Vermogensrecht Flashcards

1
Q

Noem 3 verplichtingen van de ondernemer

A
  1. Publicatieplicht
  2. Administratieplicht
  3. Ondernemingsraad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschillen tussen subjectief en objectief recht?

A

Subjectief recht gaat over één persoon: ik mag als eigenaar mijn fiets gebruiken.
Objectief recht gaat over iedereen: de eigenaar van een fiets mag zijn fiets gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de 4 verplichtingen van de verhuurder

A
  1. Ter beschikking stellen
  2. Het verhelpen van gebreken
  3. Onderhoudsplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de verplichtingen van de huurder

A
  1. Verplicht tot tegenprestatie
  2. Goede huurder zijn
  3. Het toelaten van werkzaamheden
  4. Aan het einde ter beschikking stellen
  5. Schadevergoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer eindigt een huurovereenkomst?

A
  1. Bepaalde tijd
  2. Onbepaalde tijd
  3. Ontbinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe komt een overeenkomst tot stand?

A
  1. Er moet een aanbod zijn
  2. Aanbod moet aanvaard worden
  3. Wilsovereenstemming zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is er toch geen overeenkomst?

A
  1. Handelingsonbekwaam
  2. Onder curatele stelling
  3. Onder invloed van wilsgebrek
  4. Door schuldenaar ten nadele van andere schuldeisers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly