social media Flashcards

1
Q

standaardisatie op vlak van

A
  • inhoud
  • afname
  • scoring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ICC

A

= intraclass correlatie coëfficiënt: laat de overeenstemming tussen beoordelaars zien (interbeoordelaarsbetrouwbaarheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

interne consistentie social media

A

De mate waarin de verschillende onderdelen van je sociale media-informatie met elkaar samenhangen. Uitgedrukt door Cronbach’s Alpha.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inhoudsvaliditeit bij social media

A

Die info uit social media, dekt dat eigenlijk wel het toekomstig functioneren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

criteriumvaliditeit bij social media

A

Kunnen we iets gaan voorspellen door te kijken naar social media?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

convergente validiteit

A

Hoge correlaties tussen twee gelijkaardige constructen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

positive/negative assymetry effect

A

Slechte of negatieve info wordt veel beter onthouden en kan zo tot bias leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Redenen waarom sollicitanten screenen via SM niet leuk vinden

A
  • Beoordeelt de recruiter wel job-relevante info?
  • Het is niet transparant, ze weten niet wat juist bekeken wordt.
  • Er is geen feedback over.
  • Bij select-out gaan recruiters niet de kans geven om zich te verdedigen
  • tweewegscommunicatie is beperkt, de sollicitant kan niet reageren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Redenen waarom sollicitanten screenen via SM wel leuk vinden

A
  • Chance to perform: ze vinden het leuk om de opportuniteit te krijgen om zichzelf te tonen
  • Het geeft meer mogelijkheden
  • Sample bendering: men kan meer van zichzelf laten zien dan via het klassieke CV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly