Verloning Flashcards

1
Q

Parameters die loon bepalen

A
  • Sector
  • Financiële toestand van de organisatie
  • Externe markt
  • Innerlijke billijkheid (zwaarte functie, anciënniteit, resultaten&prestaties, competenties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

PC 200

A

In dit PC worden de minimale arbeidsvoorwaarden en lonen vastgelegd voor bedienden (niet voor kaderleden) via functieclassificaties en barema’s. Deze zijn echter vrij laag en onder wat de markt in de praktijk betaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CAO

A

Regels lonen en arbeidsvoorwaarden op intersectoraal niveau, op het niveau van de sector, de organisatie of een groep werknemers binnen de organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rsz

A

De RSZ int en beheert de sociale werkgevers- en werknemersbijdragen waarmee hij de verschillende takken van de sociale zekerheid financiert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bedrijfsvoorheffing

A

Bij de loonbetaling moet de werkgever reeds de belasting inhouden die de werknemer zal moeten betalen. Dat loopt via wettelijke bepaalde schalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

80% regel

A

De werknemer krijgt zijn pensioen obv zijn wettelijke loopbaan, de zogenaamde eerste pijler. De tweede pijler is een eventuele groepsverzekering. De regel is dat de eerste en de tweede pijler maximum 80% van het laatste loon mogen bedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cafetariaplan

A

Het begrip “cafetaria- of meerkeuzeplan” situeert zich in de flexibele beloningssfeer. De werknemer stelt zelf zijn loon- en arbeidsvoorwaarden samen, zoals hij dat zou doen in een cafetaria met zelfbediening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly