Gvhed Flashcards

1
Q

Wat zei Aristoteles?

A

Hoogte inkomen door:
- Status
- Maatschappelijke functie

Prijsvorming reguleren door sociale controle

Interestverbod en tegen geldhandel -> Niet profiteren van andermans noden

Bekijkt economie vanuit etisch optiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar was Thomas van Aquino een onderdeel van?

A

De Scholasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat geloofde de scholasten? (Thomas van Aquino)

A

Aanvaart allocatie van de markt, maar niet rechtvaardige orde verstoren

Rechtvaardig inkomen naar:
- Status
- Maatschappelijke functie

Geloofde in rechtvaardige prijs en interestverbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat geloofde de school van Salamanca?

A

Men accepteert marktverkeer.

Rechtvaardige prijs resultaat waardering en kosten

Rechtvaardige prijs nog wel losgekoppeld van feitelijke prijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zei: “Bad money drives out good money” en wat betekent het?

A

Thomas Gresham

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tot wie behoort Jean Babtitse Colbert?

A

De mercantilisten. Dit komt van het woord Mercator en betekent koopman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar stonden de mercantilisten voor?

A

De bevordering van het stimuleren van handel & nijverheid.

Het doel was het accumuleren van geld en onafhankelijk zijn van andere landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de eerste monetaire theorie van de mercantillisten?

A

Men doorziet het verband tussen een toename van de geldhoeveelheid en een stijging van het algemeen prijspijl.

Cantillon zegt daarbij ook dat omloopsnelheid bepalend is voor prijspeil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar staat Cantillon voor?

A

Veel aandacht voor de handelsbalans (doel: blijvend overschot)

Bevorderen export, tegengaan import.
Uitvoer goud en zilver verboden.
Actief overheidsbeleid op autarkie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie horen er bij de fysiocraten?

A

Froncios Quesnay
Turgot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onder welke 3 sectoren was het verdeeld volgens de Fysiocraten?

A

Landbouw
Handel en Nijverheid
Grondeigenaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was de basis voor elke economische ontwikkeling volgens de fysiocraten?

A

De landbouw, deze kon als enige productieoverschot maken en is de bestaansvoorwaarde voor de andere twee sectoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarin verschilde Turgot van andere fysiocraten?

A

Naast agrarische sector ook handel en nijverheid als bouwsteen voor economische vooruitgang.
Oppotten kan, mits dit in een investering kan worden omgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat waren de twee bedreigingen voor het productie- en verdelingsproces volgens de fysiocraten?

A

Uitbuiting landbouwsector door te hoge pachten en mercantilistische regels om landbouwprijzen kunstmatig laag te houden.
Oppotten door grondeigenaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe moest de belasting geregeld worden volgens de fysiocraten?

A

Geen belasting op landbouw en handel, maar één belasting op pachtinkomens van de landeigenaren. (Impôt-unique).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly