VOW's en CGO's Week 1 Flashcards
begrip ontwikkelingsduur
De leeftijd van het embryo is in principe de tijd na de bevruchting.
begrip zwangerschapsduur
In de kliniek wordt echter geteld vanaf de eerste dag na het begin van de laatste menstruatie, omdat dit tijdstip makkelijker te bepalen is.
hoelang is een gemiddelde zwangerschap en ontwikkelingsduur van een bevruchtte eicel
de zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken, terwijl de ontwikkelingsduur van bevruchte eicel tot baby 38 weken is
welke structuren zijn nog niet af aan het begin van de foetale periode
- Gespecialiseerde structuren in organen zoals longblaasjes, galwegen in de lever, haren en zweetklieren in de huid moeten nog aangelegd worden
- Delen van de hersenen zoals de grote (hersenschors) en de kleine hersenen (cerebellum) moeten nog grotendeels ontwikkelen.
- De ontwikkeling van inwendige en uitwendige geslachtsorganen moet nog voor een groot deel plaatsvinden.
begrip embryonale bouwplan
een stadium waarin alle organen en lichaamsdelen in meer of mindere mate zijn aangelegd en op de goede plek liggen
noem kenmerken dat een embryo heeft in stadium 13/14
In dit stadium heeft het embryo een primitief hart- en vaatstelsel dat lijkt op dat van een vis, primitieve kieuwen (kieuwbogen), primitieve nieren (mesonefros), een primitief zenuwstelsel (neurale buis), een primitief skelet (notochord) en een primitief darmstelsel. Daarnaast bestaat het embryo uit duidelijk herkenbare segmentale klompjes cellen, de somieten, waaruit wervelkolom, skelet spieren, en onderhuids weefsel ontstaan.
wat houdt de 2-lagige schijf in aan het einde van de tweede week en waar grenzen ze aan?
- de epiblast, grenzend aan de amnionholte
- de hypoblast, grenzend aan de dooierzak.
wat houdt de 3-lagige embryo in aan het einde van week 3, noem voorbeelden waarin het ontwikkeld?
- ectoderm: epidermis, hersenen (?)
- mesoderm: bindweefsel longen, skeletspier, nieren
- endoderm: epitheel darmen, epitheel longen
in welke richting wordt het mesoderm aangelegd
van craniaal naar caudaal
wat wordt er gevormd uit het intermediare mesoderm, en uit (het lateraal van de somieten) het intermediare mesoderm?
in eerste instantie: het primitief nierstelsel (mesonefros)
lateraal: weefsel van urogenitaal stelsel (nieren, geslachtsklieren, afvoergangen
begrip neuralatie
vorming van neurale plaat en vervolgens buis
waaruit ontstaat het perifere zenuwstelsel
uit de neurale lijst: de overgang van neurale plaat/buis met het ectoderm (tijdelijke structuur)
berip craniorachischisis
een groot deel of de hele neurale buis niet sluit.
begrip anencephaly
het gevolg van het niet sluiten van de neurale buis bij de hersenen. De ontwikkeling van het schedeldak is vervolgens verstoord.
begrip spina bifida
hierbij is bij een deel van het ruggenmerg, de neurale buis niet goed gesloten of ontwikkeld met als gevolg een verstoorde ontwikkeling van bovenliggende wervelbogen.
Hoe heet het embryo van 80h tot de eerste 5-6 dagen? (4 namen)
80h - morula
3 dagen - late morula
4-5 dagen - blastocyst
5-6 dagen - late blastocyst
wat gebeurt er bij de vorming van de primitiefstreek? hoe wordt dit proces genoemd?
in de primitiefstreek kruipen epiblastcellen naar een laag eronder. hierdoor ontstaat de 3e laag: mesoderm. dit proces heet gastrulatie
geef het gedeelte van een embryo dat 2-lagig blijft
buccofaryngaela membraan en cloacale membraan
waar verandert bij differentiatie ectoderm, hoe heet dit proces en wat vormt het in een feutus?
een deel van de epiblast verandert in neurale plaat, dit transformeert weer in een neurale buis
dit wordt neurulatie genoemd
leidt tot vorming van centraal zenuwstelsel
in welk deel van een embryo vindt neurulatie en gastrulatie in week 3/4 plaats?
gelijktijdig, maar neurulatie vooral craniaal en gastrulatie vooral caudaal
van welke vorm van transformatie is gastrulatie een voorbeeld van
epitheel-mesenchym transformatie
begrip krommingsproces
embryo wordt cilindervormig met een borst en buikholte en primitief darmstelsel
geef voorbeelden van de organogenese in de week 5/6/7/8
5: lens, begin handvorming, reukplakode
6: romp wordt rechter, primitieve oorschelp
7: ellebogen, neus, tepels
8: aangezicht, oren, vingers, tenen, 4-kamer hart
wanneer vinden de meest grove aangeboren afwijkingen plaats
3-8 weken na conceptie; tijdens aanleg van de bouwplan en de organegenese; gevoeligheid verschilt per orgaan
waaruit bestaat het CZS
de hersenen en ruggenmerg
waaruit bestaat het PZS
de spinale zenuwen, craniale zenuwen, zenuwknopen (ganglia) en zenuwstelsel vd darmen
begrip afferente en efferente axonen
afferent: aanvoerende axonenmet sensorische informatie naar het CZS = input.
efferent: (afvoerend) axonen met informatie van het CZS naar spieren en klieren = output.
noem verschillen tussen CZS en PZS
1) Embryonale oorsprong: het CZS ontstaat uit de neurale buis, terwijl het PZS uit de neurale lijst (neural
crest) ontstaat
2) Myeline producerende cellen: De myeline schede vormt de isolerende laag rond axonen. In het CZS wordt de myeline gevormd door oligodendrocyten, in het PZS door Schwann cellen.
3) Bloed-hersenbarrière: In het CZS is er sprake van een bloedhersenbarrière.
noem 3 verschillen tussen een schwann cel en een oligodendrocyte
1- Een Schwann cel vormt een myeline schede rond slechts één axon; een oligodendrocyte
vormt myeline rond meerdere axonen
2- In perifere zenuwen (met Schwann cellen) kunnen axonen bij schade weer uitgroeien. Oligodendrocyten,
daarentegen, remmen axonale uitgroei. Dus bij schade aan centrale axonen, zoals bijvoorbeeld bij een
dwarslaesie, vindt geen/minimale uitgroei van beschadigde axonen plaats.
3 - Perifere en centrale myeline gevoelig voor verschillende ziektes. Bijvoorbeeld, bij een ziekte als multiple
sclerose wordt alleen de myeline in het CZS aangetast.
juist/onjuist: gliacellen en neuronen kunnen zich delen
onjuist: gliacellen wel, neuronen niet
noem de 3 belangrijkste soorten gliacellen en hun functie
- Astrocyten: deze cellen ondersteunen de neuronen; ze helpen onder andere met energie en
neurotransmitter huishouding - Oligodendrocyten: dit zijn de myeline-producerende cellen in het CZS
- Microglia cellen: Dit zijn gespecialiseerde macrofaag-achtige cellen die beschadigde (delen van) cellen
opruimen, en beschermen bij infecties.
noem de onderdelen van een neuron
cel soma: een celllichaam (body)
axon: een lange uitloper
dendrieten/dendrietbomen: andere kant, één of meerdere uitlopers