VO.2 - Cellulaire interacties in de immuunrespons Flashcards

1
Q

waar vindt de activatie van B- en T-cellen plaats?

A

Lymfeklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de structuur van een lymfeklier?

A
  1. outer cortex
  2. paracortex
  3. medulla
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er/zit er in de Outer cortex van de LK?

A
  • follikels: donkere en ronde structuur
  • kapsel
  • rand sinus
  • trabekel sinus: lopen vanuit de buitenste schors naar de medulla en vormen de tussenschotten in de LK waar de vloeistof snel langs kan stromen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebeurt er/zit er in de paracortex van de LK?

A

= binnenste schors

  • HEV: cellen zijn kubisch, hebben veel plasma en grote vierkante nuclei
  • vanuit hier komen “nieuwe” lymfocyten uit de bloedbaan de LK in
  • 95% van de lymfocyten komen binnen via de HEV
  • hier lopen ook de trabekel sinussen: meer platgedrukte kernen en de sinussen hebben geen duidelijke grens tov andere cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Via welke wegen komen de lymfocyten de LK in?

A
  • 95% via de HEV
  • de rest via afferente lymfevaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er/zit er in het merg van de LK?

A
  • mergsinussen = holtes zonder kapsels
  • merkstrengen = hebben een kapsel van BW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kunnen B-lymfocyten worden aangekleurd?

A

Anti-IgM kleuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je doet op een LK een kleuring met anti-IgM. Waar zal dit het meest sterk aankleuren en waarom?

A

in de outer cortex, omdat er veel B-cellen hier bevinden (follikels)

Maar ook in de paracortex: geactiveerde B-cellen die in de trabekelsinussen Itten en onderweg zijn naar de medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met B-cellen als de geactiveerd zijn in de follikels?

A

IgM gedifferentieerde gaan via de randsinus naar de medulla

Hier differentiëren ze tot plasmacellen

IgG gedifferentieerde: migratie naar het beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer differentiëren B-cellen ofwel naar IgM of naar IgG?

A

Na de follikelcentrum reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen de B-cellen die aankleuren met IgM in de cortex en die aankleuren in de medulla?

A

Cortex: kleurt het aan op het plasmamembraan omdat het hier nog B-cellen zijn die niet actief zijn

Medulla: kleurt aan in het cytoplasma omdat ze hier IgM produceren als plasmacel om het uit te scheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er als een APC bindt aan een B-cel?

A

IgM wordt van het plasmamembraan de cel in getrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar bevinden zich de T-cellen in de LK?

A
  • paracortex vooral
  • mergstrengen
  • merg sinussen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het aanvoerende en afvoerende lymfevat van een LK?

A

Aanvoerend = afferente

afvoerend = efferent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke weg moeten T-cellen afleggen in de LK als zij via het efferente lymfevat de LK willen verlaten?

A

Moeten door de medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar tegen zijn de antistoffen waarmee we macrofagen kunnen aantonen?

A

Enke tegen moleculen die zich op het oppervlak van de macrofaag bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

waar in de LK zitten de macrofagen?

A

Door de gehele LK
Meest bij afferente en efferente lymfevaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is de belangrijkste functie van de macrofagen?

A

Fagocyteren van
- MO
- dode cellen
- geïnfecteerde cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waar in de LK zijn de macrofagen van extra groot belang?

A

vooral bij de efferente lymfevaten
Alle restanten van de apoptose en fagocytose moeten hier worden opgeruimd voordat deze zich in het bloed kunnen mengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe noemen we de controle van de macrofagen?

A

Scavenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waar in de LK zitten de bloedvaten? Welke cellen zitten hier bij?

A

Overal in de LK
macrofagen zitten hier vaak langs

22
Q

Wat zijn de belangrijkste APC in de LK?

23
Q

Waar bevinden zich de meeste DCs in de LK?

A

In de paracortex

24
Q

Hoe worden de DCs in de paracortex van de LK. ook wel genoemd? Waarom?

A

interdigiterende cellen
Ze zien eruit als een waaier –> hij heeft allemaal uitlopers die lijken op vingers

25
Wat is de functie van de uitlopers op de DCs?
Ze vergroten het oppervlak van de cel waardoor ze veel Ag op het membraan kunnen presteren en het contactoppervlak met de B-cellen en T-cellen wordt vergroot
26
Hoe lang duurt het voordat een Ag de LK binnenkomt na binnendringen van het lichaam?
Vrije vorm: 30 minuten Celgebonden (HLA-2 van APC): 18-24h
27
Wat vormt de interne structuur van een LK?
Reticulair bindweefsel
28
wat is de functie van het reticulair BW?
- belangrijk bij transport van lymfe, Ag en cellen Door: vormen van conduits (leidingen) waardoor de lymfe vanuit de randsinus direct door kan stromen naar de paracortex zo kunnen bvb de T-cellen direct worden aangevoerd vanuit de lymfe Ze vormen een soort route waarlangs cellen naar het merg kunnen migreren
29
Wat zijn de belangrijkste verwerkers van Ag?
T-cellen
30
Wat is belangrijk bij het migreren van cellen door de LK?
Adhesie moleculen mn integrines
31
welke structuur. hebben de mergstrengen? wat bevatten zij veel wat zichtbaar gemaakt kan worden?
Ronde structuur Bevatten veel BW
32
Welk bijzonder type cel komt ook nog voor in de LK? Waar zijn ze aan verwant?
folliculaire dendritische cellen (FDCs) NIET: aan DCs Meer aan fibroblasten
33
Wat is de functie van de FDCs?
- structuur verzorgen in de follikels - opruimen van restanten - Ag binding en presenteren met hun Fc-receptoren en complement-receptoren
34
Hoe helpen de FDCs bij het klaar maken van B-cellen?
- Ag-antistof complex op de Fc-R OF C3 op complement receptor - op de uitlopers van de FDCs - B-cellen die SMH hebben ondergaan kunnen langs die uitlopers gaan om te kijken of ze een Ag herkennen - als dit zo is krijgen ze een signaal om te profileren en differentiëren naar plasmacel DUS: affiniteitsmaturatie
35
Wat gebeurt er als B-cellen geen Ag herkennen op de uitlopers van de FDCs?
Dan gaan ze in apoptose en worden ze opgeruimd Door Tangible body macrofagen
36
In welke gevallen is er stimulatie van de lymfocyten in de lymfeklier?
- microbiële infectie - als de LK een locatie draineert waar een immunogene tumor groeit
37
Wat is een voorbeeld van een tumor die een sterke immuun activatie kan veroorzaken?
melanoom
38
Welke soorten follikels zijn er in de LK en hoe herken je ze?
Primaire follikel: geen kiemcentrum Secundaire follikel: wel geen kiemcentrum --> lichte bollen
39
Wat gebeurt er in het kiemcentrum?
Differentiatie naar B-geheugencellen of blastaire plasmacellen
40
Waar gaan er relatief veel B-cellen dood?
in de follikel omdat ze dan niet het juiste Ag herkennen --> Ag maturatie
41
In de LK kan je een bepaald type cel sterk aankleuren met een kleurstof. Welke is dit? Waaraan herken je deze cellen?
Plasmacellen (in de strengen en sinussen) - Veel RNA aanwezig --> aankleuren - veel eiwitten aanwezig omdat veel antistof productie --> aankleuren - relatief veel cytoplasma - licht gebied vlak bij de kern = negatief Golgi beeld of Halo - perifeer gelegen kern
42
Wat is het lichte gebied dat in plasmacellen gezien kan worden?
negatief golgi Beeld = Halo
43
Hoe herken je een follikelcentrum in een LK?
- lichter gebied - eromheen een krans van donkerdere lymfocyten = de corona
44
Hoe herken je 'tingible body' macrofagen?
- groot - zeer licht gekleurde kern - veel cytoplasma - restanten van gefagocyteerde celresten
45
Hoe kan je de kinetiek beoordelen bij een bacteriële infectie? Wat zie je?
Door CFU = colony forming units --> dit afzetten tegen de tijd Driehoek vorm: Gaat eerst stijl omhoog (dag 1) Piek: dag 4 daarna weer stijl omlaag (dag 10 weer 0)
46
Een muis wordt intraperitoneaal geïnjecteerd met listeria monocytogenes. Dit leidt tot sepsis en infectie van doelwitorganen de over en de milt. De mesenteriale LK reageren (de B- en T-cellen) sterk. Wat is er te zien op dag 0 in de LK?
- geen grote respons op de CFUs - relatief weinig cellen - donkerpaarse vlek met daaromheen felroze
47
Een muis wordt intraperitoneaal geïnjecteerd met listeria monocytogenes. Dit leidt tot sepsis en infectie van doelwitorganen de over en de milt. De mesenteriale LK reageren (de B- en T-cellen) sterk. Wat is er te zien op dag 2 in de LK?
- T-cellen in grote hoeveelheden in de paracortex als reactie op de CFUs - T-cellen in de follikels omdat hier B-cellen te activeren!! - Veel zwarte puntjes (lymfocyten) - midden iets paarser en eromheen wat lichter
48
Een muis wordt intraperitoneaal geïnjecteerd met listeria monocytogenes. Dit leidt tot sepsis en infectie van doelwitorganen de over en de milt. De mesenteriale LK reageren (de B- en T-cellen) sterk. Wat is er te zien op dag 6 in de LK?
- CFU's zijn nog in relatief grote aantallen aanwezig - er worden Ig gemaakt in de mergstrengen --> kunnen worden aangekleurd - druk beeld met veel aankleuring en loopt een beetje in strengen richting het merg (Ig)
49
Een muis wordt intraperitoneaal geïnjecteerd met listeria monocytogenes. Dit leidt tot sepsis en infectie van doelwitorganen de over en de milt. De mesenteriale LK reageren (de B- en T-cellen) sterk. Wat is er te zien op dag 14 in de LK?
- immuunrespons is uitgedoofd - Geen T-cellen meer in de follikels - er zijn geen CFUs meer - er is een lichte plek zichtbaar
50
Hoe wordt de listeria monocytogenes aangevallen?
- intracellulaire bactérie waardoor hij ontsnapt aan de humorale afweer - hierdoor cellulaire afweer door cytotoxische T-cellen
51
wat zijn de vier fases van een primaire immuunrespons?
Dag 1: - enkele Ag specifieke T-cellen clusteren rond DCs in de paracortex - reductie van oppervlakte IgM in Ag specifieke folliculaire B-cellen Dag 2: - sterk verhoogd aantal Ag specifieke T-cel clusters rond DCs in de paracortex - interactie van Ag specifieke T- en B-cellen in de follikels Dag 3-4: - verhoogd aantal Ag specifieke T-cellen clusters rond DCs in de paracortex - verhoogd aantal Ag specifieke T-cellen in de follikels - verhoogd aantal Ag specifieke B-cellen in clusters in de follikels - migratie van geactiveerde B-cellen naar de medulla Dag 4-6: - Ig decreterende plasmacellen in de mergstrengen - outer cortex: vorming van de b-cel follikel centra
52
Vanaf welke dag vindt er Ig uitscheiding plaats en waar?
Vanaf dag 4-6 door plasmacellen in de mergstrengen