Geld en banken Flashcards
Wat is de definitie van geld?
Datgene wat binnen een bepaalde samenleving algemeen wordt geaccepteerd als rekeneenheid, ruilmiddel of vermogensobject (ook wel oppotmiddel)
Wat zijn de 3 economische functies van geld? (Inclusief korte toelichting)
- Rekenmiddel
Het geeft een ruilverhouding weer - Ruilmiddel
Het laat de ongedifferentieerde koopkracht zien - Spaarmiddel
Bewaren van koopkracht (uitsmeren van consumptie)
Wat voor politieke functie heeft geld?
Het werkt als een bindmiddel. Het is een stuk trots, iets wat van jouw land is.
Bijvoorbeeld: Engeland die alleen de EU in wilde met behoud van eigen munt.
Noem 3 vroegere verschijningsvormen van geld. (Geef ook een korte beschrijving)
- Schelpen (Langst gebruikte betaalmiddel)
- Zilver en goud
- Sigaretten (Veel gebruikt in de gevangenissen)
Noem de 7 doelmatigheidseisen van geld:
- Gemakkelijk te vervoeren (Stenen op yap-eilanden)
- Weinig informatiekosten
- Duurzaam
- Homogeen
- Deelbaar
- Herkenbaar
- Waardevast
Geef de beschrijving van intrinsieke waarde en nominale waarde van geld.
Intrinsieke waarde: Materiaalwaarde
Nominale waarde: De waarde van het geld in het economische verkeer
Wat is het verschil tussen volwaardig en fiduciair geld
Volwaardig geld: De intrinsieke en nominale waarde zijn gelijk aan elkaar
Fiduciair geld: Nominale waarde is groter dan intrinsieke waarde (gebaseerd op vertrouwen)
Wat is de kern van fiduciair geld?
De waarde van geld valt of staat uiteindelijk met vertrouwen van de acceptatie ervan. Geld is een afspraak, op onderling vertrouwen, van algemene acceptatie. Het wordt dus niet bepaald op basis van wetgeving.
Wat zijn wel of geen wettige betaalmiddelen?
Chartaal geld is een wettig betaalmiddel.
Giraal geld en privaat in omloop gebracht geld ook niet.
Beschrijf op welke manier geldgebruik bijdraagt aan ruiltransacties en specialisatie.
Door geld wordt het leven van mensen oneindig veel makkelijker gemaakt. Door geld heb je niet per product een andere ruilvoet.
Je kunt je ook specialiseren, omdat je weet dat jouw specialisme uitbetaald en dus nuttig is. Zonder geld moet je specialisme, maar net van pas komen en moet je de goede klanten treffen.
Benoem en beschrijf de verschillende monetaire aggregaten.
M0:
- Bestaat alleen uit de volgende verplichtingen van de centrale bank:
Totale hoeveelheid chartale geld + liquiditeitsreserves die banken hebben bij de centrale bank
- Girale geld in handen van publiek valt hier niet onder.
M1: Geldhoeveelheid in enge zin (maatschappelijke geldhoeveelheid)
- Chartale en girale geld in handen van publiek
- Chartale geld van banken hoort hier niet bij (wel bij M0)
M2: Geldhoeveelheid in ruime zin:
- M1 + secundaire liquiditeiten, zoals (kortlopend) spaargeld
M3: Een nog breder aggregaat:
- M2 + aandelen in geldmarktfondsen en obligaties met een looptijd tot 2 jaar
Geef een beschrijving van de Engelse kolonieën gehanteerde tabaksstandaard en leg uit waarom de tabakshuizen een voorloper waren van de centrale bank.
Tabak werd in 1642 als wettig betaalmiddel gezien. Om inflatie te onderdrukken werd productie tabak verboden.
Eerst werd alleen de hoeveelheid gecontroleerd daarna kwaliteit. Voor goede tabak werden certificaten uitgegeven. De certificaten werden geldig betaalmiddel.
Beschrijf het probleem van het hanteren van een metalen geldstelsel en benoem een oplossing.
Bij het gebruik van metalen dient steeds weer het gewicht en de samenstelling te worden vastgesteld wat omslachtig is en fraudegevoelig.
Daarom kwam er een standaardvorm met stempel. De overheid hoefde geen geld te creëren, maar munt te openen. Tegen geringe vergoeding slaan met standaardgewicht en vorm.
Leg uit hoe het hanteren van een fiduciair geldstelsel kon leiden tot geldscheppingswinsten voor de overheid en de gevaren die daarbij konden ontstaan.
De overheid kan door de munten de intrinsieke waarde verhogen. De bank kan geldscheppingswinst incasseren, omdat de productiekosten veel lager liggen dan de economische waarde.
Als de overheid doorgaat met onvolwaardig geld produceren en het geld harder stijgt dan goederen -> inflatie
Geef het verschil aan tussen tekenmunten en standaardmunten.
Tekenmunten: De waarde wordt bepaald door het teken wat erop staat, niet het metaalgehalte.
Standaardmunten: De waarde wordt geheel bepaald door het metaalgehalte.
Leg het ontstaan van bankbiljetten uit en omschrijf de ontwikkeling van goudsmid tot bankier.
In de 17e eeuw gingen Londense kooplieden hun geld hetzij bij de Munt in de Tower, hetzij
bij goudsmeden in bewaring geven. Dat leek veiliger dan thuis bewaren. Koning Karel I verkeerde echter af en toe in geldnood en leende geld. De kooplieden leverden hun goud daardoor liever in bij de goudsmeden (particuliere sector). De kooplieden betaalden bewaarloon aan de goudsmid en kregen een reçu, op naam, terug. Bij opvraging kregen ze dan precies het goud of de munten terug die ze gedeponeerd hadden. De reçu’s werden vervolgens overdraagbaar gemaakt. Na verloop van tijd gingen ze ook in ronde bedragen luiden. Het werden promesses: ‘I promise to pay to…… bearer (toonder)’ Het werd toonderpapier, en daarmee waren het bankbiljetten geworden. De bankbiljetten waren niet volledig fiduciair: ze werden voor 100% gedekt door edelmetaal. De goudsmeden ontdekten dat het gedeponeerde goud nooit in zijn geheel opgevraagd
werd, zodat ze krediet konden verlenen. Er konden meer bankbiljetten in omloop worden gebracht dan dat er goud in de kluis lag. Kredietverlening ging gepaard met uitbreiding bankbiljettencirculatie en vermindering voorraad goud in de kluizen van de goudsmid. De goudsmid is door de kredietverlening bankier geworden.
Leg de wet van Gresham uit.
Het relatief overgewaardeerde geld verdringt het relatief ondergewaardeerde geld
Geef een globale beschrijving van ontwikkeling in gebruik in munten.
Tot de 19e eeuw (begin centralisatie muntslag) grote verscheidenheid in muntgebruik.(verder aanpassen?)
Noem 2 manieren waarop de overheid (en muntmeesters) bezig waren met geldontwaardiging
- Sjoemelen met oorspronkelijke gewicht
2. Snoeien: Verkleinen van muntjes door afknippen randjes
Noem 2 manieren waarop de overheid (en muntmeesters) bezig waren met geldontwaardiging
- Sjoemelen met oorspronkelijke gewicht
2. Snoeien: Verkleinen van muntjes door afknippen randjes
Noem de 6 functies van de Amsterdamse wisselbank
- Alleenrecht wissel- en kassiersactiviteiten A’dam.
- Gaven kooplieden goede munten voor internationaal betalingsverkeer
- Kooplieden kunnen munten deponeren en bijschrijven op rekening
- Voor tegoed schreven banken ‘assignaties uit (betaalbewijzen)
- Girobank: Kooplieden konden naar anderen overschrijven
- Kredietverlening aan gem. A’dam, Staten van Hofland, VoC
Geef een globale beschrijving van bankbiljetten en DNB
Voor 1904 had de DNB (De Nedelandse Bank) nog geen monopolie op de markt en moesten alle bankbiljetten volledig gedekt zijn. Dit kwam omdat het nog geen officieel betaalmiddel was. Op dat moment werden ze nog niet veel gebruikt, maar tijdens WO1 begonnen de bankbiljetten steeds vaker in de loonzakjes te verschijnen. Na de WO2 kreeg de DNB uiteindelijk toch een monopolie op de bankbiljetuitgifte. De voornaamste taak van de DNB werd op dat moment het vergemakkelijken en bevorderen van het girale en chartale betalingsverkeer.”
Liquiditeitspercentage berekening
(kas + saldi centrale banken) / (saldi rekening courant + direct opvraagbaar spaargeld)
Solvabiliteitspercentage
Eigen vermogen / som van alle activa (balanstotaal)
Beschrijven hoe chartale geldcreatie middels substitutie plaats kan vinden (of plaatsvond).
Er is dus geen sprake van uitbreiding, maar een verandering in samenstelling. De bankbiljetten werden later steeds meer gebruikt, het geld werd nog apart voor je gehouden.
Beschrijven hoe chartale geldcreatie middels wederzijdse schuldaanvaarding plaats kan vinden (of plaatsvond) als het effect van deze kredietverlening op het dekkingspercentage.
Banken geven geld uit wat niet opgehaald wordt, daardoor wordt de maatschappelijke geldhoeveelheid groter.
Schuld bank: Geld kan elk moment opgehaald worden
Schuld publiek: Geld moet terugbetaald worden aan bank.
Dekkings% wordt lager want er is meer geld met minder dekking
Leg wederzijdse schuldaanvaarding uit van beiden kanten.
- Het nieuwe krediet is een schuld van de klant aan de bank.
- Het in omloop gebrachte geld is een schuld van de bank aan haar klant
Wat is het verschil tussen materiële geldschepping en niet-materiële geldschepping?
Materiele geldschepping: Wanneer de geldhoeveelheid veranderd door het dekkingspercentage te verminderen (wederzijdse schuldaanvaarding).
Niet materiele geldschepping: Wanneer de geldhoeveelheid niet veranderd, maar de samenstelling wel (substitutie).
Beschrijf het begrip seigniorage (geldscheppingswinst)
De kosten van het papier geld zijn vele malen lager dan de geldwaarde in het economische verkeer. Als de overheid vervolgens zelf dit geld zou mogen uitgeven zou er geldscheppingswinst ontstaan.
Leg de gevaren uit van seigniorage (geldscheppingswinst)
De verleiding om geld te blijven maken is erg groot. Dit is de reden, waarom het door veel landen verboden is.
Er is ook een mogelijkheid dat het geld hierdoor minder waard zal worden.
Geef een beschrijving van de monetaire basis (ook wel basisgeld of M0). Met betrekking tot girale geldschepping.
M0 is het papiergeld en de bancaire (liquiditeits-) reserves (De rekeningen van de commerciële banken).
Geef een voorbeeld op de manier waarop de centrale bank geld kan scheppen via kredietverlening
Wanneer de centrale bank krediet verleend aan de commerciële bank waardoor liquiditeit % omhoog gaat.
Geef een voorbeeld op de manier waarop de centrale bank giraal geld kan scheppen via open-marktingreep.
Als de centrale bank effecten van een bank op koopt.
Beschrijf hoe girale geldschepping en/of geldvernietiging middels substitutie plaats kan vinden bij commerciële banken.
Wanneer chartaal geld op de bank wordt gestort, waardoor de samenstelling van M1 veranderd.
Beschrijf hoe girale geldschepping en/of geldvernietiging middels wederzijdse schuldaanvaarding plaats kan vinden bij commerciële banken en het effect hiervan op de liquiditeit en solvabiliteit van de bank weergeven.
Wanneer iemand geld leent van de bank en het geld direct op de rekening van de lenende wordt geplaatst. De transactie zal invloed hebben op de liquiditeit en solvabiliteit van de bank.
Beschrijf hoe girale geldschepping en/of geldvernietiging middels monetisatie plaats kan vinden bij commerciële banken.
Wanneer een klant geld overmaakt van de lopende naar de spaarrekening rekening zal M1 toenemen.
Beschrijf hoe geldschepping en/of geldvernietiging middels transformatie plaats kan vinden bij commerciële banken
Wanneer een bank activa (een gebouw) koopt van een klant en het geld op zijn bankrekening stort.
Geef een beschrijving van monetaire financiering.
De centrale bank koopt een staatslening op, waardoor de overheid nieuw geld krijgt. De overheid geeft dit vervolgens weer uit.
Beschrijf hoe geldschepping werkt met ‘helikoptergeld’.
De naam komt vanuit het beeld dat er een helikopter over het land vliegt dat gratis geld eruit gooit.
De overheid kan dit doen door heffingskortingen te verhogen of belastingen aanpassen etc.
Beschrijf waarom helikoptergeld vaak ‘verkeerd’ gezien wordt
De overheid geeft niet zomaar gratis geld weg dus het publiek zal denken dat er iets aan de hand is.
Beschrijf de mate waarin en de manier waarop ‘het buitenland’ effect heeft op het binnenlandse geldscheppingsproces.
Door de internationale vrijhandel en vrij grensoverschrijdend kapitaalverkeer is het buitenland van grote invloed op de binnenlandse monetaire omstandigheden. Bijvoorbeeld een Amerikaanse investeerder die in NL investeert.
Geef voorbeelden van internationale handel die gevolgen hebben voor de binnenlandse geldhoeveelheid (M1), en de transacties hierbij op een balans weergeven en analyseren.
1) Een Amerikaanse belegger koopt 1.000 Nederlandse effecten (van ING-klant) Stijging binnenlandse geldhoeveelheid (M1), omdat girale geldhoeveelheid stijgt.
2) ING besluit de verkregen dollars bij de centrale bank te wisselen tegen euro’s. Nu zal ook de monetaire basis (M0) toenemen.
Het verschil weergeven tussen chartale en girale kredietverlening
Met chartale kredietverlening veranderd de verdeling van M1, bij girale kredietverlening neemt M1 toe.
Beschrijf het begrip rentemarge
Het verschil tussen de rente die de bank ontvangt (lenen) en uitgeeft (sparen).
Leg het begrip ‘fractional reserve banking’ uit
Dat betekend niet dat het geld niet volledig gedekt is. Dit betekent niet dat het helemaal niet gedekt is, maar dat het snel opvraagbare geld niet gedekt is.
Noem een voordeel en een nadeel van ‘fractional reserve banking’
Nadelen: De banken zijn erg kwetsbaar tijdens bankruns
Voordelen: Commerciële banken kunnen niet eindeloos krediet verstrekken vanwege: liquiditeitsvoorschriften, solvabiliteitsvoorschriften, de vraag naar geld is niet oneindig.