HC week 3 Flashcards

1
Q

Welke vier stelselwetten voor de zorg kent Nederland?

A
  • Zorgverzekeringswet (Zvw)
  • Wet langdurige zorg (Wlz)
  • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
  • Jeugdwet (Jw)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie stadia van hervormingen van het zorgstelsel?

A
  1. Toegankelijkheid
  2. Kostenbeheersing
  3. Doelmatigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe was de financiering van de gezondheidszorg rond 1900?

A
  • Armenzorg
  • Ziekenfondsen
  • Welgestelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkten ziekenfondsen rond 1900?

A
  • Opgericht door burgers, werknemers, en artsen
  • Geen staatstoezicht
  • Landelijk circa 10% ziekenfondsverzekerden
  • Beperkt pakket
  • Verstrekking in natura (vergoeding op achtergrond tussen arts en ziekenfonds)
  • Nominale premie (uit eigen zak een premie)
  • Ziekenfonds financieel zelfstandig
  • Beperkt werkgebied (vooral regionaal georiënteerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was het ziekenfondsenbesluit (1941)?

A
  • Toezicht overheid op ziekenfondsen
  • Acceptatieplicht & verzekeringsplicht (werknemers die onder de ziektewet vallen en loon onder de loongrens hebben)
  • Contracteerplicht voor ziekenfondsen (moeten met alle artsen/aanbieders in de omgeving/het werkgebied een contract sluiten)
  • Uniform verstrekkingenpakket: één pakket dat door alle ziekenfondsen moest worden verstrekt
  • Premie afhankelijk van loon (organisatie van een soort inkomenssolidariteit)
  • Verevening op basis van werkelijke kosten (alle kosten die een ziekenfonds maakte, werd achteraf door de overheid vergoed; geen financiële zelfstandigheid meer)
  • Ziekenfondsen: van zelfstandige instellingen naar uitvoeringsorganen

Verzekeringsplicht voor mensen onder een bepaalde inkomensgrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de contracteerplicht?

A

plicht van zorgverzekeraars om een contract af te sluiten met zorgaanbieders (in de regio)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een acceptatieplicht?

A

plicht van zorgverzekeraars om burgers die een zorgpolis willen afsluiten te accepteren, ondanks eventuele risico’s die dit meebrengt voor de zorgverzekeraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een verzekeringsplicht?

A

de verplichting van een burger om een basiszorgverzekering af te sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf het stelsel voor curatieve zorg in historisch perspectief?

A

fase 1: toegankelijkheid
- ziekenfondsenbesluit (1941)
- ziekenfondswet (1966)

fase 2: kostenbeheersing
- Wet Ziekenhuisvoorzieningen (ca. 1970)
- Wet Tarieven Gezondheidszorg (ca 1980)

fase 3: doelmatigheid
- Voorstellen Commissie Dekker (1987)
- Begin ‘stille revolutie’ Ziekenfondsland (1991)
- Zorgverzekeringswet (2006)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het grote nadeel als zowel de hoeveelheid zorg als de prijzen van de zorg volledig door de overheid gecontroleerd worden?

A

1: er is geen prikkel voor zorgaanbieders/ziekenfondsen/burgers om zo doelmatig mogelijk met de beschikbare middelen om te gaan
2: als de vraag groter is dan de capaciteit (maximale hoeveelheid/kosten), dan krijg je wachtlijsten, en dan komt de toegankelijkheid van zorg in het geding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren de voorstellen van de commissie-Dekker?

A
  • Basisverzekering
  • Gereguleerde concurrentie
    o Tussen zorgverzekeraars
    o Tussen zorgaanbieders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is gereguleerde concurrentie in het zorgstelsel?

A
  • Vrijheid voor verzekerden om een zorgpolis te kiezen
    -> concurrentie tussen verzekeraars
  • Vrijheid voor verzekeraars om te bepalen waar, door wie en onder welke voorwaarden de zorg wordt geleverd
    -> concurrentie tussen zorgaanbieders
  • Wettelijk kader ter bescherming publieke belangen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaan concurrentie tussen verzekeraars?

A

Doordat burgers de vrijheid hebben om te wisselen van zorgpolis. Dat is precies hetgeen wat ervoor zorgt dat zorgverzekeraars gaan concurreren, en dus de prikkel krijgen om op de wensen van de burgers in te gaan, dus relatief lage polis met relatief hoge kwaliteit van zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zorgt voor concurrentie tussen zorgaanbieders?

A

Verzekeraars hebben vrijheid om te bepalen waar en door wie en onder welke voorwaarden zorg wordt geleverd. Dit zorgt voor concurrentie tussen zorgaanbieders. Als zorgaanbieder heb je rekening te houden met wat de verzekeraar en verzekerden willen. Je concurreert met andere zorgaanbieders om een contract met zorgverzekeraars.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn belangrijke onderdelen van de regulering bij de Zorgverzekeringswet (2006)?

A
  • Wettelijke verzekeringsplicht voor elke burger
  • Standaard basispakket
  • Acceptatieplicht voor zorgverzekeraars
  • Verbod op premiedifferentiatie voor verzekeraars
  • Risicoverevening tussen zorgverzekeraars
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt het verbod op premiedifferentiatie in?

A

zorgverzekeraars moeten voor een bepaalde polis voor iedere burger eenzelfde prijs vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe verloopt globaal de financiering van de Zorgverzekeringswet?

A

Nominale premie (18+) is 45%, gaat direct naar zorgverzekeraar

Inkomensafhankelijk bijdrage (50%) gaat via de verzekerde naar een vereveningsfonds, en van het vereveningsfonds gaat het na risicoverevening naar de zorgverzekeraar

5% rijksbijdrage (18-) gaat naar het vereveningsfonds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk deel van alle huishoudens ontvangt zorgtoeslag?

A

2/3 (max 3000 per huishouden in 2025)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent de Zwv voor verzekerden?

A

Toegang tot een breed verplicht basispakket

Keuzevrijheid ten aanzien van:
* Zorgverzekeraar
* Type polis:
o Wel/geen beperkende voorwaarden
o Wel/geen vrijwillig eigen risico
o Wel/geen collectiviteit

Financiële prikkels
* Wettelijk eigen risico (385 euro per volwassene per jaar)
* Wettelijke eigen bijdragen
* Lagere vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent de Zorgverzekeringswet voor verzekeraars?

A

Wettelijk kader (acceptatieplicht, verbod op premiedifferentiatie, standaardpakket …)

Prikkels voor doelmatigheid
* Keuzevrijheid verzekerden (‘stemmen met de voeten’)
* Financieel risico (d.w.z. financiële verantwoordelijkheid)

Instrumenten voor doelmatigheid
* Selectief contracteren van zorgaanbieders
* Lagere vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg
* Vrijheid ten aanzien van contracten en bekostiging
* Aanvullende voorwaarden (e.g. second opinion)
* Managen van zorg (e.g., zorgbemiddeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke instrumenten hebben verzekeraars voor doelmatigheid?

A
  • Selectief contracteren van zorgaanbieders
  • Lagere vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg
  • Vrijheid ten aanzien van contracten en bekostiging
  • Aanvullende voorwaarden (e.g. second opinion)
  • Managen van zorg (e.g., zorgbemiddeling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent de Zorgverzekeringswet voor de dokter?

A
  • Verzekeraar als zorginkoper
    o Functionele pakketomschrijving
    o Nieuwe bekostigingsmodellen
  • Mededingingswet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de functionele pakketomschrijving?

A
  • De wet bepaalt wat er onder de aanspraak valt (de aard, inhoud en omvang van de zorg) en wanneer (de indicatiegebieden) er aanspraak bestaat;
  • In de polis wordt bepaald welke zorg door wie wordt verleend, waar deze zorg wordt verleend en welke voorwaarden (bijv. toestemmingsvereisten, verwijzing en voorschrijfvereisten) gelden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Noem een aantal varianten van bekostiging

A
  • Betaling per consult/verrichting (‘fee-for-service’)
  • Betaling per zorgbundel/patiënt (‘bundled payment’)
  • Betaling per verzekerde (abonnement, ‘capitation’)
  • Vast bedrag per periode (salaris / loondienst)
  • Eventueel in combinatie met:
    o Bonus/malus voor goede/slechte prestaties
    o Inhouding voor basisbekostiging (‘withhold’)
    o Delen in besparingen (‘shared savings’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de invloed van de Mededingingswet op het zorgstelsel?

A
  • De Mededingingswet is ook van toepassing op alle vrijgevestigde dokters.
  • Dit betekent dat het in beginsel verboden is dat dokters onderling afspraken maken over bijvoorbeeld tarieven en marktverdeling
  • Uitzonderingen, bijvoorbeeld bagatelafspraken en afspraken over kwaliteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn voorwaarden voor gereguleerde concurrentie in de zorg?

A
  • Transparantie consumenten t.a.v. inhoud, prijs en kwaliteit van zorgpolissen (t.b.v. poliskeuze)
  • Transparante voor verzekeraars ten aanzien van inhoud, prijs en kwaliteit van zorg (t.b.v. inkoop/bekostiging)
  • Effectiviteit mededingingsbeleid (ter bescherming van concurrentie en de consument)
  • Goede risicoverevening (ter voorkoming van risicoselectie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat doet het risicovereveningssysteem?

A

Het geeft zorgverzekeraars een bijdrage per verzekerde gebaseerd op risicokenmerken van die verzekerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke risicokenmerken worden gebruikt voor het risicovereveningssysteem?

A
  • Leeftijd/geslacht
  • Regiokenmerken PC4
  • Aard van het inkomen
  • Farmacie Kosten Groepen
  • Diagnose Kosten Groepen
  • Sociaal Economische Status
  • Meerjarig Hoge Kosten
  • Hulpmiddelen Kosten Groepen
  • Kosten wijkverpleging in voorgaande jaren
  • Fysiotherapie Diagnose Groepen
  • Personen per adres
  • Historische Somatische Morbiditeit
  • Meerjarige Farmacie Kosten
  • Indicator Bevalling/Zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is het gevolg van inadequate risicoverevening?

A

Zonder adequate risicoverevening leidt het verbod op premiedifferentiatie ertoe dat chronisch zieken (met relatief hoge verwachte kosten) voorspelbaar verliesgevend zijn voor verzekeraars en gezonde mensen (met relatief lage verwachte kosten) voorspelbaar winstgevend zijn voor verzekeraars. Dit geeft prikkels voor risicoselectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waarom is risicoselectie een probleem?

A

Risicoselectie vormt een bedreiging voor:
* De kwaliteit van zorg (omdat verzekeraars geen prikkel hebben om te investeren in de kwaliteit van zorg voor groepen die voorspelbaar verliesgevend zijn)
* Doelmatigheid (naarmate voor verzekeraars risicoselectie profijtelijker is dan investeren in doelmatigheid
* Risicosolidariteit en het gelijke speelveld voor verzekeraars (naarmate voorspelbaar winstgevende groepen zich concentreren bij bepaalde verzekeraars en/of specifieke zorgpolissen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat zijn de twee hoofdpijlers in het ontstaan van gedeelde besluitvorming?

A
  1. ethiek
  2. praktijkvariatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Welk onderscheid over praktijkvariatie werd gemaakt door Wennberg?

A
  • “Effective decisions” (de voorkeur maakt niet uit, want er is één betere behandeling)
  • “Preference-sensitive decisions”
    o (hier maakt het wel heel veel uit; bijv. vroegstadium prostaatkanker: alle beslissingen gunstig qua overleving, maar wisselend qua morbiditeit/bijwerkingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is het onderscheidend element van shared-decision making volgens Charles et al.?

A

uitwisseling van
- informatie; en
- behandelvoorkeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Waarom moet je naar behandelvoorkeuren van patiënten vragen?

A

Behandelvoorkeuren van patiënten
1. lopen uiteen
2. verschillen regelmatig van de voorkeuren van artsen
3. zijn niet goed te voorspellen op basis van patiëntkenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat zijn de drie pijlers van shared decision making?

A
  • artsen
  • best available evidence
  • patiënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat zijn de 4 stappen van shared-decision making volgens Stiggelbout?

A

1: Arts / professional informeert patiënt dat beslissing wordt genomen, en dat de mening van de patiënt van belang is.
* Dit is voor de patiënt niet vanzelfsprekend, dit helpt de patiënt ‘actief worden’

2: Arts legt de behandelopties uit en de voor- en nadelen van de relevantie opties
* Gebruik kennis van situatie en van de best available evidence
* In evenwichtige mate

3: Arts en patiënt bespreken de voorkeuren van de patiënt, arts ondersteunt bij de overwegingen van de patiënt
* Voorkeuren vertalen naar behandelopties

4: Arts en patiënt bespreken in hoeverre patiënt wil worden betrokken bij besluitvorming. Het besluit wordt genomen.
* Het kan zijn dat de patiënt zegt: ik kan het niet overzien, ik wil er niet over beslissen
o Dit wordt gezien als gedeelde besluitvorming, mits je iemand in staat hebt gesteld zelf een besluit te nemen, maar dit actief geweigerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat zijn voordelen van gedeelde besluitvorming?

A
  • Meer kennis
  • Meer patiënt tevredenheid
  • Betere arts-patiënt verhouding
  • Minder herhaalconsulten
  • Betere therapietrouw
  • Kosten: goed geïnformeerde patiënten neiging tot minder invasieve behandeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat zijn drempels van gedeelde besluitvorming voor artsen?

A
  • Niet onderkennen van preferentie-sensitieve beslissingen
  • Bewijs over effecten van behandeling is moeilijk te extraheren, interpreteren, communiceren
39
Q

Wat zijn drempels van gedeelde besluitvorming voor patiënten?

A
  • Variatie in de preferentie voor een rol in het beslisproces / variatie in wel of niet mee willen beslissen
  • Minder geletterd zijn
40
Q

Wat zijn drempels van gedeelde besluitvorming voor het systeem?

A
  • Logistiek: bijv. tijdsdruk
  • Financieel: bijv. soms is extra consult nodig voor gedeelde besluitvorming, waar niet altijd een vergoeding voor is
41
Q

Wat zijn keuzehulpen / decision aids?

A
  • Meer kennis
  • Meer betrokkenheid bij keuze
  • Nuttige ondersteuning, maar geen vervanging van arts-patiënt gesprek
42
Q

Wat toont onderzoek over de toepassing van gedeelde besluitvorming?

A

Onderzoek toont echter beperkte toepassing:
1. Patiënten zijn zich er niet van bewust dat er een keuze is.
2. Patiëntvoorkeuren vaak niet nagevraagd
3. Presentatie van behandelopties is niet gebalanceerd.

43
Q

Wat zijn voorbeelden van manieren waarop behandelopties ongebalanceerd worden weergegeven?

A
  • Bijwerkingen noemen na behandelbeslissing (67%)
  • Impact op kwaliteit van leven bagatelliseren (43%)
44
Q

Wat is een misverstand over bespreking van behandelopties?

A

Gedeelde besluitvorming uitleggen als: beslissing geheel bij de patiënt liggen

45
Q

Wat is een kwaliteitsindicator?

A

Parameter die je kan meten en (deel van) kwaliteit van zorg representeert.

46
Q

Noem een aantal voorbeelden van structuurindicatoren

A

Bijv: aantal bedden, stroke unit, eerste hulp, aantal dienstdoende artsen

47
Q

Noem een aantal voorbeelden van procesindicatoren

A

Bijv.: trombolyse, binnen 1 u gezien door arts, CT-scan gemaakt, operatie binnen x weken, aspirine gegeven

48
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van procesmaten?

A

Voordelen:
* Geven direct suggesties voor verbetering
* Koppelen aan ‘evidence based’ zorg
* Niet zo gevoelig voor populatie

Nadelen
* Deel van de zorg, niet geheel
* Minder relevant voor patiënt

49
Q

Noem een aantal voorbeelden van uitkomstmaten

A

Bijv: sterfte, Patient Reported Outcome Measures (PROMs), kwaliteit van leven, heroperaties, complicaties, wondgenezing

50
Q

Wat zijn voor- en nadelen van uitkomstmaten?

A

Voordelen:
* Relatief makkelijk te verzamelen
* Relevant voor patiënten

Nadelen:
* Slechte zorg kan gecompenseerd worden met goede zorg
* Geven geen idee wat precies slecht gaat

51
Q

Wat zijn statistische methoden om rekening te houden met onzekerheid?

A
  • Random effect modellen
    o Combineren uitkomst in 1 ziekenhuis met uitkomst in hele populatie
    o  beste voorspelling van kans op sterfte voor volgende patiënt
  • Rankability
    o Combineert grootte van verschillen (uit random effect model) met onzekerheid
     mate waarin geobserveerde verschillen echte variatie weergeven vs toevallige variatie
52
Q

Wat is rankability?

A

mate waarin geobserveerde verschillen echte variatie weergeven vs. toevallige variatie

53
Q

Wat is een structuurindicator?

A

indicator die iets zegt over de middelen die beschikbaar zijn om een patiënt te behandelen

54
Q

Wat is een procesindicator?

A

indicator die iets zegt over de dingen die de zorgverlener doet of uitvoert

55
Q

Waarom stijgen de zorgkosten?

A
  • Demografische ontwikkelingen (veroudering)
  • Medisch technologische ontwikkelingen
  • Indicatieverbreding / uitbreiding collectieve pakket
56
Q

Wat is Value Based Healthcare?

A

Value = Uitkomsten/kosten
* Focus op uitkomsten die belangrijk zijn voor patiënten
* Proces/Structuur secundair aan resultaten
* Expliciete integratie van kosten

Level of analysis
* Volledige zorgcyclus aandoening i.p.v. individuele zorginterventie

Minder nadruk op controle
* Afrekenen op resultaten
* Zorgverleners richten hun eigen proces in

57
Q

Hoe verbetert transparatie de kwaliteit van de zorg?

A

Patiënten kunnen Zorgaanbieders met de beste uitkomsten kiezen (selection pathway)

Zorgaanbieders leren door vergelijking van uitkomsten met anderen
* Reputatie (Reputation pathway)
* Inspireren (Change pathway)

Zorgaanbieders concurreren op meetbare resultaten met betalingen gekoppeld aan uitkomsten

58
Q

Welke methodologische aspecten kunnen de geobserveerde verschillen in zorgkwaliteit deels verklaren?

A

statische onzekerheid, case-mix, residual confounding en registration bias.

59
Q

Welke uitkomsten zijn van belang voor VBHC?

A
  • Waar patiënten om geven
  • Variatie tussen zorgaanbieders
60
Q

Wat is case-mix confounding?

A
  1. Een variabele die zowel:
    a. Geassocieerd is met ziekenhuisselectie
    b. Onafhankelijk de uitkomst beïnvloedt.
  2. De prevalentie verschilt tussen zorgaanbieders
    a. Anders geen vertekening

Vergelijkingen tussen zorgaanbieders kunnen worden gecorrigeerd voor waargenomen confounders
* Waarschijnlijk worden niet alle relevante variabelen
* Resterende confounding is altijd aanwezig
* Mate van resterende vertekening onbekend

61
Q

Wat zijn de zes dimensies van kwaliteit van zorg?

A
  1. Veiligheid
  2. Effectiviteit
  3. Patiëntgerichtheid
  4. Tijdigheid
  5. Efficiency
  6. Gelijkheid
62
Q

Wat is de definitie van toegankelijkheid van zorg?

A

“een situatie waarin eenieder die behoefte aan zorg heeft, feitelijk van deze zorg gebruik kan maken, binnen een redelijke termijn en tegen redelijke kosten”

63
Q

Welke vormen van toegankelijkheid zijn er? Licht deze toe.

A
  • Geografische toegankelijkheid: zijn voorzieningen zo gespreid dat iedereen binnen redelijke tijd benodigde zorg krijgt?
  • Tijdige toegankelijkheid: is zorg binnen een redelijke termijn beschikbaar? (deels ook bepaald door geografie)
  • Culturele toegankelijkheid: is de zorg acceptabel voor verschillende bevolkingsgroepen?
  • Financiële toegankelijkheid: kan iedereen de zorg betalen die nodig is?
64
Q

Wat zijn de oorzaken van oplopende wachttijden?

A
  • Toenemende vraag
  • Toenemende verwijzingen
  • Personeelstekorten
  • Budgetplafonds
65
Q

Omschrijf het actuele probleem van druk op tijdige toegankelijkheid van geneesmiddelen

A

Geneesmiddelentekorten komen steeds vaker voor. In 2023 waren meer dan 2000 geneesmiddelen (tijdelijk) niet beschikbaar. Bij tijdelijke geneesmiddelentekorten kunnen medicijnen soms niet tijdig worden geleverd.
Oorzaken:
* Een zo beperkt mogelijke voorraad bij fabrikanten en de groothandel;
* Daarnaast: het preferentiebeleid van de zorgverzekeraars (zorgverzekeraars kopen heel scherp in, kunnen het goedkoopste generieke middel inkopen; voor grote fabrikanten niet een heel interessant land)
o Lage medicijnprijzen in Nederland
o Lage geneesmiddelenconsumptie in Nederland

66
Q

Welke factoren kunnen toegankelijkheid belemmeren bij onverzekerden?

A
  • Patiënt: angst, onwetendheid, ontkenning
  • Dokter: kent regels niet, stelt zich niet toegankelijk op
  • Samenleving: mensen zonder BRP uit zorgverzekering
67
Q

Hoeveel onverzekerden zijn er gemeld?

A
  • Rond 240.000 EU-migranten, wel een BSN maar geen adres; zeer velen niet verzekerd
68
Q

Wat zijn kenmerken van de onverzekerde patiëntenpopulatie?

A
  • Vaak multiproblematiek: huisvesting, schulden, relatie(s), werk, gezondheid en verward gedrag
  • Ervaren stigma’s en schaamte, en het idee dat medische zorg bij onverzekerdheid niet mogelijk is
  • Zelfstandig weer verzekerd raken lukt vaak niet vanwege multiproblematiek, beperkte middelen en vaardigheden en ingewikkelde procedures
69
Q

Welke zorg moet worden geleverd aan onverzekerden?

A
  • Onderzoek commissie Klazinga
  • Ondersteuning door LHV en LSV
  • Wat in de basiszorgverzekering zit, moet geleverd worden aan onverzekerden, illegale/ongedocumenteerden
  • Regeling via CAK
70
Q

Welke problemen zie we bij onverzekerden/bankslapers?

A
  • Doelgroep bankslapers/Rotterdammers
  • Geen inschrijving BRP, dus niet mogelijk om een zorgverzekering af te sluiten
  • Net 18 geworden en niet weten dat je zelf een verzekering moet afsluiten
  • Uit huis gezet door je ouders en geen adres BRP
  • Gescheiden en nog geen nieuw adres bij de gemeente.
  • Niet mogelijk om briefadres te krijgen. (gemeente weigert)
71
Q

Welke problemen zien we bij onverzekerde EU migranten?

A
  • Doelgroep EU migranten
  • Gebrek aan kennis (ik wist niet dat het moest)
  • Koppeling werk en huisvesting. Bij ontslag geen onderdak meer en uit de BRP
  • Geen inschrijving BRP mogelijk
  • Koppeling werk en zorgverzekering. Bij ontslag geen verzekering meer
  • Werkgever zou het regelen, maar doet het niet
72
Q

Welke problemen zien we bij mensen met schulden bij zorgverzekering

A
  • Aanvullende verzekering voor tandarts en fysio stopt
  • Incasso
73
Q

Welke oplossingen hebben we al voor onverzekerden?

A
  • Voorlichting 18+, EU migranten, nieuwkomers in de stad
  • Ondersteuning bij inschrijving BRP (groepsinschrijving via werkgevers)
  • Ondersteuning bij aanvragen briefadres via wijkteam/vraagwijzer
  • Werkgroep onverzekerdenzorg bij de Stichting Rijnmond Ziekenhuizen
74
Q

Wat zijn verticale gezondheidsprogramma’s?

A

ziekte specifieke programma’s die los staan van het algemene gezondheidszorgsysteem, met hun eigen budgetten, management, en dienstverlening

75
Q

Waarom zijn verticale gezondheidsprogramma’s m.b.t. hiv in sub-Sahara Afrika niet langer houdbaar?

A
  • Donorgeld neemt af, terwijl behandelprogramma’s alleen maar groeien
  • Steeds meer gezondheidswerkers nodig, waardoor andere zorg bedreigd wordt
  • Mensen met HIV leven langer en hebben daardoor steeds complexere zorg nodig
  • Toenemende scheefgroei tussen de zorg voor HIV patiënten, en andere ziekten
76
Q

Wat zijn zeven belangrijke maatstaven voor een succesvol gezondheidszorgsysteem (hiv college)?

A
    1. Kosten (= wat zijn de totale kosten van een zorgsysteem)
    1. Efficiëntie (= kosteneffectiviteit)
    1. Kwaliteit (= worden patiënten voldoende geholpen)
    1. Haalbaarheid (= hoe groot is de kans dat we de doelstellingen halen met dit systeem)
    1. Patiënt-vriendelijkheid (= komt de zorg tegemoet aan de wensen van de patiënt)
    1. Gelijkheid (= heeft iedereen dezelfde kansen op zorg?)
    1. Aanvaardbaarheid (= is de vorm van zorgverlening acceptabel?)
77
Q

Welke vier zorgmodellen voor hiv en andere zorg in sub-Sahara Afrika zijn er?

A
  1. Voortzetten huidig beleid
  2. Taakverschuiving (“task-shifting”)
  3. Decentralisatie
  4. Integratie
78
Q

Wat is het huidige beleid rondom hiv zorg in sub-Sahara Afrika?

A

Verticaal programma
* Never change a winning team
* Doorgaan met de huidige manier van HIV zorg aanbieden
* Standalone HIV klinieken blijven bestaan

79
Q

Hoe scoort een verticaal programma op de zeven belangrijke maatstaven van een succesvol gezondheidszorgsysteem (kosten, efficiëntie, kwaliteit, haalbaarheid, patiënt-vriendelijkheid, gelijkheid, aanvaardbaarheid)?

A
  • Kosten: hoog
  • Efficiëntie: laag/hoog (efficiënt voor het programma zelf, maar voor het gehele gezondheidszorgsysteem heel efficiënt)
  • Kwaliteit: zeer hoog
  • Haalbaarheid: laag
  • Patiënt-vriendelijkheid: laag
  • Gelijkheid: zeer laag
  • Aanvaardbaarheid: gemiddeld
80
Q

Wat zijn de voordelen van een verticaal programma?

A
  • Geen grote herzieningen nodig, voortzetten van huidige succesvolle beleid is relatief makkelijk
  • Hoog-specialistische zorg geeft hoge efficiëntie en kwaliteit
81
Q

Wat zijn de nadelen van een verticaal programma?

A
  • Haalbaarheid: Zorg raakt overspannen, te weinig gezondheidszorgmedewerkers om huidige programma’s verder te kunnen uitbreiden
  • Haalbaarheid: waarschijnlijk niet mogelijk om iedereen te bereiken -> minder effecten op de epidemie en meer kans op ontwikkelen en verspreiden van resistentie
  • Efficiëntie: relatief inefficiënt met betrekking tot andere zorg
  • Patiënt-vriendelijkheid/gelijkheid: patiënt onvriendelijk als het om andere zorg gaat
82
Q

Wat is taakverschuiving?

A
  • “Het delegeren van taken naar minder-gespecialiseerde gezondheidswerkers”
  • Bijvoorbeeld: taken van een arts doorschuiven naar een verpleegkundige
  • Kan zo ver gaan als naar de individuele patiënt
83
Q

Hoe scoort een “taakverschuiving” op de zeven belangrijke maatstaven van een succesvol gezondheidszorgsysteem (kosten, efficiëntie, kwaliteit, haalbaarheid, patiënt-vriendelijkheid, gelijkheid, aanvaardbaarheid)?

A
  • Kosten: laag
  • Efficiëntie: hoog
  • Kwaliteit: laag
  • Haalbaarheid: zeer hoog
  • Patiënt-vriendelijkheid: laag/gemiddeld
  • Gelijkheid: gemiddeld/hoog
  • Aanvaardbaarheid: laag
84
Q

Wat zijn de voordelen van taakverschuiving?

A
  • Kosten nemen af en efficiëntie neemt toe
  • Artsen worden minder ingezet, en kunnen dus breder worden ingezet voor andere zorgdoeleinden
  • Haalbaarheid van de doelstellingen nemen toe, aangezien relatief laaggeschoolde gezondheidswerkers meer beschikbaar zijn
  • Mogelijke voordelen voor de gemeenschap: er worden relatief meer (laaggeschoolde) banen gecreëerd, wat werkloosheid kan doen afnemen.
85
Q

Wat zijn de nadelen van taakverschuiving?

A
  • Kwaliteit van de zorg kan afnemen, met name vroegtijdige signalering van problemen bij mensen met behandeling kan een probleem zijn
  • Patiënt-vriendelijkheid kan afnemen voor patiënten die extra zorg nodig hebben, door de extra zorglagen die worden geïntroduceerd
  • Aanvaardbaarheid kan afnemen, wanneer patiënten meer en meer worden geconfronteerd met laaggeschoolde gezondheidswerkers of zélf de verantwoordelijkheid op zich moet nemen
  • Lost het probleem van zorg-ongelijkheid niet op
86
Q

Wat is decentralisatie?

A
  • “Het overhevelen van taken en verantwoordelijkheden naar een lager niveau”
  • Voor hiv zorg betekent dit: zorg uit de klinieken, naar de gemeenschap brengen
    o Zorg aan huis
    o Zorg in de gemeenschap
    o Automaat voor medicijn verstrekking
  • Vaak in combinatie met taakverschuiving
  • Beter bereik van zorg voor de gemeenschap
87
Q

Hoe scoort “decentralisatie” op de zeven belangrijke maatstaven van een succesvol gezondheidszorgsysteem (kosten, efficiëntie, kwaliteit, haalbaarheid, patiënt-vriendelijkheid, gelijkheid, aanvaardbaarheid)?

A
  • Kosten: hoog
  • Efficiëntie: gemiddeld
  • Kwaliteit: laag
  • Haalbaarheid: zeer hoog
  • Patiënt-vriendelijkheid: hoog
  • Gelijkheid: gemiddeld
  • Aanvaardbaarheid: laag en hoog
88
Q

Wat zijn voordelen van decentralisatie?

A
  • Bereik van de hiv zorg neemt toe, waardoor haalbaarheid van doelen waarschijnlijker wordt
  • Patiëntvriendelijker: patiënten krijgen zorg in of vlak bij huis, en hoeven dus niet meer te reizen en lang in de rij te staan
  • Klinieken en gezondheidswerkers worden ontzien, waardoor deze zich meer kunnen richten op complexere zorgtaken
  • Mogelijk voordelen voor de gemeenschap: er worden relatief meer (laaggeschoolde) banen gecreëerd, wat werkloosheid kan doen afnemen
89
Q

Wat zijn nadelen van decentralisatie?

A
  • Kosten kunnen toenemen
  • Kwaliteit van de zorg kan afnemen, met name vroegtijdige signalering van problemen bij mensen met behandeling kan een probleem zijn
  • Patiënt-vriendelijkheid kan afnemen voor patiënten die extra zorg nodig hebben, door de extra zorglagen die worden geïntroduceerd
  • Aanvaardbaarheid kan afnemen, wanneer de zorg te dicht bij huis komt kan dit gevolgen hebben voor de privacy van mensen.
  • Lost het probleem van zorg-ongelijkheid niet op
90
Q

Wat is integratie (in zorgsysteem)?

A
  • “Het samenvoegen van twee afzonderlijke delen”
  • Integratie van hiv zorg kan op verschillende niveaus:
    o Specifieke zorg integreren in hiv klinieken
    o Specifieke hiv zorg toevoegen aan andere zorgsectoren
    o Compleet samenvoegen van hiv zorg en eerstelijns zorg
  • Komt tegemoet aan de internationale roep voor “universal health coverage”
91
Q

Hoe scoort “integratie” op de zeven belangrijke maatstaven van een succesvol gezondheidszorgsysteem (kosten, efficiëntie, kwaliteit, haalbaarheid, patiënt-vriendelijkheid, gelijkheid, aanvaardbaarheid)?

A
  • Kosten: laag
  • Efficiëntie: laag of hoog
  • Kwaliteit: zeer laag
  • Haalbaarheid: laag
  • Patiënt-vriendelijkheid: hoog
  • Gelijkheid: zeer hoog
  • Aanvaardbaarheid: hoog
92
Q

Wat zijn voordelen van integratie?

A
  • Efficiëntie en bereik van de algemene zorg neemt toe
  • Meer gelijkheid in toegang tot zorg, ongeacht de aandoening
  • Kwaliteit en toegankelijkheid van andere zorg wordt groter
  • Alle zorg op één plek is patiëntvriendelijker
93
Q

Wat zijn nadelen van integratie?

A
  • Kwaliteit van de hiv zorg zal waarschijnlijk lijden door het minder specialistische karakter van de zorg
  • Risico op lange rijen en wachtlijsten, omdat de beperkte middelen nu voor alle aandoeningen worden ingezet
  • Het lijkt onwaarschijnlijk dat in sub-Sahara Afrika de doelen zullen worden gehaald
  • Relatief onaantrekkelijk voor donorlanden, omdat er een minder duidelijk meetbaar effect is van donorgeld.