Leerboek volksgezondheid en gezondheidszorg Flashcards

1
Q

Wat is volksgezondheid?

A

de gezondheidstoestand van een populatie in termen van ‘omvang en spreiding van gezondheid en ziekte in de bevolking’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een zorgsysteem?

A

het geheel van mensen, organisaties en middelen in de gezondheidszorg, gericht op verbetering, herstel of instandhouding van gezondheid van individuen en de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is sociale geneeskunde?

A

de geneeskundige specialisaties met een primaire focus op de volksgezondheid en het zorgsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is public health?

A

het vakgebied dat de volksgezondheid beschrijf, analyseert en verbetert. Een veelgehanteerde definitie is ‘the science and art of preventing disease, prolonging life and promoting health through the organized efforts of society’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat stelt het paradigma van public health?

A

de meeste gezondheidsproblemen zijn terug te voeren op omgevingsinvloeden (etiologie), die zichtbaar worden door populaties met elkaar te vergelijken (diagnostiek), en die het primaire aangrijpingspunt zijn voor het verbeteren van de gezondheid van populaties (therapie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 hoofddefinities van ziekte worden onderscheiden?

A

medische diagnose (disease)
ziektebeleving (illness)
ziektegedrag (sickness)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een stoornis?

A

het (gedeeltelijk) uitvallen van lichamelijke structuren (organen of ledematen) of functies (spraak, immuniteit, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de systeemdoelen van het gezondheidszorgsysteem?

A
  • toegankelijkheid
  • kwaliteit
  • betaalbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de levensverwachting?

A

het gemiddeld aantal jaren dat een groep mensen mag verwachten te leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is doodsoorzaakspecifieke sterfte?

A

aantal sterfgevallen gedurende een bepaalde periode als gevolg van een specifieke ziekte als onderliggende doodsoorzaak, gedeeld door het gemiddelde aantal mensen dat in die periode leefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de incidentie van een ziekte?

A

het aantal mensen dat een ziekte in een periode krijgt (voor het eerst of opnieuw), gedeeld door het aantal mensen dat in die periode leefde zonder deze ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de prevalentie van een ziekte?

A

het aantal mensen dat een ziekte op een bepaald moment heeft, gedeeld door het totale aantal mensen op dat moment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn determinanten van volksgezondheid?

A

factoren die het vóórkomen van volksgezondheidsproblemen bepalen, zoals biologische en gedragsgerelateerde factoren, fysieke en sociaal-culturele omgevingskenmerken, en de economische en politieke omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is gezondheidsverschillen?

A

het verschijnsel waarbij gezondheid verschilt tussen groepen van de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de populatie-attributieve fractie?

A

het deel van alle gevallen van ziekte in de algemene bevolking dat is toe te schrijven aan een bepaalde risicofactor; ze combineert de frequentie waarmee een risicofactor voorkomt met de sterkte van het verband tussen de risicofactor en de ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke ziekten zijn verantwoordelijk voor het grootste verlies aan levensjaren in Nederland?

A

kanker en hart- en vaatziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het levensloopperspectief?

A

iemands gezondheid later in het leven kan sterk worden beïnvloed door blootstellingen en gebeurtenissen eerder in het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het (sociaal)ecologische perspectief?

A

perspectief dat fysieke en sociaal-culturele aspecten van de omgeving sterk bijdragen aan de ontwikkelingen en verschillen in de volksgezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het aantal verloren levensjaren?

A

aantal jaren dat de levensverwachting zou toenemen in geval van eliminatie van sterfte aan een specifieke doodsoorzaak (dat wil zeggen dat niemand er meer aan zou overlijden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is ‘verloren jaren in goede gezondheid’?

A

aantal jaren in goede gezondheid dat men gemiddeld genomen extra zou leven in geval van eliminatie van prevalentie van een specifieke ziekte (dat wil zeggen dat niemand meer deze ziekte zou hebben)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn disability-adjusted life years (DALY’s)

A

aantal jaren, gecorrigeerd voor kwaliteit van leven, dat men gemiddeld genomen extra zou leven in geval van eliminatie van zowel sterfte als prevalentie van een specifieke ziekte. Berekend als optelsom van ‘verloren jaren’ en ‘verloren jaren in goede gezondheid’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de onderliggende/primaire doodsoorzaak?

A

de eerste in een reeks gebeurtenissen welke tot de dood hebben geleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn ‘mediërende” factoren?

A

alle tussenliggende factoren die voortvloeien uit een upstream-factor, en die van invloed zijn op aansluitende factoren in de causale keten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is preventie?

A

preventie is het voorkómen van gezondheidsproblemen. In bredere zin omvat preventie het totaal aan maatregelen, zowel binnen als buiten de gezondheidszorg, om een bevolking zo gezond mogelijk te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de doelen van preventieve maatregelen?
1: de bevolking beschermen tegen blootstelling aan schadelijke omgevingsinvloeden (gezondheidsbescherming) 2: gezond gedrag bevorderen (gezondheidsbevordering) 3: specifieke ziekten voorkomen (ziektepreventie)
26
Wat is de populatiebenadering van preventie?
de hele bevolking (of subgroepen daaruit) krijgt los van het individuele risico op ziekte preventieve maatregelen aangeboden
27
Wat is de hoogsrisicobenadering van preventie?
individuen met een verhoogd risico op ziekte krijgen preventieve maatregelen aangeboden
28
Wat is de preventieparadox?
een populatiebenadering kan door de omvang van de doelgroep voor de bevolking als geheel een grotere gezondheidswinst opleveren, terwijl die winst voor elk afzonderlijk individu beperkt is.
29
Wat is primaire preventie?
een ziekte voorkomen door risicofactoren weg te nemen of te verminderen
30
Wat is secundaire preventie?
een ziekte in een vroeg stadium opsporen om vroege behandeling in te kunnen zetten, teneinde de ziekte vroegtijdig te bestrijden of verergering te voorkomen
31
Wat is tertiaire preventie?
de gevolgen van een bestaande ziekte voorkomen of verminderen
32
Hoe kunnen de mogelijkheden van preventie beter worden benut?
- door successen van preventie zichtbaarder te maken - door ervoor te zorgen dat het systeem van financiering van de gezondheidszorg preventie stimuleert - door een verbinding te leggen met andere maatschappelijke doelen
33
Wat is gezondheidsbevordering?
het vakgebied waarin bevorderen van gezond gedrag centraal staat. het is een combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die (samen) gezond gedrag en gezonde leefcondities stimuleren
34
Wat is gezondheidsgedrag?
Gezondheidsgedrag omvat alle gedragingen die invloed hebben (positief of negatief) op de gezondheid en het welzijn van mensen. Belangrijke gedragingen zijn lichamelijke activiteit, voedingsgedrag, roken, onveilig vrijen, alcoholconsumptie en slaapgedrag.
35
Wat is zelfregulatie?
de mogelijkheid om de eigen emotie en cognitieve processen te sturen die nodig zijn voor doelgerichte acties, zoals het stellen van doelen, beheersen van impulsen en het omgaan met frustratie en tegenslagen
36
Hoe ontstaat gezondheidsgedrag?
doordat mensen hun gedrag bewust of onbewust koppelen aan beloningsmechanismen
37
Wat betekent planmatige of systematische gezondheidsbevordering?
inzicht krijgen in het gezondheidsprobleem, de doelgroep en het doelgedrag, en op basis daarvan het ontwikkelen en evalueren van interventies, en het daarna eventueel toepassen van die interventies in de praktijk
38
Wat is kwaliteit van zorg?
de mate waarin gezondheidszorg voor individuen of populaties de kans op gewenste gezondheidsuitkomsten vergroot, in overeenstemming is met de professionele standaarden/richtlijnen, en in balans is met de middelen die worden ingezet
39
Wat is effectiviteit?
doeltreffendheid; de mate waarin de zorg bijdraagt aan gewenste gezondheidseffecten
40
Wat is doelmatigheid?
de mate van gezondheidswinst in verhouding tot de beschikbare middelen
41
Wat is patiëntveiligheid?
het (nagenoeg) ontbreken van (de kans op) aan de patiënt toegebrachte schade (lichamelijk/psychisch) die is ontstaan door het niet volgens de professionele standaard handelen van hulpverleners en/of door tekortkoming van het zorgsysteem
42
Wat is patiëntgerichtheid?
de mate waarin de zorg is afgestemd op de unieke noden, wensen en waarden van een patiënt
43
Op welke 3 niveaus kan kwaliteit van zorg beoordeeld worden?
- structuur - proces van zorgverlening - uitkomsten van zorg
44
Wat zijn randvoorwaarden van indicatoren voor kwaliteit?
validiteit van de indicator betrouwbaarheid van de meting de meting van case-mix adjustment
45
Wat veronderstelt de verbetercyclus en wat is hierbij een belangrijk principe?
Door kwaliteit van zorg voortdurend te meten, kunnen processen en uitkomsten continu verbeterd worden. Audit en feedback
46
Wat is audit en feedback?
de professional of organisatie krijgt door kwaliteitsindicatoren inzicht in hoe de praktijk afwijkt van wat gewenst is, ter motivatie van verandering van zijn of haar gedrag of van de organisatie
47
Wat betekent evidence-based medicine?
het integreren van de individuele klinische expertise met het beste bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is, alsook de voorkeuren, wensen en verwachten van de patiënt, ten behoeve van beslissingen voor individuele patiënten
48
Wat is gedeelde besluitvorming (shared-decision making)?
besluitvorming over de in te zetten medische zorg door zorgverlener en patiënt gebeurt gezamenlijk, elk vanuit een eigen rol. Dit respecteert de autonomie en bevordert de betrokkenheid van de patiënt
49
Welke wetgeving is relevant voor regulering van kwaliteit van zorg?
Wet BIG WGBO Wkkgz
50
Wat regelt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz)?
regelt de kwaliteit van zorginstellingen, onder meer door een kwaliteitssysteem te vereisen. Deze wet verplicht ook tot het melden van calamiteiten bij de IGJ. Verder bepaalt deze wet dat zorgaanbieders een laagdrempelige klachtenregeling moeten hebben en dat patiënten een beroep moeten kunnen doen op een externe geschillencommissie
51
Wat regelt de Wet op de geneeskundige behandelings-overeenkomst (WGBO)?
Regelt de algemene rechten van de patiënt (informatie over behandeling en bijbehorende risico's, toestemming voor de behandeling, privacy, minderjarigheid en wilsonbekwaamheid en dergelijke)
52
Wat regelt de Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
Regelt de opleidingseisen, de deskundigheidsgebieden en de titelbescherming van de belangrijkste beroepen in de zorg. Ook het tuchtrecht is in deze wet geregeld.
53
Noem een aantal voorbeelden van indicatoren van effectiviteit?
structuur: - beschikbaar personeel en technische faciliteiten - budget voor scholing proces: - volledige verwijdering tumor tijdens operatie uitkomst: - vijfjaarsoverleving na eerste diagnose borstkanker - tijd tot volledig herstel van dagelijkse activiteiten - patient reported outcome measures (PROM)
54
Noem een aantal voorbeelden van indicatoren van patiëntveiligheid
structuur: - beschikbaarheid van veilige geneesmiddelen - volume chirurgische ingrepen proces: - gebruik checklist voor, tijdens en na chirurgische operatie - handhygiëne volgens richtlijn voor zorgverleners uitkomst: - complicaties na borstreconstructie - heroperatie vanwege onvolledig verwijderde tumor
55
Noem een aantal voorbeelden van indicatoren van patiëntgerichtheid
structuur: - beschikbaarheid van patiëntinformatie - voorziening voor oncologische diagnostiek in één dag - beschikbaarheid van ondersteuning bij het maken van keuzes proces: - tijd (gerealiseerd) voor gesprek met patiënt tijdens consultatie - feitelijke wachttijd tot diagnostiek of behandeling - patient reported experience measure (PREM), b.v. respectvolle bejegening uitkomst: - patiënttevredenheid - aanbevelen ziekenhuis aan anderen - tijd tot volledig herstel van dagelijkse activiteiten - patient reported outcome measure (PROM), bijvoorbeeld kunnen lopen na heupvervanging
56
Noem een aantal voorbeelden van indicatoren van doelmatigheid
structuur: genetische typering voor duidelijke afgebakende groep borstkankerpatiënten proces: inzet (gerealiseerd) van specialistisch verpleegkundige voor postoperatieve nazorg borstkanker patiënt uitkomst: - behandelkosten per patiënt - kwaliteit van leven
57
Wat houdt het begrip 'besturing van het zorgsysteem' in?
de besturing betreft de inrichting van de zorg door middel van instrumenten als wet- en regelgeving, financiële middelen, afspraken en voorlichting
58
Wat houdt het begrip 'organisatie van het zorgsysteem' in?
de organisatie betreft het geheel van actoren of spelers die bij de zorgverlening betrokken zijn en hun onderlinge betrekkingen
59
Wat houdt het begrip 'financiering van het zorgsysteem' in?
de wijze waarop financiële middelen voor de zorg worden vergaard (inkomsten)
60
Wat houdt 'bekostiging van zorg' in?
de besteding van financiële middelen voor zorgverlening (uitgaven)
61
Wat beschrijft de zorgdriehoek?
de basisstructuur waarbinnen het zorgsysteem functioneert Deze structuur kent op de hoeken: 1. de burgers in de rol van zorgvragers en verzekerden 2. zorgaanbieders (individuele beroepsbeoefenaren en zorginstellingen 3. zorgverzekeraars (in de langdurige zorg ook gemeenten) In het midden bevinden zich besturingsactoren, zoals de overheid
62
Tussen welke groepen binnen het zorgsysteem vindt zorgverlening plaats?
tussen burgers in de rol van zorgvragers en zorgaanbieders
63
Tussen welke groepen binnen het zorgsysteem vindt zorgfinanciering plaats?
tussen burgers in de rol van verzekerden en zorgverzekeraars
64
Tussen welke groepen binnen het zorgsysteem vindt zorgbekostiging plaats?
tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders
65
Wat zijn de belangrijkste wetten in Nederland met betrekking tot de gezondheidszorg?
- de Gezondheidswet - de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) - de Zorgverzekeringswet (Zvw) - de Wet op de zorgtoeslag (Wtz) - de Wet langdurige zorg (Wlz) - de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) - de Wet op de jeugdzorg (Wjg) - de Wet publieke gezondheid (Wpg)
66
Wat is het onderwerp van de Gezondheidswet (Gw)?
regelt de organisatie van zorg voor de volksgezondheid door oprichting, opdracht en samenstelling van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, Gezondheidsraad, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en (voorheen) de Provinciale Raden voor de Volksgezondheid Systeemdoelen: toegankelijkheid, kwaliteit, betaalbaarheid
67
Wat is het onderwerp van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)?
Regelt onder meer de regulerende, toezichthoudende en adviserende taken van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) en de bestuurlijke verhouding tussen minister en NZa Systeemdoelen: toegankelijkheid, betaalbaarheid
68
Wat is het onderwerp van de Zorgverzekeringswet (Zvw)
Regelt wie onder de verzekering valt en het verzekerde pakket van de basisverzekering, de taken en verantwoordelijkheid van de minister, de zorgverzekeraars en het Zorginstituut, en de rol en financiering van het zorgverzekeringsfonds Systeemdoelen: toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit
69
Wat is het onderwerp van de Wet op zorgtoeslag (Wtz)?
Regelt financiële compensatie van de zorgpremie en eigen risico voor de Zvw voor verzekerden onder een bepaald inkomensniveau Systeemdoelen: toegankelijkheid
70
Wat is het onderwerp van de Wet langdurige zorg (Wlz)?
Regelt wie onder de verzekering valt en het verzekerde pakket in de langdurige zorg en de taken en verantwoordelijkheid van de minister, de Wlz-uitvoerder, het Zorginstituut, het Centraal Administratiekantoor (CAK) en het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) Systeemdoelen: toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit
71
Wat is het onderwerp van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015)?
Regelt de besturing, inhoud en kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning door gemeenten Systeemdoelen: toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit
72
Wat is het onderwerp van de Jeugdwet (Jw)?
Regelt de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg voor jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.
73
Wat is het onderwerp van de Wet publieke gezondheid (Wpg)?
Regelt de organisatie van de openbare gezondheidszorg, de bestrijding van infectieziektecrises en de isolatie van personen/vervoersmiddelen die internationaal gezondheidsgevaren kunnen opleveren. Ook regelt de wet de jeugd- en ouderengezondheidszorg. De Wpg vervangt sinds 2008 de Infectieziektenwet, de Wet collectieve preventie volksgezondheid en de Quarantainewet
74
Wat is screening?
Bij screening worden gezonde personen getest op voorstadia of vroege stadia van een ziekte zonder dat de persoon al klachten of symptomen heeft die in relatie staan tot deze ziekte. Bij een goed functionerend screeningsprogramma zullen gemiddeld vroegere stadia van de ziekte worden ontdekt dan in de kliniek of huisartsenpraktijk worden gediagnosticeerd
75
Wat is de specificiteit van een test?
de mate waarin een test mensen die niet ziek zijn, negatief test
76
Wat is de sensitiviteit van een test?
de mate waarin een test mensen die ziek zijn, daadwerkelijk positief test
77
Wat betekenen overdiagnostiek en overbehandeling?
het via screening eerder ontdekken en behandelen van ziekte, die anders nooit tijdens het leven tot symptomen (en dus diagnose) zou hebben geleid. Dit is een van de belangrijkste nadelen van screening
78
Welke factoren bepalen de verwachte gezondheidswinst en de voor- en nadelen van screening?
- natuurlijk beloop van de ziekte - eigenschappen van de screeningstest - behandelmogelijkheden in het eerder ontdekte stadium
79
Wat is de nut-risicoverhouding?
de verhouding tussen gezondheidswinst en neveneffecten van een screeningsprogramma Deze verhouding moet voldoende gunstig zijn om invoering van screening te overwegen, en er moet ook een redelijke verhouding zijn tussen de kosten en effecten.
80
Wat is een goede betrouwbaarheid?
een test leidt bij herhaald testen tot eenzelfde uitslag (test-hertestbetrouwbaarheid) en meer beoordelingen van dezelfde test door één beoordelaar (intrabeoordelingsbetrouwbaarheid) of door verscheidene beoordelaars (interbeoordelingsbetrouwbaarheid) ook.
81
Wat is de validiteit van een test?
De validiteit geeft aan in welke mate de test werkelijk een bepaalde ziekte of een voorstadium daarvan kan aantonen, en juist ook de afwezigheid van de ziekte goed kan aantonen. Validiteit kan worden beschreven aan de hand van sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde en negatief voorspellende waarde
82
Wat zijn de belangrijkste voordelen van screening?
- minder ongunstige uitkomsten van de ziekte, en daardoor winst in gezondheid - minder behandelingen voor vergevorderde stadia van de ziekte - minder intensieve of mutilerende primaire behandelingen van de ziekte - efficiëntere diagnostiek (grotere proportie terecht-positieve uitslagen in vergelijking tot diagnostische tests bij patiënten die zich in de kliniek presenteren)
83
Wat zijn de belangrijkste nadelen van screening?
- bijwerkingen en risico's van de screeningstest en vervolgdiagnostiek - ongerustheid en onnodige vervolgdiagnostiek bij fout-positieven - nadelige effecten van het eerder vinden van de ziekte of verhoogd risico (eerder op de hoogte van de ziekte, over een langere periode vervolgonderzoek (surveillance), over een langere periode bijwerkingen van de primaire behandeling) - nadelige effecten van meer ziekte vinden, ook die nooit tot klachten hadden geleid (overdiagnose en overbehandeling) dan wel niet-significante nevenbevindingen - onterechte geruststelling door deelname aan screening (doktersbezoek uitstellen bij klachten later, bij gunstige uitslag ongezond gedrag intensiveren of weer oppakken)
84
Wat bepaalt het basaal reproductiegetal R0?
of en hoe snel een micro-organisme zich kan verspreiden in de bevolking
85
Wat zijn de belangrijkste vormen van primaire preventie bij infectieziekten?
hygiëne, immunisatie & vaccinatie, en gezondheidsbevordering
86
Wat zijn de belangrijkste methoden van secundaire preventie van infectieziekten?
preparedness, surveillance, screening, en bron- en contactopsporing
87
Wat is de publieke gezondheidszorg?
De publieke gezondheidszorg omvat het geheel van organisaties die als doel hebben de bevolking als geheel of subgroepen daarbinnen zo gezond mogelijk te houden en gelijke kansen op gezondheid te bevorderen, door middel van gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie.
88
Wat staat in de Arbowet?
het wettelijke kader voor activiteiten in het domein 'Arbeid en Gezondheid', dat als doel heeft het creëren en behouden van een veilige en gezonde werkomgeving
89
Door wie worden de taken in de Arbowet uitgevoerd?
Deze taken worden in overwegende mate uitgevoerd door of via arbodiensten, waar bedrijfsartsen werkzaam zijn. Zij dragen zorg voor de (preventie van) arbeidsgebonden aandoeningen (o.a. beroepsziekten), de preventie en de begeleiding bij ziekteverzuim, en (het herstel van) iemands duurzame inzetbaarheid.
90
Welke vier rollen heeft een Arts M&G Infectieziektenbestrijding?
- zorgverlener - (medisch) leider bij uitbraken - public health dokter - 'sociaal ondernemer'
91
Wat is medische milieukunde?
het vakgebied dat zich bezighoudt met de invloed van milieufactoren (dat wil zeggen: chemische, fysische, biologische en nucleaire factoren) op gezondheid.
92
Wat zijn de doelen van de medische milieukunde?
het gezonder maken van mensen door de blootstelling aan gezondheidsschadende milieufactoren te beperken en de blootstelling aan gezondheidsbevorderende milieufactoren te vergroten, en greep op bedreigende milieusituaties te verhogen.
93
Wat is risicoperceptie?
het beleven en interpreteren van risico’s
94
Wat is risicocommunicatie?
het bieden van greep op (beleefde) milieurisico’s door uitwisseling van informatie en opvattingen over risico’s, en het bieden van een handelingsperspectief
95
Wat is risicomanagement in de medische milieukunde?
het nemen van beheersmaatregelen op basis van een analyse van bestaande of mogelijke (on)gewenste gezondheidseffecten door blootstelling aan milieufactoren
96
Uit welke stappen bestaat risicomanagement in de medische milieukunde?
(1) de identificatie van gezondheidsschadende, gezondheidsbevorderende of bezorgd makende milieufactoren; (2) het leggen van een relatie tussen blootstelling aan deze factor en effect; (3) de inschatting van de blootstelling in een specifieke situatie; (4) het bepalen van de gezondheidsschade, gezondheidswinst of mate van bezorgdheid; en (5) beheersmaatregelen om gezondheidsschade te reduceren, gezondheidswinst te boeken of mensen greep te bieden op een bedreigende situatie.
97
Wat is het psychometrisch paradigma?
de meest bekende aanpak om risicopercepties te onderzoeken. Dit paradigma stelt dat de beleving van risico’s afhankelijk is van demografische, psychologische, sociale, culturele en situationele factoren. Het biedt ook een theoretisch kader voor de risicocommunicatie.
98
Wat is jeugdgezondheidszorg?
preventieve gezondheidszorg die wordt aangeboden aan kinderen, jongeren en hun ouders op het consultatiebureau en/of in het centrum voor jeugd en gezin, en op scholen. jeugdgezondheidszorg biedt preventie op individueel en collectief niveau jeugdgezondheidszorg volgt de normale ontwikkeling
99
Wat voor 'taken' omvat de jeugdgezondheidszorg?
preventieve zorg om te voorkomen dat problemen in de gezondheid en ontwikkeling van kinderen ontstaan (primaire preventie, bijvoorbeeld vaccinaties, en advies over gezonde voeding), vroege signalering van mogelijke problemen (secundaire preventie, bijvoorbeeld van gehoor- of visusproblemen en een afwijkende groei), en gerichte aandacht voor kinderen met een verhoogd risico op problemen (geïndiceerde preventie).
100
Door wie wordt jeugdgezondheidszorg aangeboden en wie is verantwoordelijk voor de financiering?
meestal aangeboden door GGD’en, onder verantwoordelijkheid van en met financiering door de gemeente, in regionale samenwerking met andere gemeenten.
101
