nwe voortplanting functies Flashcards
Eierstok
Produceren van eicellen en de vrouwelijke hormonen
Eileidertrechter
Veegt de eicel in de eileider bij de eiersprong
Eileider
Stuwt de eicel in de eileider voort door middel van trilhaartjes.
De plaats waar de bevruchting gebeurt
Baarmoeder
Op de binnenwand ervan verdikt maandelijks het baarmoederslijmvlies en bij zwangerschap wordt dit de placenta
Ruimte waar de baby zich ontwikkelt
Baarmoederhals
Sluit de toegang tot de baarmoeder af door een taaie slijmprop
Ontsluit bij de bevalling
Vagina
Geslachtsgemeenschap
Beschermt lichaam tegen infecties (melkzuur)
Maagdenvlies laat menstruatiebloed door, scheurt bij eerste penetratie
Kliertjes van bartholin produceren vaginaal slaam
Maakt bij geboorte deel uit geboortekanaal
Balzak
Huidplooi die de teelbal draagt
Penis
Geslachtsgemeenschap
Zaadlozing of ejaculatie
Voert urine naar buiten
Teelbal
Produceert zaadcellen en mannelijk hormoon
Bijbal
Hier rijpen de zaadcellen uit en worden ze beweeglijk
Vormt een reservoir van zaadcellen
Zaadleider
Afvoerkanaal van de zaadcellen bij zaadlozing
Prostaat
Productie van melkachtig basisch spermavocht dat bij ejaculatie aan de zaadcellen wordt toegevoegd
Zaadblaasje
Productie van suikerrijk geel spermavocht als energiebron voor de zaadcellen bij ejaculatie
Kliertjes van Cowper
Productie van slijmerig voorvocht dat bij ejaculatie de urinebuis ontzuurt en smeert