vocabulario 4. Ciudad universitaria Flashcards

1
Q

de les eindigt om 8uur

A

la classe termina a las ochos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stadshuis =

A

el ayuntamiento

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een dorpje

A

un pueblo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het is dichtbij….

A

está cerca de….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het is naast..

A

está al lado de …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de winter

A

el invierno

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de lente

A

la primavera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de zomer

A

el verano

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de herfst

A

el otoño

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zacht (weer)

A

suave

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

licht

A

luz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zich bewegen

A

moverse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bovendien

A

ádemas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aankomen (bv luchthaven)

A

llegar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gebouw

A

el edificio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerkend

A

emblemáticos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

natuurlijk

A

por supuesto, claro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

heel dichtbij

A

muy cerca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

breed, groot aanbod

A

amplia oferta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

er is

A

hay

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

een voorstelling

A

espectaculos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

opties

A

opciones

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

vrije tijd

A

tiempo libre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

uitgaan

A

salir por la noche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
iets drinken
tomar algo
26
minnaar, liefhebber (sport)
amanta
27
amandelmelk
la horchata
28
bergen
la montaña
29
dichtbij de zee
cerca del mar
30
wit zand
arena blanca
31
vertrekken
salir
32
proberen
probar
33
vrijetijdsbesteding
el ocio
34
het weer/ de tijd
tiempo
35
de regen
la lluvia
36
de wolken
las nubes
37
basketbal
la baloncesto
38
blaadje
oja
39
goed verbonden zijn
estar conectado
40
de laatste
la ultimo
41
fantastisch
maravilloso
42
januari
enero
43
februari
febrero
44
maart
marzo
45
april
abril
46
mei
mayo
47
juni
junio
48
juli
julio
49
augustus
agosto
50
september
septiembre
51
oktober
octubre
52
november
noviembre
53
december
diciembre
54
mijn verjaardag is op 3 januari
mi compleaños es el tres de enero
55
de kerk staat in het centrum
la iglesia esta en centre
56
kennen , ik ken
conoczo
57
bijwonen
assistir
58
geloven
creer
59
vul aan
completa
60
vergelijk
compara
61
de burger
el ciudadano/ la ciudadana
62
de gemiddelde temperatuur
la temperatura media
63
officieel
oficial
64
de kilometer
el kilómetro
65
het fietspad
el carril bici
66
de fiets
la bici(cleta)
67
de reden
la razon
68
groen
verde
69
het gemiddelde
la media
70
het zonuur
la hora de sol
71
de zonnige dag
el día de luz
72
per jaar
al año
73
het verkeer
el tráfico
74
een goed systeem
un buen sistema
75
het openbaar vervoer
el transporte público
76
de trein
el tren
77
bijvoorbeeld
por ejemplo
78
als
si
79
de markt
el mercado
80
een symbool bij uitstek
todo un símbolo
81
voor elk wat wils
de todo tipo
82
de uitgaansgelegenheid
el local
83
sporten
practicar deporte
84
in de openlucht
al aire libre
85
proeven
probar
86
mediteraans
mediterráneo/-a
87
buitengewoon
excepcional
88
de zee
el mar
89
het zand
la arena
90
het natuurgebied
la zona natural
91
het gebied
la zona
92
zoals
como
93
het natuurpark
el parque natural
94
het meer
el lago
95
zeggen
decir
96
de tuin
el jardín
97
wandelen
pasear
98
kruis aan
marca
99
voor jou
para ti
100
nog een keer
otra vez
101
de tabel
la tabla
102
enkele, een paar
alguno/-a
103
verschillende, verscheidene
varios/-as
104
aantrekkelijk
atractivo/-a
105
luister naar
eschucha a
106
in welke volgorde?
¿En qué orden?
107
aanbevelingen doen
dar recomendaciones
108
er even helemaal uit zijn
desconectar
109
de kolom
la columna
110
controleren
comprobar
111
de kroeg, het café
el bar de copas
112
de wijk
el barrio
113
de stierenvechtersarena
la plaza del torros
114
een beslissing nemen
tomar una decisión
115
bij uitstek
por excelencia
116
de huur
el alquiler
117
de kamer
la habitación
118
zoveel als
tanto como
119
de winkel, de zaak
el comercio
120
het is er levendig
hay vida social
121
ver weg (van), verwijderd van
lejos (de)
122
de tram
el tranvía
123
de bus
el autobús
124
het is waar
es verdad
125
de waarheid
la verdad
126
de beroemdste gebouwen
los edificios más famosos
127
de kledingzaak
la tiende de ropa
128
vernieuwend
innovador
129
het noorden
el norte
130
authentiek, oorspronkelijk
auténtico/-a
131
daarentegen
a cambio
132
goedkoper dan
más barato que
133
de rust
la tranquilidad
134
leg uit
explica
135
de lijst
la lista
136
de taak
la tarea
137
bijpassend
correspondiente
138
een rekening openen
abrir una cuenta
139
de yogales
la clase de yoga
140
zich laten inschrijven
empadronarse
141
het ov abbonnement
el bono de transporte
142
ophalen
recoger
143
versturen
enviar
144
de afspraak bij de huisarts
la cita para el médico
145
de arts
el /la médico/-a
146
de bank
el banco
147
de sportschool
el gimnasio
148
het postkantoor
Correos
149
de korting
el descuento
150
daarom
por eso
151
toewijzen
asignar
152
de hele dag
todo el día
153
hetzelfde
igual
154
boodschappen doen
hacer la compra
155
een film kijken
ver una película
156
komen
venir
157
de vormen van vervoer
la forma de llegar
158
duurzaam
sostenible
159
te voet, lopend
a pie
160
het spitsuur
la hora punta
161
gezond, goed voor de gezondheid
saludable
162
het traject
el trayecto
163
stil, geluidlood
silencioso/-a
164
schoon
limpio/-a
165
het vervoermiddel
el medio de transporte
166
gaan
ir
167
de afstand
la distancia
168
de bus nemen
tomar el autobús
169
carpoolen
compartir viaje
170
de website
la página web
171
de definitie, de omschrijving
la definición
172
vervuilen
contaminar
173
veroorzaken, maken; lawaai
causar
174
het lawaai
el ruido
175
daarna
luego
176
tenslotte
al final
177
uitstappen bij
bajar en
178
de halte
la parada
179
het station
la estación
180
moeten
tener
181
overstappen naarr
cambiar a
182
vind, herken
identifica
183
de plattegrond
el plano
184
de etage, de verdieping
la planta
185
de begane grond
la planta baja
186
de aula, de vergaderzaal
el salón de actos
187
het bureau ...
la oficina de....
188
de ingang
la entrada
189
de eerste verdieping
la primera planta
190
de studiezaal
la sala de estudios
191
het kopieerapparaat
la fotocopiadora
192
de toiletten
los servicios
193
de trap
la escalera
194
de lift
el ascensor
195
de wifihotspot
la zona wifi
196
zeg
di
197
aan de rechterkant (van)
a la derecha (de)
198
tegenover
enfrente de
199
vierde
cuarto/-a
200
bekijk aandachtig
fíjate en
201
de uitdrukking
la expresión
202
vetgedrukt
en negrita
203
aan de linkerkant (van)
a la izquierda (de)
204
achter
detrás de
205
voor
delante de
206
naast
al lado de
207
hoe kan ik naar ..... gaan?
¿Para ir a....?
208
alstublieft
por favor
209
pardon
perdona
210
verontschuldigen
perdonar
211
luister
oye.
212
horen
oír
213
afslaan
girar
214
oversteken
cruzar
215
de binnenplaats
el patio
216
naar boven gaan
subir (a)
217
verdergaan
seguir
218
tot
hasta
219
het einde
el final
220
naar beneden gaan
bajar
221
laten zien, tonen
mostrar
222
wanneer?
¿cuándo?
223
les hebben
tener classes
224
telefoneren
hablar por teléfono
225
maak
haz
226
vragen stellen
hacer preguntas
227
de locatie
la localización
228
de regel
la norma
229
de gewoonte
de costumbre
230
de woestijn
el desierto
231
het regent
llueve
232
de oude binnenstad
el centro histórico
233
het werelderfgoed
el Patrimonio de la Humanidad
234
de kust
la costa
235
de/ het meest gebruikte
el más usado/ la más usada
236
dagelijks
diario/-a
237
grootste
principal
238
het fietspad
la ciclovía
239
momenteeel, tegenwoordig
actualmente
240
het voordeel
la ventaja
241
bevorderen
promocionar
242
de laan, de boulevard
la avenida
243
elke zondag
todos los domingos
244
de fietser
la ciclista
245
het idee hierachter is
la idea es
246
wandelen
caminar