Interview Flashcards
3 doelen van het interview
info uitwisselen, geschiktheid toetsen en persoonlijk contact leggen
impression management
Technieken die de itee gebruikt om de iter te beïnvloeden, zodat deze een positief beeld krijgt van de itee. (Defensief, assertief, other-focused, self-focused en non-verbaal)
Wervingsinterview
Interview om mensen aan te trekken, zonder focus op het toetsen van de geschiktheid. Op deze manier kan het bedrijf info uitwisselen en persoonlijk contact leggen.
Selectieinterview
Interview waarbij men de geschiktheid gaat toetsen van de kandidaten.
Persoonlijkheidstrekken gecorreleerd met faken
hoog op self-monitoring, machiavellisme, niet gewetensvol, contraproductief gedrag op de job
Dual process model
Er zijn twee types van denkprocessen. Enerzijds is er systeem 1 denken dat intuïtief, onbewust en automatisch gaat. Het is gebaseerd op cognitieve scripts en heuristieken. Anderzijds is er systeem 2 denken. Dit is eerder rationeel, gebeurt bewust en gecontroleerd.
NFCC
Need for Cognitive Closure = wie hier hoog op scoort houdt eerder vast aan zijn eerste indruk obv visuele info en is minder gevoelig voor nieuwe of inhoudelijke informatie.
Verbanden tussen persoonlijkheidskenmerken en het gebruik van brainteasers
Hoog op narcisme, sadisme, intuïtie en lage sociale competentie.
Campion
Ontwikkelde typologie van een interview structuur bestaande uit 2 dimensies: inhoud en evaluatie
Rapport Building
Small talk voor een interview om de kandidaat op zijn gemak te stellen.
Predictieve validiteit gedragsgerichte en situationele interviews
tussen .25 en .35
Defensieve IM
Gericht op het herstellen of berschermen van je eigen imago. Correlatie met interviewrating uit meta-analyse = .12
Assertieve IM - self-focused
Praten over jezelf, je eigen competenties en talenten. Correlatie met interviewrating uit meta-analyse = .26 (hoogste!)
Assertieve IM - other-enhancement
IM gericht op de interviewer of organisatie waarbij men zich gaat conformeren aan hun normen/waarden/visie of complimenten gaat geven. Correlatie met interviewrating uit meta-analyse = .13
2 redenen waarom het zo moeilijk is om faking te herkennen
- over-confidence van interviewers
- gericht op de verkeerde signalen
Hulpmiddelen om faking tegen te gaan
- langere interviews
- meer interviewers
- gestandaardiseerde interviews!
correlatie begineffecten
De eerste indruk die een rekruteerder heeft van de kandidaat correleert met .35 à .42 met de eindbeslissing.
impression formation theory
Type 1 processen hebben zo veel invloed omdat men bij weinig informatie andere mensen in sociale categorieën gaat plaatsen.
interviewer-bias verminderen in de pre-interview fase
- In groep beslissen over een kandidaat, waarbij je verantwoording moet afleggen over je keuzes aan collega’s.
- training
- diversity policies
- -> meer bewust worden (aanwakkeren type 2)