Unidad 1 (con gusto) Bienvenidos Flashcards
Welkom
Bienvenidos
Hallo
Hola
Goedendag
Buenos días
de dag
el día
luister
escuche (escuchar)
ik heet ..
me llamo .. (llamarse)
hoe heet u?
¿Comó se llama usted?
Goedemiddag, goedenavond
Buenas tardes
de namiddag, de vooravond
la tarde
en jij
y tú
hoe heet jij?
¿Comó te llamas?
ik ben..
soy (ser)
Tot ziens
Adiós
tot straks
Hasta luego
een ketting
una cadena
goedenavond, goedenacht
Buenas noches
de avond, de nacht
la noche
Tot snel
Hasta pronto
de getallen
los números
(hij-zij-het) is
es (ser)
het hoofdstuk
la unidad
zij zijn
son (ser)
het laatste hoofdstuk
la última unidad
Argentinië
Argentina
de reis naar het Spaans
el viaja al español
het Spaans
el español
de wijn
el vino
de cacao
el cacao
het feest
la fiesta
de ham
el jamón
de tapas
las tapas
de gitaar
la guitarra
het strand
la playa
de muziek
la música
de salsa
la salsa
de paella
la paella
de sangria
la sangría
de tomaat
el tomate
de spaanse woorden
las palabras españolas
het woord
la palabra
de persoon
la persona
beroemd
famoso/-a
hoe heten deze personen?
¿Comó se llaman las personas?
de (voor)naam
el nombre
de achternaam
el apellido
mijn spaanse identiteit
Mi identidad española
Hoe spreek je dat uit?
¿Comó se pronuncia?
uitspreken
pronunciar
deze namen
estos nombres
lezen
leer
dan, daarna
luego
aanvullen
completar
de regels
las reglas
la pronunciación
de uitspraak
hoe worden … uitgesproken?
¿Comó se pronuncian?
de informatie
la información
de universiteit
la universidad
het theater
el teatro
de kiosk
el quisco
het concert
el concierto
het hotel
el hotel
de chocolade
el chocolate
de tongbreker
el trabalenguas
waarvoor leer je spaans?
¿Para qué estudias español?
leren, studeren
estudiar
aankruisen
marcar
de reden
el motivo
om te reizen
para viajar
naar .
a .
Latijns-Amerika
latinoamérica
werken
trabajar
Spanje
España
kopen
comprar
een perceel, een huis op het platteland
una finca
in een hotel
en un hotel
bezoeken
visitar
doorbrengen
pasar
praten, spreken
hablar
met de familie
con la familia
van
de