latijn recht Flashcards
Ius civile
Voor Romeinse burgers + degene met jurisdictie
(familierecht,erfrecht, goederenrecht)
Ius gentium
Voor vreemdelingen
Ius naturale
Voor alle mensen
Ius publicum
Burgers <-> overheid (bestuursrecht + strafrecht)
Ius privatum
Burgers <-> burgers (erfenisrecht + verbintenissenrecht)
Ius scriptum
Geschreven wetten
Ius non scriptum
gewoonterecht
Ius communne
Voor iedereen
Ius singulare
Voor uitzonderingen (militairen, personen of gevallen)
Leges regiae
Wetten van koningen
- niet opgeschreven maar mondeling
- Maximus C. Papirius opgeschreven
Mos maiorum
Gewoonterecht (ongeschreven)I
Ius sacrorum
Elk gens is onder bescherming van god
Ius hereditatis
Bij gebrek aan erfgenamen konden andere leden van het gens de erfenis aanvaarden
Ius curae legitimae
Konden voogdij over minderjarigen en curatela over krankzinnigen van hun gens uitoefenen
Ius decretorum
Elke gens kon zelf beslissingen nemen bij gebeurtenissen (vb. gens Fabia verbood celibaat)
Ius gentilica
Wetten die golden voor leden van de gens
Patronus
Iemand met het Romeins burgerrecht die een cliens (vrij persoon zonder burgerrecht) bescherming bood
Aediles curules
Verantwoordelijk voor orde, netheid + veiligheid op straat
Ze hadden rechtspraak in handgeschillen
Edicten aecilicia (hierdoor gebeurde procesvoering)
Sui iuris (ius privatum)
- Een burger van niemand afhankelijk
- Vrije beschikking over zijn persoon en goederen
- vb pater familias
Alieni iuris (ius privatium)
- Niet volledig eigen baas
- vb. kinderen in patria potestate + vrouwen in manu mariti
Ius honarium
Rechtspraak van praetor
Edictum praetorium
Regels enkel geldig tijdens regering praetor
Antestatio
- Getuigen nodig
1) Licitne antestare
2) voorbijganger instemmen
3) oor aanraken
Oratores
Verdedigden cliënten (advocaat) vb. Cicero
