VO week 1 Flashcards
tot nu toe enkel VO.2
Welke twee formulieren dienen door de ‘behandelend arts’ worden ingevuld bij elk overlijdensgeval?
- een verklaring van overlijden (A-verklaring) ten behoeve van de burgerlijke stand van de gemeente van overlijden met de personalia van de overledene
- Een doodsoorzaakverklaring ten behoeve van de doodsoorzaken statistieken die vervaardigd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (B-formulier)
Wat is een ‘natuurlijke’ dood?
ieder overlijden dat uitsluitend het gevolg is van spontane ziekte of ouderdom
Wanneer dient een behandelend arts zich te onthouden van het afgeven van een verklaring van overlijden?
- niet natuurlijke dood
- in twijfelgevallen
Wat staat er in de verklaring van overlijden (A-verklaring)
- de naam van de overledene
- dat u overtuigd bent van een natuurlijke oorzaak van het overlijden
- dat u het stoffelijk overschot zelf heeft geschouwd
Waar is de verklaring van overlijden (A-verklaring) voor bestemd en wanneer wordt deze afgegeven?
bestemd voor de Burgerlijke Stand
alleen bij natuurlijke dood afgegeven
Wat is artikel 10 lid 1 Wet op de Lijkbezorging?
Verslag betreffende een niet natuurlijke dood:
De ondergetekende …., lijkschouwer van de gemeente …., verklaart gedurende de laatste twee jaar geen genees-, heel-, of verloskundige raad of bijstand te hebben verleend aan ….; verklaart het lijk persoonlijk te hebben geschouwd; verklaart er niet van overtuigd te zijn dat de dood ten gevolge van een natuurlijke oorzaak is ingetreden; in verband waarmee hij de in artikel 14 van de Wet op de lijkbezorging bedoelde ambtenaar van de burgerlijke stand heeft gewaarschuwd.
Wat is Artikel 228 Wetboek van Strafrecht?
De geneeskundige die opzettelijk een valse verklaring afgeeft nopens een oorzaak van overlijden wordt gestraft met maximaal drie jaar gevangenisstraf.
Wie is de behandelend arts?
De arts die de overledene tijdens het leven als laatste op enigerlei wijze onder zijn medische zorg heeft gehad en de waarnemend of dienstdoende arts die over voldoende informatie beschikt om redelijkerwijs de afweging natuurlijk of twijfel daaraan kan maken.
(ook bijvoorbeeld tijdens een dienst waarbij u waarnemer bent voor de praktijk (HAP))
Wat is artikel 7 lid 1 Wet op de LijkBezorging?
Ondergetekende…., verklaart te zijn de behandelend arts van…., verklaart het lijk persoonlijk te hebben geschouwd, verklaart er van overtuigd te zijn, dat de dood tengevolge van een natuurlijke oorzaak is ingetreden
Wat is artikel 7 lid 2 Wet op de LijkBezorging?
Indien de behandelend arts meent niet tot afgifte van een verklaring van natuurlijk overlijden te kunnen overgaan, deelt hij dit onverwijld mede aan de gemeentelijk lijkschouwer (forensisch geneeskundige)
Wat is een co-morbiditeit?
het tegelijkertijd aanwezig zijn van verschillende aandoeningen bij een patiënt
Wat is de directe/rechtstreekse doodsoorzaak?
de ziekte, verwonding of complicatie die direct aan de dood voorafging
(in te vullen bij d 1a)
Wat is de definitie van een doodgeborene?
Een vrucht die na een zwangerschap van ten minste 24 weken ter wereld is gekomen en geen enkel teken van leven heeft vertoond (minder dan 24 weken is volgens de definitie van de wet geen lijk en hoeft dan ook niet geschouwd of begraven te worden).
Wat is een gemeentelijk lijkschouwer?
een forensisch arts die door de gemeente is aangesteld om de doodsoorzaak vast te stellen wanneer er twijfel bestaat over een natuurlijke dood. Deze arts wordt ingeschakeld als de behandelend arts niet overtuigd is van een natuurlijke doodsoorzaak. De gemeentelijk lijkschouwer onderzoekt het lichaam en de omstandigheden van het overlijden om te bepalen of er sprake is van een natuurlijke of niet-natuurlijke dood
Wat is lijkbezorging?
het begraven of cremeren van een lijk
Wie geeft de vergunning voor lijkbezorging?
Door de gemeente van overlijden, in principe niet eerder dan 36 uur na overlijden en uiterlijk op de zesde werkdag na overlijden
Wat is een niet-natuurlijke dood?
Het overlijden is een direct of indirect gevolg van een ongeval, geweld, een van buiten komende oorzaak of zelfdoding, of door schuld of opzet van een ander
Wat is de onderliggende/primaire doodsoorzaak?
ziekte of verwonding, die de keten van gebeurtenissen die tot de dood leidde, inzette
(in te vullen bij 1 1b+c)
Wat wordt in wetteksten bedoeld met zo spoedig mogelijk?
bij eerst gelegenheid, rekening houdend met de situatie en andere prioriteiten
Wat wordt in wetteksten bedoeld met onverwijld?
dat wat zonder uitstel en met voorrang moet gebeuren
Wat zijn secundaire doodsoorzaken?
Een wat verouderde term, die echter nog steeds in gebruik is om alle bijkomende aandoeningen en doodsoorzaken (op het doodsoorzaak formulier) aan te duiden die niet de onderliggende doodsoorzaak zijn; gebeurtenissen die hebben bijgedragen aan het uiteindelijke overlijden, maar op zichzelf niet tot het overlijden zou hebben geleid.
(in te vullen bij 2)
Hoe dient een overlijden worden vastgesteld?
het beluisteren van hart en longen met de stethoscoop en beoordeling van de pupilreacties op licht (cave: schijndood bij vergiftiging, verdrinking en onderkoeling)
Waaruit bestaat een lijkschouw?
- inspectie van het hoofd-hals gebied, waarbij wordt gelet op verwondingen of bloedinkjes, insnoeringen in de hals en vreemde voorwerpen in de mondholte.
- het beluisteren van het hart en de longen, waarbij ook wordt gelet op eventuele verwondingen en de positie van lijkvlekken aan de onderliggende kant van het lichaam.
- Bij twijfel moet het lichaam ontkleed worden.
Wanneer moet een lijkschouw plaatsvinden?
binnen 3 uur na overlijden
Schouwen bij nachtelijk overlijden in een verpleeghuis mag later plaatsvinden als de familie geen bezwaar heeft en het lichaam niet wordt gekoeld of ‘afgelegd’.
Waarom dient bij overlijden van een minderjarige arts altijd contact opgenomen te worden met een gemeentelijk lijkschouwer?
om eventuele kindermishandeling uit te sluiten
Welke procedure kan worden opgesteld indien de doodsoorzaak van een minderjarige onduidelijk is?
NODOK-procedure (Nader Onderzoek naar de DoodsOorzaak bij Kinderen)
Wat zijn de wettelijke regels en taken in de Wet op de Lijkbezorging?
- De arts die schouwt moet burgerlijk gerechtigd zijn om te schouwen: om persoonlijke betrokkenheid te vermijden mag er tussen de overledene en de behandelend arts of de gemeentelijk lijkschouwer géén familieband tot in de derde graad, of huwelijksband (hebben) bestaan. Voor de gemeentelijk lijkschouwer geldt óók nog de voorwaarde dat hij met de overledene de laatste twee jaar geen behandelingsrelatie had.
- Als de behandelend arts burgerlijk niet gerechtigd is (zie bij 1) of niet overtuigd is van een natuurlijke doodsoorzaak, dan dient hij dit meteen te melden bij de gemeentelijk lijkschouwer.
- Na het overlijden van een minderjarige (< 18 jaar) dient altijd minimaal telefonisch contact te worden opgenomen met de gemeentelijk lijkschouwer.
- De gemeentelijk lijkschouwer rapporteert de officier van justitie bij twijfel over een natuurlijke oorzaak of bij een duidelijk niet-natuurlijke oorzaak. Hij let daarbij op verdachte bevindingen.
- De officier van justitie kan voor zijn oordeel gebruik maken van politie-onderzoek en gerechtelijke sectie. Potentieel strafbare feiten legt hij voor aan de rechter. Als er naar het oordeel van de officier van justitie geen sprake is van strafbare feiten, dan geeft hij ‘een verklaring van geen bezwaar’ tegen bezorging van de overledene af.
- De Wet op de lijkbezorging is niet van toepassing op een menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken (a) levenloos ter wereld is gekomen dan wel (b) binnen 24 uur na de geboorte is overleden.
Welke categorieën worden bij een niet-natuurlijke dood onderscheiden?
- Ongeval
- Verdrinking
- Verstikking
- Verslikking
- Geweld
- Moord
- Doodslag
- Mishandeling
- Vergiftiging
- Overdosis
- Suïcide
- Actieve levensbeëindiging zonder verzoek
- Zwangerschapsafbreking na 24 of meer weken zwangerschap
- Overlijden ten gevolge van een (para)medische fout
- Hulp bij zelfdoding*
- Euthanasie*
- Hiervoor geldt een aparte procedure.
Is palliatieve sedatie niet-natuurlijk of natuurlijk overlijden?
Natuurlijk overlijden.
Het wordt namelijk gegeven om de pijn te verlichten en heeft niet als primaire doel de patiënt te laten overlijden
Wat is de procedure na overlijden en wie is hierbij betrokken?
Wat?
1. Lijkschouw: vaststellen overlijden
2. Invullen verklaring van overlijden (A-verklaring)
3. Invullen doodsoorzaakverklaring (B-formulier)
Wie?
* Behandelend arts:
* Alleen als hij/zij zeker is van een natuurlijke dood
* Alleen als overledene meerderjarig is
* Anders: gemeentelijk lijkschouwer
Wat is de systematiek van het invullen van een B-formulier/doodsoorzakenverklaring?
- Is er sprake van een natuurlijke dood?
- Wat is de keten van gebeurtenissen die tot de dood hebben geleid (Van “directe” doodsoorzaak terug in de tijd van symptomen naar grondlijden)
- Wat is de onderliggende doodsoorzaak (1c)? = grondlijden
- Wat zijn de (eventuele) secundaire doodsoorzaken?
Wat is de betrouwbaarheid van doodsoorzakenstatistieken?
- Hoog voor frequente hoofdgroepen, zoals kanker of hartinfarct
- Veel lager voor specifieke subgroepen en chronische ziekten, zoals diabetes of nierfalen.
Wat is het bruto sterftecijfer?
Aantal overledenen in een bepaalde periode per x aantal van de bevolking. Voor x neemt men vaak 1, 1.000 of 100.000.
(aantal overledenen aan x / aantal personen) × 100.000 = …
Wat is de functie van standaardisatie?
standaardisatie dient om ziekte- en sterftecijfers te vergelijken van 2 of meer populaties met verschillende leeftijdsopbouw, of bijvoorbeeld geslachtsverdeling, etniciteit, sociaal-economische status, etc.
Berekenen van verwachte sterfte in een hypothethische situatie met identieke leeftijdsopbouw als voor referentiepopulatie (en leeftijdsspecifieke sterfte van onderzoekspopulatie) is … standaardisatie?
directe
Berekenen van verwachte sterfte in een hypothetische situatie met identieke leeftijdsspecifieke sterfte als in referentie populatie (en leeftijdsopbouw van onderzoekspopulatie) is … standaardisatie
indirecte
Beschrijf de stappen bij directe standaardisatie
- Bereken de verwachte sterfte per leeftijdsgroep (gebruik hierbij de leeftijdsspecifieke sterftecijfers van de onderzoekspopulatie en de leeftijdsopbouw uit de referentiepopulatie)
- Tel het verwachte aantal sterfgevallen per leeftijdsgroep bij elkaar op.
