les faux amis frans -> nederlands Flashcards
un exemple
een voorbeeld
une leçon
een les
un cours
een les(uur)
un exercice
een oefening
un texte
een tekst
une langue
een taal
un langage
een taalgebruik
un groupe
een groep
un mariage
een huwelijk,
trouw
(se) marier
huwen,
trouwen
exploser
ontploffen
résoudre
oplossen
attendre qqn/ qqchose
verwachten
les attentes (f)
verwachtingen
soutenir
steunen
supporter
verdragen
réussir
slagen
succéder à
opvolgen
une déception
een ontgoocheling
le futur/ l’avenir (m)
de toekomst
une montre
een horloge
une horloge
een (wand)klok
l’environnement (m)
het milieu
le milieu (social)
het (sociale) milieu
le milieu
het midden
l’huile (d’olive) (f)
de (olijf)olie
l’essence (f)
de benzine
bizarre,
étrange
vreemd
rare
zeldzaal
autrefois,
avant
vroeger
autrement
anders
utiliser/employer
gebruiken
user
verslijten
s’entraîner
trainen
traîner
rondhangen
se marier avec qqn
trouwen
marier
uithuwelijken