van medicatie (opioiden, anticholinergica)
  • metabole stoornissen zoals DM of hypothyreoidie
  • neurodegeneratieve stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom gaat bij depressieve ouderen de voorkeur uit naar citalopram>

A

minste interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat voor elektrolytstoonis kan citalopram geven?

A

hyponatriemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe wordt erysipelas gezien t.o.v. cellulitis?

A

als een specifieke vorm van cellulitis - wordt op dezelfde manier behandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke twee bacteriën zijn de meestvoorkomende oorzaken van bacteriële huidinfecties?

A

stretokokken groep a en staf aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarbij past melaena?

A

ulcus duodeni, ulcus ventriculi, maagca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen gastro-intestinale bloedingen zorgen voor angina pectoris?

A

via anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de naam die we geven aan adviezen waarbij u patiënten instrueert bepaalde acties te nemen of contact te leggen als zaken anders verlopen dan verwacht/voorspeld?

A

Vangnetadviezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke bepaling zou je kunnen aanvragen om vast te stellen dat er nieuwe aanmaak van bloedcellen is?

A

Reticulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zorgt voor de stank van melaena?

A

het eiwit dat in de tractus digestivus terecht komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom zorgt een GI bloeding voor een verhoogd ureum?

A

Doordat de bloeding in de tractus digestivus voor heropname van eiwitten zorgt die tot een verhoogd ureum leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er bij een complicatie sprake van een natuurlijk of onnatuurlijk overlijden?

A

natuurlik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie verricht in principe de lijkschouw?

A

de behandelend arts

17
Q

Wat zijn zekere tekenen van dood?

A

lichtstijfheid en vervormbaarheid van de pupillen

18
Q

wat zijn onzekere tekenen van dood?

A

afwezigheid hartslag en ademhaling

19
Q

hoe lang na het overlijden zijn lijkvlekken niet meer wegdrukbaar?

20
Q

vanaf wanneer tot wanneer is er lijkstijfheid?

A

vanaf 2/3 uur tot 18/36 uur na het overlijden

21
Q

Wat is het verschil tussen een calamiteit en een complicatie?

A

calamiteit heeft betrekking op de kwaliteit van de zorg terwijl complicatie inherent is aan de uitgevoerde behandeling

22
Q

Wordt euthenasie gezien als natuurlijke dood?

23
Q

Welke verschijnselen vallen onder de vroege postmortale verschijnselen?

A

lijkstijfheid en lijkvlekken

24
Q

Wanneer ga je als bv huisarts niet verder met de lijkschouw?

A

bij het vermoeden van een niet-natuurlijke dood

25
Q

wanneer is er volledige lijkstijfheid? en wanneer zijn lijkvlekken gefixeerd?

A

6-12, 12-24 uur

26
Q

Tegen welke norm gaat euthenasie in?

A

dat de ene mens de andere niet dood mag maken

27
Q

wat is kenmerkend voor de nederlandse medische cultuur?

A

groot besef van de grenzen van de mogelijkheden

28
Q

Wat valt onder de christelijke traditie volgens Ten Have?

A

eerbied voor het leven

29
Q

wat valt onder de verlichtingstraditie volgens Ten Have?

30
Q

wat moet altijd in het achterhoofd gehouden worden wat betreft euthenasie?

A

laatste redmiddel

31
Q

waarom is het bij een huisdier nooit euthenasie?

A

omdat een dier er zelf niet om kan vragen

32
Q

wanneer mag palliatief gesedeerd worden?

A

als de verwachte levensduur max 14 dagen is

33
Q

Dient alvorens euthanasie wordt verricht altijd een andere arts geraadpleegd te worden?

A

ja, altijd een andere onafhankelijke arts

34
Q

In welke situatie is een wilsverklaring nodig?

A

Alleen nodig voor de situatie waarin de patiënt echt helemaal wilsonbekwaam is