VO/ZO week 10 Flashcards
Aandoeningen van het lieskanaal
Hernia inguinalis bij een kind: Ontstaat door een open processus vaginalis, waardoor een darmlis in het lieskanaal kan komen.
Behandeling: Altijd opereren, omdat het niet spontaan verdwijnt en een grote kans op beklemming heeft.
Hydrocèle testis : Geen operatie nodig, omdat het spontaan kan verdwijnen. alleen bij hydrocele communicans
Niet-ingedaalde testis: kan tot 6 maanden nog indalen
DD gallig braken pasgeborene
Duodenumatresie
Malrotatie met volvulus
Jejunum/ileumatresie
Colonatresie
Meconiumileus
Ziekte van Hirschsprung
Anorectale malformatie
Darmaandoeningen pasgeborene
- Atresie van de darm: Een aangeboren afsluiting van de darm, wat passagebelemmering veroorzaakt.
- Duodenumatresie: Symptoom → gallig braken. Röntgenbeeld → “double bubble” (vergrote maag en proximaal duodenum).
- Malrotatie: Foute ligging van de darm met risico op volvulus (draaiing), wat ischemie en necrose kan veroorzaken.
- Vertraagde meconiumlozing → Meest voorkomend bij:
- Meconiumileus
- Ziekte van Hirschsprung
(Ook mogelijk bij anorectale malformaties) - Jejunum-/ileumatresie: Gallig braken, opgezette bovenbuik, afhankelijk van de locatie van de atresie.
Ziekte van Hirschprung
Defect: Ontbreken van ganglioncellen in het distale deel van de darmwand.
Behandeling:
Eerst rectaal spoelen, eventueel tijdelijk stoma.
Daarna operatief (pull-through operatie → het zieke deel van de darm wordt verwijderd).
Anorectale malformatie
Klinisch beeld: Gallig braken, opgezette buik, geen meconiumlozing (tenzij er een fistel is). Bij fistels naar de urinewegen kan meconium in de urine zitten.
Geassocieerde afwijkingen (VACTERL-syndroom):
Vertebraal (wervelafwijkingen)
Anus (anorectale malformatie)
Cardiaal (hartafwijkingen)
Trachea (luchtpijpafwijkingen)
Esophagus (slokdarmafwijkingen)
Renaal (nier- en urogenitale afwijkingen)
Ledematen (afwijkingen aan radius/duim)
Behandeling: Eerst een dubbelloops colostoma, later definitieve correctie.
Darmaandoeningen geassocieerd met Down
Hirschprung en duodenumatresie
Hartruis bij linkszijdige obstructies
Diastolisch geruis: Longvenestenose, mitralisstenose.
Systolisch geruis: Aortastenose (valvulair, subvalvulair, supravalvulair), coarctatio aortae, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie.
Ernstige coarctatio aortae: symptomen
Zwakke pulsaties in de benen (soms ook linkerarm, afhankelijk van locatie).
Systolisch (soms ook diastolisch) hartruis.
Koude benen, bleekheid, snelle ademhaling.
Sterke linkerkamerimpuls door verhoogde drukbelasting.
Lange-termijn gevolgen van onbehandelde coarctatio aortae
Hypertensie in bovenste lichaamshelft → Verhoogd risico op linkerkamerhypertrofie en CVA’s.
Ontwikkeling van collaterale circulatie → Risico op bloedingen bij latere operatie.
Normale atria:
Rechts gaat ook papillairspier vanuit VS, links niet
- Rechts is grover getrabeculariseerd
- Rechts heeft stomp oor, links vingervormig
Anamnese L-R shunt:
Slecht drinken
- Kreunen
- Prikkelbaar
- Groei blijft achter
Wat is er anders aan de 2e harttoon bij een groot ASD II dan bij een normaal hart?
Gefixeerd gespleten: normaal is dit wisselend met de ademhaling
- Luider: Door de toegenomen hoeveelheid bloed in het longvaatbed neemt de druk daar toe. De sluiting van de pulmonalisklep vindt dan onder hogere druk plaats, vandaar de toegenomen luidheid van de 2e toon.
Wat voor harttoon en ruis wordt er bij ASD gehoord?
Een ASD II geeft een systolisch ejectiegeruis
Atriale septa:
Septum primum: vanuit dak atrium naar atrioventriculaire overgang
- Septum secundum: sluit het septum primum later in de ontwikkeling af
Tetralogie van Fallot:
Ventrikelseptumdefect
- Pulmonalisstenose
- Overrijdende aorta
- Rechterkamerhypertrofie
Oorzaak van de centrale cyanose bij tetralogie van Fallot
een R-L shunt op ventrikelniveau.
Complicaties ASD:
Pulmonale vaatafwijkingen
- Ritmestoornissen (met name atriaal)
Behandeling ASD:
Chirurgisch
- Via katheter
Congenitale huidafwijkingen:
Congenitale naevi: bij grote naevi controle door dermatoloog en letten op veranderingen
Café au lait vlekken: enkele zijn onschuldig, maar ≥6 wijst op NF1
Haemangiomen: kunnen snel groeien en complicaties geven → monitoring en evt. behandeling
Naevus flammeus: kan een signaal zijn voor Sturge-Weber syndroom