VOW's en CGO's Week 4 Flashcards
begrip hematopoiese
nieuwvorming van bloedcellen
kenmerk, aankleuring en kleur van methyleen blauw
basische kleurstof, zure componenten (niet nucleïne zuren), blauw
kenmerk, aankleuring en kleur van eosiene
zure kleurstof, basische componenten (niet eiwitten), oranje/bruin
kenmerk, aankleuring en kleur van azuren
basische kleurstof, zure componenten (niet granules), rood/paars
verklaring acidofiele kleuring van erytrocyten
Erytrocyten bevatten veel hemoglobine, een relatief basisch eiwit > acidofiel.
verklaring basofiele keluring van cytoplasma van plasmacellen
Plasmacellen produceren veel immunoglobulines, eveneens eiwit. Ze houden dit niet in hun cytoplasma, maar scheiden het in grote hoeveelheden uit. Het cytoplasma bevat dus veel zuur mRNA dat codeert voor immunoglobuline en relatief weinig basisch eiwit > basofiel.
Op welke locaties (binnen of buiten de bloedbaan) bevinden zich de verschillende typen bloedcellen? Hoe verklaar je deze lokalisatie?
Erytrocyten en trombocyten bevinden zich normaliter alleen binnen de bloedbaan (zo niet, dan is er sprake van een bloeding), of in het beenmerg als ze nog in rijping zijn. Leukocyten treden ook onder normale omstandigheden uit de bloedbaan in de weefsels. Met name bindweefsel bevat aanzienlijke populaties leukocyten.
Beredeneer waarom erytrocyten beter functioneren zonder kern.
De diameter van capillairen is niet of nauwelijks groter dan de diameter van een ery. Deze moet dus vervormbaar zijn. Dat lukt beter zonder kern.
Hoe zien erytrocyten eruit als het plasma een te hoge osmotische druk heeft en hoe als de osmotische druk te laag is?
Bij te hoge osmotische druk zijn erytrocyten kleiner (microcyten), bij te lage juist groter (macrocyten).
stappen stollingsproces
- primaire hemostatische plug: aggregatue v trombocyten
- secundaire hemostatische plug: aggregerende trombocyten stimuleren verdere aggregatie en fibrinevorming
- stimulatie van stollingscascade
- omzetting v pro-trombine in trombine
- omzetting van fibrinogeen in fibrine (vezels)
plek rijping van T-lymfocyten
in thymus
3 kenmerken waarin stamcellen verschilllen van voorlopercellen
- Alleen stamcellen zijn pluripotent
- stamcellen hebben het vermogen tot zelfvernieuwing.
- Bovendien hebben stamcellen een zeer lage proliferatieve activiteit, i.t.t. voorlopercellen.
kerntaken jeugdgezondheidszorg
- bieden van opvoedondersteuning,
- monitoren van de ontwikkeling van kinderen,
- verlenen van basis medische zorg en
- uitvoering van het Rijks vaccinatie programma.
activiteiten ter ondersteuning kerntaken jeugdgezondheidszorg
- basiscontactmomenten voor iedereen
- extra contactmomenten zo nodig
- inloopspreekuren
- deelname ondersteuningsteams
- voorlichtingsbijeenkomsten
- afstemming zorg/casuïstiekbespreking
- samenwerking ketenpartners
betrokken medewerkers CJG Rijnmond
- jeugdarts
- jeugdverpleegkundige
- (dokters) assistente
- (ortho)pedagoog
- peuterconsulent(e)
- ondersteunende diensten
voorbeelden signalering en ondersteuning JGZ
- groeiafwijkingen
- hartafwijkingen
- zintuigelijke afwijkingen
- afwijkingen aan bewegingsapparaat
- adviezen omtrent verzorging
- aanbieden opvoedondersteuning
- seksualiteit
- kindermishandeling
- ontwikkelingsachterstand
- begeleiding bij schoolziekteverzuim
- begeleiding psychosociale problemen
functie erytrocyten
transport van zuurstof
functie leucocyten
afweer
functie trombocyten
bloedstolling
functie plasma
transport, water- en zouthuishouding, stolling en afweer
bouwstenen hemoglobine
4 eiwitketens: 2 a- ketens, 2 B-ketens, elke heemgroep bevat een bindplaats voor zuurstof
begrip anemie
het hemoglobinegehalte in het bloed (Hb) onder de ondergrens van de referentiewaarde ligt
7,5 - 9,5 mmol/l voor vrouwen
8,6 - 10,5 mmol/l voor mannen
kenmerken anemie specifiek oudere kinderen/volwassenen
hartkloppingen
duizeligheid
concentratiestoornissen
dyspnoe
hoofdpijn
kenmerken anemie specifiek pasgeborenen
lethargie
trage groei
slecht drinken
verminderde ontwikkeling