College 5 shock en septische shock Flashcards

1
Q

Wat zijn de twee manieren om glucose om te zetten in energie? Wat is voordelig voor deze opties?

A

glucose naar pyruvaat
1. omgezet in lactaat met daarbij 2ATP = anaeroob
Voordeel: heel snel dus als acuut energie nodig is
nadeel: erg inefficient want levert weinig ATP op

  1. omgezet via de citroenzuurcyclus waarbij 32ATP
    Voordeel: erg efficient want levert veel ATP op
    Nadeel: is langzamer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Betekent (een hoge) lactaat productie dat een patient in shock is? Wat zegt het?

A

Nee, als er veel pyruvaat aangeleverd wordt, wordt er ook ALTIJD lactaat gemaakt ongeacht de hoeveelheid O2

Geeft aan dat er iets niet helemaal goed gaat in de glucose metabolisme

Patienten die in shock zijn hebben wel altijd hoog lactaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is sepsis?

A

(verdenking op) een infectie + SIRS = systemic inflammatory respons

nieuwste:
levensbedreigende aandoening die ontstaat wanneer de reactie van het lichaam op een infectie de eigen weefsels en organen beschadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is SIRS?

A

= systemic inflammatory respons

het is een systemische reactie op een ontsteking
–> is erg aspecifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is er sprake van SIRS?

A

Als er sprake is van ≥ 2
- temperatuur > 38 of < 36 graden
- HF > 90/min
- Ademfrequentie > 20/min of mechanische ventilatie
- Leukocyten > 12 of < 4
- > 10% immature leukocyten (immature banden) –> linksverschuiving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is er sprake van severe sepsis?

A

= een infectie met een immuunrespons die leidt tot orgaanfalen

Sepsis + falen van minimaal 1 orgaan
- respiratoire insufficiëntie
- nierfalen
- coagulatie stoornissen
- CZS
- metabole acidose
- cardiovasculair: HF en tensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer spreken we van septische shock? Wat is de definitie?

A

= severe sepsis met hypotensie ondanks adequate vocht toediening waarbij vasopressines nodig zijn om de tensie op MAP > 65 mm Hg te houden met daarbij een lactaat van > 2 mmol/L

= als gevolg van een sepsis, waarbij een zeer lage bloeddruk en metabole en cellulaire afwijkingen worden geassocieerd met een hogere mortaliteit dan alleen sepsis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarbij kan een SIRS optreden?

A
  • infectie
  • brandwonden
  • trauma
  • pancreatitis –> hier eigenlijk altijd
  • chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarbij treedt altijd een SIRS reactie op?

A

Pancreatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke orgaan systeem is per definitie aangedaan bij een (septische) shock?

A

Cardiovasculaire systeem omdat het altijd samengaat met een (ernstige) hypotensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke organen zijn het meest vaak aangedaan bij severe sepsis en septische shock?

A

Severe sepsis:
- 90% luchtwegen
- 72% circulatie
- 53% nieren

Septische shock:
- 100% cardiovasculaire systeem
- 100% metabole systeem
- 92% luchtwegen
- < 70% voor andere orgaansystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de waarde van een positieve bloedkweek? Wat speelt hierbij een rol?

A
  • Maar 25-30% van de sepsis patienten heeft dit
  • als wel: dan heeft diegene niet per se een sepsis

de virulentie van het pathogeen maakt hierbij ook uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvoor staat SOFA en waarvoor wordt het gebruikt?

A

Sequential organ faillure asssment

Voor: mate van orgaanfalen in te schatten –> is gerelateerd aan de kans op overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt naar gekeken bij de SOFA score? Wat kunnen we met de score?

A

Respiratoir
- PaO2/FiO2 ratio

coagulatie
- trombocyten aantal

lever
- bilirubine hoogte

Cardiovasculair
- MAP
- of dopamine/dobutamine/
noradrenaline noodzaak

CZS
- Glasgow coma scale score ook wel EMV

Renaal
- creatinine
- urine productie

Bij elk onderdeel van 0-4 punten behalen
Max: 28

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor conclusie kunnen we trekken uit de SOFA score?

A

Als > 2 toename tov baseline = acuut verslechterde patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bereken je de druk voor veneuze return?

A

Pvr = verschil perifere druk en CVD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn bijwerkingen van overvulling door het toedienen van te veel vocht?

A
  • pulmonaal oedeem
  • cerebraal oedeem met deler en verminderde cognitie
  • verhoogde druk in de v. relais met renaal interstitieel oedeem
  • weefseloedeem met wondinfecties en verhoogde lymfatische drainage
  • darmoedeem met malabsorptie en ileus
  • hepatische obstructie: verminderde functie en cholestase
  • myocard oedeem: verminderde contractiliteit en diastolische functie
18
Q

Wanneer heeft vocht geven geen zin?

A

Wanneer de microcirculatie voldoende perfusie heeft

19
Q

Wat is een alternatief voor het geven van vocht?

A

Noradrenaline voor vasoconstrictie –> compliance van de vaten vermindert –> cardiac output neemt toe –> globaal eind diastolisch volume neemt toe omdat het hart meer gevuld is

Enorm voordeel in mortaliteit bij vroegtijdig starten hiervan

20
Q

Waarvoor moet je geen vocht toedienen? Waarvoor wel?

