Geschiedenis v/h econ. denken Flashcards
Wat is ceteris paribus?
Alle overige omstandigheden blijven gelijk
Wat is stationary state?
Economische stagnatie met een winstvoet en rentestand van 0, waarbij lonen nauwelijks boven bestaansminimum uitkomen
Grieken en scholasten:
Wat dachten zij van inkomensverdeling?
Inkomen naar maatschappelijke functie en status
Grieken en scholasten:
Wat dachten zij van prijzen?
Voldoende om kosten te dekken en gekoppeld aan maatschappelijke waardering van het goed
Grieken en scholasten:
Wat is de waardeparadox?
Goederen met een hoge gebruikswaarde hebben soms een hele
lage ruilwaarde
Grieken en scholasten:
Wat zijn enkele kenmerken van die economische tijd?
o Voortbrengen goederen en diensten voornamelijk door slaven.
o Goede leven voor hen die Griek zijn en tot het mannelijk geslacht
behoren.
o “Kunst van het huishouden”
o Prijsvorming en inkomensverdeling via instituties.
Grieken en scholasten:
Wat is het onderscheid tussen gebruikswaarde en ruilwaarde bij Aristoteles?
o Gebruikswaarde
Bepaald door het nut van een product
▪ Nut neemt meer toe bij schaarse goederen
o Ruilwaarde
De prijs
▪ Mag niet afwijken van de gebruikswaarde, anders winst
* Winst is een niet natuurlijke bron van inkomsten
Wat is de visie van Thomas v. Aquino t.a.v. de verdelende en de ruil- rechtvaardigheid?
o Van Aguino was niet tegen allocatie via de markt, maar dit mocht niet de
ideale en rechtvaardige orde verstoren.
- Het inkomen wordt verdeeld naar maatschappelijke functie
en status. - De prijs moet enerzijds de kosten dekken, anderzijds
bepaald de maatschappelijke waardering een rol in de
prijsvorming.
Wat waren de belangrijkste elementen van het scholastisch denken?
o Marktverkeer wordt geaccepteerd maar wel regels:
▪ Rechtvaardige prijs is resultaat van vraag en aanbod
* Vraag: nut en marktwaarde
* Aanbod: kosten
▪ Eerste levensbehoefte via overheid
o Rente is toegestaan, maar het mag niet voortkomen uit winstbejag.
Wat betekent het Mercantilisme?
o Begrip afgeleid van het woord mercator (koopman).
o Stroming binnen het economisch denken in de 16e t/m 18e eeuw
o Voor handel en nijverheid ter bevordering macht en rijkdom staat
Wat is de hoofdveronderstelling van het mercantilistisch denken?
- Geld is essentieel voor machtspositie van de staat
- Extreme stroming: Hoe meer geld, hoe rijker
- Gematigde stroming: Geld is smeer- en stimuleringsmiddel voor productie - Hoeveelheid goederen en hulpbronnen in de wereld is statistisch gegeven.
Wat zijn 3 manieren waarop mercantilisme een overschot op de handelsbalans kon worden bereikt?
- Tegengaan van import
- Export bevorderen
- Verbod uitvoer edelmetalen
- Monopolisering buitenlandse handel
Wat is een denkfout in het mercantilistisch denken en wat zijn de gevolgen?
o Vergroting geldhoeveelheid leidt tot prijsstijgingen
▪ Export bemoeilijkt (duurder voor het buitenland)
▪ Import gestimuleerd (goedkopere producten buitenland)
Wat zijn fysiocraten?
▪ Economische school die de relatie tussen productie en verdeling aan onderzoek onderwerpt. Verondersteld dat er in navolging op
natuurkunde wetmatigheden te ontdekken zijn.
Wat is de tableau économique?
Macro economisch kringloopmodel van Quesnay
Wat betekent classe productive?
Landbouw
Wat betekent classe sterile?
Handel en nijverheid
Wat betekent classe propiétaire
De grondeigenaren