- Bereken gestandaardiseerd sterftecijfer: verwachte sterfte / populatiegrootte
- Bereken Comparative Mortality Figure (CMF): verhouding tussen het verwachte en waargenomen aantal sterfgevallen in de referentiepopulatie
Wat is het Comparative Mortality Figure (CMF)?
de verhouding tussen het verwachte aantal sterfgevallen in de onderzoekspopulatie en het waargenomen aantal sterfgevallen in de referentiepopulatie
=
verwachte aantal sterfgevallen of direct gestandaardiseerde sterftecijfer / waargenomen aantal sterfgevallen of sterftecijfer referentiepopulatie
(als fractie of percentage)
Beschrijf de stappen bij indirecte standaardisatie
- Bereken de verwachte sterfte per leeftijdsgroep (gebruik hierbij de leeftijdsopbouw van de onderzoekspopulatie en het leeftijdsspecifieke sterftecijfer uit de referentiepopulatie)
- Tel het verwachte aantal sterfgevallen per leeftijdsgroep bij elkaar op.
- Bereken gestandaardiseerd sterftecijfer: verwachte sterfte / populatiegrootte
- Bereken de Standardized Mortality Ratio (SMR): verhouding tussen de waargenomen en de verwachte sterfte
Wat is de Standardized Mortality Ratio (SMR)?
verhouding tussen de waargenomen en de verwachte sterfte
= waargenomen sterfte / verwachte sterfte onderzoekspopulatie
Wat is het verschil tussen direct en indirect gestandaardiseerde sterftecijfers?
indirect gestandaardiseerde sterftecijfer is een tussenuitkomst, want het kan niet direct vergeleken worden russen regio’s, want ze hebben betrekking op een andere populatie.
Conclusies over relatieve sterfteverschillen na correctie voor factor x moeten worden gebaseerd op SMR, ofwel indirect.
direct gestandaardiseerde sterftecijfers kunnen direct vergeleken worden, want ze hebben betrekking op eenzelfde populatie. de CMF hoeft niet berekend te worden
Welk detail is nodig om te standaardiseren naar leeftijd?
leeftijdsgroepen van 1 of 5 jaar
De sterftecijfers aan ischemische hartzieken zijn na correctie voor verschillen in leeftijdsopbouw in regio A hoger dan in regio B.
Wat kan hiervan de oorzaak zijn?
- Hogere incidentie van ischemische hartziekten
- Hogere letaliteit (sterfte per 100 gevallen) van ischemische hartziekten
- Combinatie van de twee bovenstaande factoren
Ofwel, het is niet bekend of ischemische hartziekten meer voorkomen in regio A dan in regio B
Vat directe standaardisatie samen
- Leeftijdsspecifieke sterfte/incidentiecijfers uit onderzoekspopulatie (hier: regio’s)
- Toegepast op leeftijdsopbouw van een standaardpopulatie of referentiepopulatie (hier: NL)
- CMF (Comparative Mortality Figure) = gestand. sterfte / bruto sterfte in referentiepopulatie
- Voorkeursmethode voor vergelijking van sterftecijfers in meerdere subpopulaties (doordat de bevolkingsopbouw gelijk is, zijn gestandaardiseerde sterftecijfers direct te vergelijken)
- Niet gebruiken als leeftijdsspecifieke sterfte- of incidentiecijfers op kleine aantallen berust en daardoor een grote onzekerheidsmarge hebben.