A
  • om aan de 30 ml/kg te komen
  • verhogen van de MAP
  • niet om de CVD te alten stijgen voor ≥ 8 mm Hg

WEL:
Voor het verhogen van de mean systolic filling pressure (perifere weefseldruk) ,ZONDER een (zelfde verhoging in de CVD,
Om de cardiac output te verhogen –> moet leiden tot betere weefselperfusie

21
Q

Waarom is het goed om de CVD laag te houden? Wat gebeurt er als je vocht toedient waarbij de CVD ook toeneemt?

A

Vasodilatatie is goed voor de weefsels –> als de pre-capillaire sfincters open staan heeft de microcirculatie een goede perfusie omdat het verschil tussen de veneuze en arteriële druk toeneemt

Als je vocht toedient waarbij de CVD verhoogt neemt dat drukverschil af omdat de veneuze druk toeneemt –> minder veneuze return –> verminderde cardiac output

22
Q

Wat zie je bij een tamponade? Wat is hierbij de beste behandeling?

A

cardiac output gaat omlaag waardoor de lactaat productie toeneemt

Verwijderen van de tamponade: alles gaat via dezelfde lijn weer terug naar basis niveau –> vocht geven is dus NIET nodig

23
Q

Waarvoor kan het toedienen van vocht bij een septische shock wel goed zijn?

A

Om de microcirculatie optimaal te krijgen

24
Q

Wat is kenmerkend voor patienten met een abnormale perifere perfusie (koude, bleke huid)?

A

Hadden vaker:
- een verhoogd lactaat
- een significant verminderde afname in lactaat
- een grotere kans op orgaan falen

25
Q

Wat is de belangrijkste maat voor het geven van vocht?

A

De capillary refill en dus de perifere perfusie

Als lactaat gebruikt is er een hogere mortaliteit geien

26
Q

Wat is het belangrijkste voor de bloeddruk bij patienten met een septische shock?

A

Gaat niet om de hoogte hiervan maar om ddde adequaatheid

27
Q

Wat is een klinische shock?

A

Een staat met een inadequate perfusie/O2 toevoer naar de weefels

28
Q

Wat is qua symptomen belangrijk bij shock?

A

De respons van echt organisme (= symptomen is niet altijd hetzelfde bij verschillende patienten (bvb jong en oud)

29
Q

Wat is het doel van het behandelen van shock?

A

Behalen van een adequate perfusie, niet een NORMALE perfusie –> erg verschillend per patient

30
Q

Wat is het verschil tussen sepsis en SIRS?

A

Sepsis: gerelateerd aan een infectie

SIRS: gerelateerd aan een respons van het systeem op een trigger

31
Q

Wat is het hoofd element van een ernstige sepsis?

A

orgaan disfunctie –> gerelateerd aan perfusie abnormaliteiten

32
Q

Wat is septische shock voor een definitie? Waar gaat het over?

A

Een technische definitie

Nodig hebben van vasopressines in de aanwezigheid van een verhoogd lactaat ondanks adequate vocht toediening

33
Q

Wat is de behandeling voor septische shock?

A
  1. source control: AB, chirurgie (als chirurgie het probleem kan oplossen heeft dit altijd prioriteit)
  2. herstel van weefsel perfusie door vocht, vasopressors, inotropie of inodilatators
  3. Voorkomen van schade
34
Q

Hoe verloopt de diagnostiek van septische shock?

A

begint met de quick-SOFA (QSOFA)
- AF > 22/min
- EMV < 13
- systolische tensie < 100 mm Hg
Als ≥ 2 punten –> positief

Positieve QSOFA –> volledige SOFA-score
SOFA: ≥ 2 punten = sepsis

Sepsis icm hypotensie welke niet goed reageert op vocht en vasopressors met een lactaat van > 2 mm/L = septische shock

35
Q

Aan de hand waarvan wordt de hoeveelheid vocht die wordt gegeven bepaald? Welke fases zijn er?

A
  • arteriële tensie
  • HF
  • urineproductie
  • huiddoorbloeding
  • huid temperatuur
  • EMV
  • lactaat
  1. resuscitatie: veel vocht geven zodat de patient het overleeft
  2. stabilisatie: hoeveelheid blijft stabiel
  3. de-escalatie: vochtsuppletie afbouwen
36
Q

Wat kan je meten met een Swan-Ganz katheter?

A
  • cardiac output
  • de wedge pressure = in a. pulmonalis (linkeratrium druk)
  • CVD (rechteratrium: veneuze vullingstatus)
37
Q

Wat zien we vaak bij sepsis qua cardiac output?

A

Hyperdynamische circulatie = hoge cardiac output

38
Q

welke soorten vasopressors zijn er?

A
  • Alfa(1)-receptoren: vasoconstrictie
  • Beta-1 receptoren: verhoogde frequentie en contractiliteit
  • Beta-2 receptoren: bronchodilatatie
39
Q

Welke vasopressors worden vaak gebruikt?

A
  • phenylefrine: a1-receptor voor vasoconstrictie (veel bij anesthesie gebruikt)
  • noradrenaline: a1- en b1-receptoren voor vasoconstrictie en verhoogde contractiliteit van het hart
    –> septische en cardiogene shock
  • adrenaline: a1-receptoren vooral
    Ook wel b1- en b2-receptoren
    –> septische, cardiogene of anafylactische shock
  • vasopressine: stijging van de bloeddruk
    –> septische en cardiogene shock
40
Q

Welke middelen geven we vooral bij septische shock? welke bij cardiogene shock? en welke bij anafylactische shock?

A

Septisch:
- noradrenaline
- adrenaline
- vasopressine

cardiogeen:
- noradrenaline (contractie en constrictie)
- adrenaline
- vasopressine (tensie)

Anafylactisch:
- adrenaline