Op basis van welke wetten wordt de jeugdgezondheidszorg aangeboden?
Wpg en Jw
102
Wat is een arbeidsgebonden aandoening?
een aandoening is arbeidsgebonden wanneer er een verband is tussen de aandoening en blootstelling op het werk, maar er voor het ontstaan van de aandoening ook andere (persoonsgebonden) factoren relevant zijn
103
Wat is een beroepsziekte?
en duidelijk en overwegend verband tussen de arbeidsgebonden oorzaak en de aandoening
104
Waaraan draagt een bedrijfsarts bij?
een gezonde en veilige werkomgeving, behoud van duurzame inzetbaarheid, en het herstel van inzetbaarheid of de begeleiding naar inzetbaarheid in alternatief betaald werk
105
Wat zijn de 6A's die de bedrijfsarts gebruikt?
(1) Arbeidsinhoud, (2) Arbeidsomstandigheden, (3) Arbeidsverhoudingen, (4) Arbeidsvoorwaarden, (5) Arbeidsperspectief en (6) Arbeidszingeving
106
Wat is de kern van het ICF-model?
de balans tussen belasting en belastbaarheid Dit model beoogt mogelijkheden voor werk(hervatting) en inzetbaarheid te identificeren en te benutten.
107
Welke voorzieningen worden geregeld met de Wmo 2015?
– hulp bij huishouden – hulpmiddelen – woningaanpassingen – vervoer en verplaatsing – beschermd wonen – OGGZ – maatschappelijke opvang – ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers
108
Welke voorzieningen worden geregeld met de Jeugdwet?
– zorg en ondersteuning bij opvoedproblemen – geestelijke gezondheidszorg – jeugdreclassering – zorg bij lichte lichamelijke beperkingen – zorg bij verstandelijke beperkingen – gesloten jeugdzorg
109
Welke voorzieningen worden geregeld met de Participatiewet?
– bijstandsuitkering en steun bij re-integratie naar betaald werk – bijzondere bijstand, bijv. financiële bijdrage voor uitzonderlijke medische kosten
110
Welke voorzieningen worden geregeld met de Wet langdurige zorg?
– blijvende zorg – 24 uur per dag, 7 dagen per week zorg en/of toezicht nodig bij – lichamelijke beperkingen – psychogeriatrische of psychiatrische problemen – zintuiglijke beperkingen – verstandelijke beperkingen
111
Wat is de Wet verbetering poortwachter?
Vanuit de Wvp wordt van zowel werknemer als werkgever een inspanning verwacht om tot hervatting van het eigen werk te komen. Als een werknemer uitvalt met ziekteverzuim, stelt de bedrijfsarts (uiterlijk) na 6 weken een probleemanalyse op. Vervolgens maakt de werkgever samen met de werknemer een plan van aanpak om werkhervatting mogelijk te maken, terug naar eigen werk of naar aangepast, ander werk. Bij voorkeur wordt de verzuimende werknemer al eerder door de bedrijfsarts gezien, bijvoorbeeld na 2 à 3 weken of bij frequent ziekteverzuim (tenminste drie keer verzuim in de achterliggende 12 maanden). Na 42 weken arbeidsverzuim informeert de werkgever het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) Bij een langdurig verzuim vindt na 52 weken verzuim een eerstejaarsevaluatie tussen de werkgever en de werknemer plaats. Vaak is dit het moment om vast te stellen of de werknemer naar passend ander werk bij de eigen werkgever kan re-integreren (zogeheten spoor 1-re-integratie) of anders naar passend ander werk bij een andere werkgever (zogeheten spoor 2-re-integratie). Rond 84 weken arbeidsverzuim stellen werkgever en werknemer samen een re-integratieverslag op aan de hand van het re-integratiedossier. In dit dossier heeft de werkgever alle afspraken en activiteiten gericht op werkhervatting vermeld. Dit verslag wordt samen met de evaluatieformulieren van de werkgever, werknemer en bedrijfsarts ingediend bij het UWV. Omdat de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever na 104 weken ziekteverzuim (2 jaar) stopt, kan een werknemer ongeveer 3 maanden voor het einde van de wachttijd op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) een aanvraag doen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De werknemer doet daarmee aanspraak op het socialezekerheidsstelsel binnen Nederland, omdat hij vanwege ziekte of gebrek geheel of gedeeltelijk niet meer kan werken
112