Vat indirecte standaardisatie samen
- Leeftijdsspecifieke sterfte/incidentiecijfers uit referentiepopulatie (hier: NL)
- Toegepast op leeftijdssamenstelling van de onderzoekspopulatie (hier: de regio’s)
- Standardized Mortality Ratio (SMR) = waargenomen sterfte / verwachte sterfte in studiepopulatie
- Als leeftijdsspecifieke sterftecijfers uit onderzoekspopulatie op kleine aantallen berusten, of
- Bij onvoldoende gegevens voor directe standaardisatie (b.v. ontbrekende leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor alle te vergelijken populaties)
- Meerdere populaties zijn lastiger te vergelijken (doordat de noemer steeds anders is, is alleen indirecte vergelijking mogelijk via de SMR)
Wanneer is er een voorkeur voor directe standaardisatie?
voor vergelijking van sterftecijfers in meerdere subpopulaties (doordat de bevolkingsopbouw gelijk is, zijn gestandaardiseerde sterftecijfers direct te vergelijken)
Wanneer moet indirecte standaardisatie toegepast worden?
- Als leeftijdsspecifieke sterftecijfers uit onderzoekspopulatie op kleine aantallen berusten, of
- Bij onvoldoende gegevens voor directe standaardisatie (b.v. ontbrekende leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor alle te vergelijken populaties)
- Meerdere populaties zijn lastiger te vergelijken (doordat de noemer steeds anders is, is alleen indirecte vergelijking mogelijk via de SMR)
Wat is standaardiseren?
corrigeren van gemiddelden of totaalcijfers voor de invloed van verstorende kenmerken
Wat is het gestandaardiseerd sterftecijfer?
aangepast bruto-sterftecijfer, door correctie voor de invloed van verstorende kenmerken
Wat is directe standaardisatie?
methode waarbij (sterfte)cijfers van een populatie worden toegepast op een standaardbevolking
Wat in indirecte standaardisatie?
methode waarbij een geobserveerd (bruto sterfte)cijfer wordt vergeleken met het (sterfte)cijfer dat wordt verkregen door uit te gaan van leeftijdsspecifieke sterftecijfers van een externe populatie
Hoe bereken je de populatie attributieve fractie?
Populatie Attributieve Fractie (PAF) = {Prevalentie *( Relatief Risico-1) } / {(Prevalentie * (Relatief Risico-1)) +1}
Kunnen PAFs bij elkaar worden opgeteld?
PAF’s kunnen optellen tot boven de 100%. Dit kan gebeuren doordat individuele gevallen van ziekte kunnen worden veroorzaakt door (en toegekend aan) meerdere risicofactoren tegelijk.
Wat is de potentiële impactfractie (PIF)
de proportie van de verwachte incidentie die wordt vermeden wanneer de blootstelling aan een risicofactor afneemt
Hoe bereken je de potentiële impactfractie (PIF)?
Potentiële Impact Fractie (PIF) = {(Prevalentie oud – Prevalentie na interventie) * (Relatief Risico-1) } / (Prevalentie oud * (Relatief Risico-1)) +1}
Waarom zou het effect van MIS lager zijn dan dat van accijnsverhogingen?
- Accijns bereikt alle rokers vs. niet alle rokers worden bereikt door de MIS
- Accijns heeft invloed op rokers + potentiële starters (niet rokers)
Wat zijn duurzaamheidsveranderingen op microniveau?
- verduurzaming persoonlijk leven
- gesprekken aangaan met naasten
denk aan: minder consumptie en meer hergebruik, minder vlees en meer plantaardig eten, minder vliegen, meer actief transport
Wat zijn duurzaamheidsveranderingen op mesoniveau?
- veranderingen teweegbrengen in je universiteit of ziekenhuis
Denk aan: bijdragen aan verduurzaming zorg door je aan te sluiten bij een green team, bewustzijn te creëren via onderwijs, het wijden van een masteronderzoek aan planetary health
Wat zijn duurzaamheidsveranderingen op macroniveau?
- nationale of internationale advocacy
- verbinding creëren voor klimaatactie voor gezondheid