VP vragen deel 2 Flashcards

1
Q

Welke laboratoriumbevinding wijst op diverticilitis indien het klinisch beeld hier ook bij past?

A

verhoogd CRP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke belangrijke oorzaak van een mechanisch ileus kan bij veel patiënten een mogelijke oorzaak zijn?

A

adhesies (littekens) van eerdere operaties, zoals de appendectomie en cholecystectomie in de voorgeschiedenis van deze patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarbij past een positief teken van murphy?

A

cholecystitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is het teken van murphy positief

A

Als de pt pijn ervaart en stopt met inademen als die hiertoe wordt geinstrueerd terwijl de arts rechts onder de ribbenboog drukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn typische symptomen van een gastro-intestinale bloeding?

A

bloed bij de ontlasting/bloed braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe onderscheidt de uitstraling van de pijn van niersteenkoliek zich van de uistraling bij AAA?

A

unilateraal vs bilateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de meestvoorkomende oorzaak van een pancreatitis?

A

galstenen (40%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem de drie contra-indicaties voor MRI’s

A

aneurysmaclips van voor 1990, meetaalsplinters in de oogkas. pacemaker/ici/cochleair implantaat/inwendige insulinepomp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom geen mri bij eerste trimester zwangerschap?

A

door het contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer voegen labtesten weinig toe aan de achterafkans?

A

Als de voorafkans uiterst laag of hoog is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de vierstapschecklist voor nieuwe testen/biomarkers

A
  1. Wat is het klinisch managementsprobleem en wat is de gewenste uitkomst?
  2. Is er een bestaande oplossing?
  3. Zou de marker/test bijdragen aan de oplossing?
  4. Is de biomarker bruikbaar in de praktijk?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef de definitie van een medische test

A

Een medische test is een procedure waarbij gebruik wordt gemaakt van een assay in het kader van een
bepaalde ziekte, in een bepaalde populatie voor een bepaald doel, gevolgd door
actie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is d-dimeer eigenlijk?

A

Een afbraakproduct van fibrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij hoeveel punten bij de Wells score wordt een longembolie als waarschijnlijk gezien?

A

> 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 5 stappen doorloopt een biomarker in de test evaluation cycle om een medische test te worden?

A
  1. analytische performance
  2. klinische performance
  3. klinische effectiviteit
  4. kosteneffectiviteit
  5. impact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel Pca-positieve mannen moeten behandeld worden om 1 leven te redden?

A

48

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoeveel % van de medische testen zijn overbodig?

A

20-50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bij welke aandoenningen is er een verhoogd risico op ernstige vit d deficiëntie?

A
  • ernstige osteoporose
  • chronisch nierfalen
  • ernstige malabsorptie
  • chronisch leverfalen
  • sommige infecties (waaronder TB)
18
Q

Welke vormen van m-diagnostiek worden wanneer ingezet bij verdenking van multipel myeloom?

A

bij uitsluiten en onwaarschijnlijk –> eiwitelectroforese
bij hoge voorafkans –> pentascreen, gevolgd door immuunfixatie indien afwijkend

19
Q

Wat laat alle geluidsgolven door en kleurt daardoor zwart op een echo?

20
Q

Hoe wordt zwart op echo genoemd

A

anechogeen

21
Q

Hoe verandert de frequentie van echogeluid door stroming van bloed?

A

Hoger door bloed dat richting transducer stroomt, lager door bloed dat er vanaf stroomt.

22
Q

waarmee kan het meest veilig hydrocefalus worden aangetoond bij neonaten

23
Q

Waarom gebruikt men geen contrast bij een CT waarmee men nierstenen wil aantonen?

A

omdat dan zowel de steen als het bloed aankleurt en daardoor de steen niet goed zichtbaar is

24
Q

Hoe wordt jodiumhoudend contrast toegediend? En bariumhoudend?

A

jodiumhoudend: intraveneus
bariumhoudend: oraal of rectaal

25
Q

Geef een voorbeeld van een paramagnetische stof en benoem waarvoor dit gebruikt kan worden

A

gadolinium. Bij contrast voor MRI

26
Q

Hoe ontwikkelt het borstklierweefsel zich gedurende het leven?

A

Ontw in pubertas en nadien constant tot menopause waarna geleidelijke afname

27
Q

Waar is de hoeveelheid vetweefsel in de borst van afhankelijk

A

lichaamsgewicht

28
Q

waarom is het bij een jongere vrouw lastiger vast te stellen of er sprake is van een tumor obv een mammogram

A

omdat zowel tumoren als klierweefsel wit aan kleuren (daarom onder 30 jr vaker voor echo gekozen)

29
Q

waarom wacht men bij knobbels in de borsten bij premenopausale vrouwen vaak eerst een paar weken alvorens verder onderzoek wordt gedaan

A

zijn vaak cyclusafhankelijk en dan in een ander deel van de cyclus niet meer voelbaar

30
Q

Beschrijf in 1 zin coxitis fugax

A

goedaardige ontsteking van het heyugewricht bij kinderen die binnen 1-2 weken spontaan over gaat

31
Q

Wat is er mis bij de ziekte van perthes

A

verstoorde bloedvoorziening naar heupkop waardoor avasculaire necrose

32
Q

wat ziet men bij een echo van de heup bij coxitis fugax?

A

vocht in het heupgewricht

33
Q

Wat is het voordeel van directe contact tussen echografist en patiënt?

A

onderzoeken kan beter afbeelden doordat pt kan aangeven waar die pijn voelt

34
Q

Waarbij past devolgende bevinding: Gezwollen rechter testis met
vrijwel afwezig color Doppler signaal

A

torsio testis

35
Q

Voor welk orgaan is CT bijzonder geschikt?

36
Q

van welke stralingsoort maakt CT gebruik

37
Q

Naar welke beeldvormingstechnieken gaat bij kinderen de voorkeur uit?

A

echo of mri

38
Q

wat zijn de nadelen van MRI?

A
  • duurt lang
  • duur
  • minder beschikbaar dan CT
39
Q

Waarbij past dit(MRI): Er is
wandverdikking van het terminale ileum, welke aankleurt (op de T1 sequentie na
toediening van gadolinum) en diffusie restrictie vertoont;

A

m. chron presenterend als terminale ileitis

40
Q

Beschrijf het verschil tussen deterministische effecten en stochastische effecten van straling

A

deterministisch: kortetermijneffect dat optreedt boven een bepaalde drempeldosis
stochastisch: langetermijneffect dat optreedt door een hoge cumulatieve dosis

41
Q

Aan hoeveel straling mag een baby gedurende de zwangerschap blootgesteld worden?

42
Q

Benoem vier draagbare middelen voor stralingswerkers

A

loodbril, schildklierbeschermer, loodschort, persoondosismeter, gelaatscherm, loodmuts, loodhandschoenen