VP vragen deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is de prevalentie van PDS? En van IBD?

A

PDS: 27,1 mannen per 1000, 6,1 vr. IBD: 1,1 m, 1,5 vr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke vier aandoeningen staan er in de DD bij verdenking van PDS?

A

IBD, diverticulose, colonpoliepen, maligniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

benoem de 5 alarmsymptomen bij chronische buik

A

bijmenging bloed, nachtelijke diarree, belaste fa, leeftijd, beloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarbij ziet men in het bijzonder nachtelijke diarree

A

CU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarbij ziet men in het bijzonder nachtelijke diarree

A

CU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt een verdenking van PDS benaderd bij de huisarts

A

Blijft bij aanblijven klachten enigszins per exclusionem - spreek herhaalcontacten af en wees bereid diagnose te herzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel % van de maagklachten komt bij de specialist terecht?

A

0,5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel % van de maagklachten bij de HA zijn functioneel

A

70%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel % van de maagklachten bij de HA berusten respectievelijk op ulcucera en reflux

A

5 en 25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn bezwaren tegen het medicamenteus behandelen van maagklachten?

A
  • relatie klacht en diagnose is beperkt
  • leefstijlinterventies belangrijk
  • nadelen van zuurremming
  • behandel diagnose niet een hypothese
  • proefbehandeling heeft lage PVP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het voornaamste risico van een HP infectie

A

zes maal verhoogd risico op maagkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat valt er te zeggen over HP en relatie met klachten

A

alleen relatie met klachten door ulcus duodeni

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoeveel % van de bevolking gebruikt zuurremming?

A

12%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de drie voornaamste indicaties voor chronisch PPI gebruik?

A

reflux, gastroprotectie, onderhoud op specialistisch advies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke technische term gebruiken we voor patiënten die zich nooit ergens bezorgd over maken?

A

Dissimulerende patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het risico van een dissimulerende patiënt?

A

Dat hij zijn klachten bagatelliseert.
Als u als arts daarin meegaat kunt u zaken over het hoofd zien die niet gemist mogen worden.

16
Q

waarop moet men bedacht zijn bij gebruik van nsaids zonder maagbeschermer

A

ulcus ventriculi

17
Q

Waar moet u rekening mee houden als u de H. pylori status wilt bepalen?

A

Iemand mag 2 weken geen protonpompremmer gebruikt hebben, en 4 weken geen antibioticum.

18
Q

Benoem de drie fasen van een hepatitis b infectie en hoelang deze duren

A

prodromale fase(3-10 dg), icterische fase(1-3wk), herstelfase(oneindig)

19
Q

waar gaat icterus bij hepa b vaak mee gepaard?

A

Donkere urine

20
Q

wat bepaalt men initieel bij verdenking van hepa b

A

HBsAg, ASAT en ALAT

21
Q

Wat bepaalt men als HbsAg positief is vervolgens ook?

A

HBeAg (indien positief actieve infectie)

22
Q

Wat bepaalt men als HbsAg positief is vervolgens ook?

A

HBeAg (indien positief actieve infectie)

23
Q

Hoe kan hepa b worden overgedragen?

A

bloed, wondjes, seks, zwangerschap

24
wat voor anemie ziet men bij vit b12 deficientie?
normocytaire anemie
25
Wat valt er te zeggen over het verschil in moeheid door een psychsiche en lichamelijke oorzaak
wordt op dezelfde manier beleefd
26
Noem twee tekenen van fysieke vermoeidheid
minder lang kunnen lopen, ogen die dicht vallen
27
noem twee tekenen van mentale vermoeidheid
snel overprikkeld, problemen met aandacht/concentratie
28
Wanneer draagt screenend labonderzoek vaker bij aan het stellen van een diagnose indien er sprake is van moeheid?
bij ouderen en patiënten die langer dan een maand last hebben van onbegrepen moeheid
29
Wanneer draagt screenend labonderzoek vaker bij aan het stellen van een diagnose?
bij ouderen en patiënten die langer dan een maand last hebben van onbegrepen moeheid
30
Hoe steekt de vicieuze cirkel in elkaar?
klacht--> cognitie --> emotie --> gedrag (overt en covert) --> (tussenliggende somatiek-->) klacht (nb ook relatie tussen emotie en klacht via tussenliggende somatiek die niet via gedrag werkt
31
Waarvoor dient de enkel-armindex?
vaststellen perifeer arterieel vaatlijden
32
Wat valt er te zeggen over de prognose van testiscarcinoom>
relatief goed
33
Wat valt er te zeggen over het antibiotische behandelen van een bacteriële conjunctivitis?
Met antibiotica kunnen de klachten ten opzichte van afwachten met 2 dagen worden bekort
34
Wat is bij een virale conjunctivitis het meest zinvolle beleid?
niets doen