VO week 8 Flashcards

1
Q

Wat is belangrijk in de anamnese bij recidiverende (luchtweg)infecties?

A
  • Frequentie
  • Ernst
  • Verwekkers
  • Leeftijd van ontstaan
  • Impact op leven (werk, school, sociaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke hoofdlijnen omvat labdiagnostiek naar weerstand tegen gekapselde bacteriën?

A
  • fagocyten (aantal, functie)
  • immunoglobulinen
  • complement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn indicaties voor diagnostische testen voor neutrofiele granulocyten dysfunctie?

A

1) recidiverende infecties van huid, organen, bot; ongewone presentatie (multifocale abcessen).
2) bacteriële infecties niet te verklaren door neutropenie of een humoraal defect (IgG (subklassen), IgA, IgM; CH50/AP50)
3) schimmelinfecties die niet te verklaren zijn door neutropenie, of specifieke T-cel defecten (bv verminderde proliferatieve activiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de oxidatieve burst (capaciteit zuurstofradicaal productie) bepaald?

A

Flowcytometrie mbv dihydrorhodamine (DHR) 123 fluorogeen substraat
- meet capaciteit granulocyten om superoxide te produceren
- superoxide productie resulteert in omzetting van DHR-123 tot R-123
- normaal: 90-100% van de PMA gestimuleerde granulocyten zijn R-123 positief, terwijl niet-gestimuleerde granulocyten negatief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met welk type micro-organismen worden CGD-patiënten voornamelijk geïnfecteerd?

A

katalase-positieve micro-organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een aantal katalase-positieve micro-organismen

A
  • Staphylococcus aureus
  • Burkholderia cepacia
  • Serratia marcescens
  • Nocardia soorten
  • Aspergillus soorten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de behandeling van CGD?

A
  • antibiotica profylaxe met een lage onderhoudsdosering intracellulair werkende antibiotica (vaak cotrimoxazol) en antimycotica (vaak itraconazol)
  • acute infecties bestrijden met infuus van dezelfde middelen, evt. abces drainage
  • hSCT te overwegen in vroeg stadium, zeker indien HLA-indentieke donor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee belangrijke complicaties van CLL?

A
  1. Cytopenie (vooral ery’s en trombo’s)
  2. (Secundaire) immunodeficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly