voc literatuur Flashcards
1
Q
Tumult
A
opwinding,
oproer,
verwarring
2
Q
Repertoire
A
een lijst met werken/boeken/liedjes
3
Q
Epos
A
heldenverhaal
4
Q
Gelardeerd (larderen)
A
zaken toevoegen om het aangenamer of spannender te maken
5
Q
Declamatie
A
voordracht,
voorstelling
6
Q
Gewiekst
A
sluw
7
Q
Patrimonium
A
cultureel erfgoed
8
Q
Broodheer
A
baas/ de werkgever
9
Q
Pionier
A
iemand die de basis van iets legt,
grondlegger
10
Q
Apocalyptisch
A
iets dat op het einde van de wereld lijkt
11
Q
Implicatie
A
gevolg
12
Q
Vermetel (vermetelheid)
A
dapperheid
13
Q
Fixeren
A
ergens op focussen
14
Q
Reciteren
A
opzeggen van een tekst
15
Q
Exeptioneel
A
uitzonderlijk
16
Q
Uitkienen
A
uitzoeken
17
Q
Opsmukken
A
mooier maken
18
Q
Arsenaal
A
collectie
19
Q
Onderhevig aan
A
beïnvloed door
20
Q
Zwichten voor
A
uiteindelijk toegeven
21
Q
Etnoloog
A
iemand die volkeren bestudeerd
22
Q
Vergetelheid
A
dat wat vergeten wordt
23
Q
Vluchtig
A
iets wat snel voorbij gaat/ verdwijnt
24
Q
A
