VERBINTENISSEN SLOT Flashcards

1
Q

uitgangspunten waarbij een persoon aansprakelijk kan worden gesteld voor de fout van iemand anders

A
  • Ouders zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van hun minderjarige kinderen
  • Onderwijzers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van onder hun toezicht staande leerlingen
  • Aanstellers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van hun aangestelden veroorzaakt in de bediening waarin zij aangesteld zijn
    Kwalitatieve aansprakelijkheid is historisch gebaseerd op een vermoeden van fout: ouders, leraars en aanstellers hebben de plicht om toezicht uit te oefenen zodat ze geen fouten zouden maken. (art. 1384 BW)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aansprakelijk vader-moeder (regeling)

A

o Zodra minderjarige kinderen door een fout schade hebben veroorzaakt, zijn de ouders van rechtswege aansprakelijk
o Slachtoffer kan schadevergoeding vragen aan: ouders of kinderen zelf (als het kind de jaren des onderscheids heeft bereikt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aansprakelijkheid vader-moeder (toepassingsgebied)

A

o Deze aansprakelijkheid van de ouders geldt voor de daden van alle minderjarige kinderen, ook zij die niet tot de jaren des onderscheids zijn gekomen, krankzinnige of zwaar achterlijke kinderen
o Aansprakelijkheid geldt niet voor grootouders, voogden of andere personen waar de kinderen verblijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aansprakelijkheid vader-moeder (ontheffing van aansprakelijkheid)

A

o Aansprakelijkheid is gebaseerd op het vermoeden van een fout in de opvoeding of een fout in het toezicht
o Weerlegbaar: vrijstel van hun aansprakelijkheid als ze het bewijs leveren dat ze een goede opvoeding hebben gegeven en dat ze geen fout maakten bij hun toezicht
o Indien ouders familiale verzekering hebben afsloten, dekt deze polis, zowel de rechtstreekse aansprakelijkheid van de minderjarige, als de aansprakelijkheid van de ouders
o Verzekeraar moet geen dekking verstrekken in geval van opzettelijke schade (jeugdcriminaliteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aansprakelijkheid van onderwijzers (regeling, toepassingsveld en ontheffing…)

A

A. Regeling
o Bepaalt dat onderwijzers aansprakelijk zijn voor de schade veroorzaakt door hun leerlingen gedurende de tijd dat deze onder hun toezicht staan
B. Toepssingsveld
o Leerlingen zijn zij die onderwijs of beroepsopleiding volgen, zowel volwassenen als minderjarigen
o Niet van toepassing op jeugdleiders en monitoren
C. Ontheffing van aansprakelijkheid
o Weerlegbaar: m.a.w. dat zij de fout van de leerling niet hadden kunnen voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aansprakelijkheid van de aanstellers

A
  • Aansteller kan worden aansprakelijk gesteld voor schade die wordt aangericht door die aangestelden
  • Geen vermogen van aansprakelijkheid, maar een vorm van objectieve aansprakelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gemeenschappelijke kenmerken (cumulatieve aansprakelijkheid)

A

o Wanneer de wetgever iemand aansprakelijk stelt voor de fout van iemand anders, blijft de aansprakelijkheid van de auteur van de fout eveneens bestaan
o Schade door kinderen: ouders en kind zijn persoonlijk aansprakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gemeenschappelijke kenmerken (geen bevrijding dader)

A

o Cumulatieve aansprakelijkheidsregeling biedt enkel voordeel voor slachtoffer niet voor dader
o Indien kinderen, leerlingen of aangestelden persoonlijk het slachtoffer hebben vergoed, kunnen zij zich niet keren tegen hun ouder, leraar of aansteller
o Indien vader-moeder, leraars of aanstellers het slachtoffer hebben vergoed krachtens hun kwalitatieve aansprakelijkheid, kunnen zij de betaalde schadevergoeding terugvorderen van de persoon die de schade heeft veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

objectieve aansprakelijkheid (krankzinnigen)

A
  • Deze bepaling laat de rechter toe, bij schade aangericht door krankzinnigen, een billijkheidsoplossing te zoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

burenhinder (objectieve aansprakelijkheid)

A
  • Op basis van twee beginselarresten m.n. het Schoorsteenarrest en het Kanaalarrest werd door het Hof van Cassatie de evenwichtsleer uitgewerkt
  • Het verbreken van het totstandgekomen evenwicht tussen naburige eigendommen op een niet-foutieve wijze, verplicht de eigenaar van het ‘verstorende’ onroerend goed tot een regelmatige en passende (billijke) compensatie, waardoor het gebroken evenwicht wordt hersteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

risicoaansprakelijkheid (aansteller)

A

I. Regeling
o Bepaalt dat zij die anderen aanstellen aansprakelijk zijn voor de schade door hun aangestelden veroorzaakt in de bediening waartoe zij hen gebezigd hebben;
*Fouten begaan door de aangestelde binnen de perken van zijn opdracht
*Fouten begaan door de aangestelde tijdens en naar aanleiding van de dienst
II. Geen tegenbewijs mogelijk
o Het volstaat niet dat de aansteller tegenbewijs levert geen fout te hebben begaan om aan aansprakelijkheid te ontsnappen; gaat hier om risicoaansprakelijkheid
III. Artikel 10 Arbeidsovereenkomstwet en artikel 2 wet 10 februari 2003 op de ambtenaren
o In geval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derde schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld
o Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

risicoaansprakelijkheid (zaken)

A

I. Regeling
o Slechts twee soorten zaken die aanleiding geven tot een bijzondere aansprakelijkheid: dieren en gebouwen
II. Een zaak
o Deze regeling geldt voor alle zaken, uitgezonderd dieren en gebouwen, ongeacht of het over een eenvoudige zaak gaat of over complexe zaken
III. Gebrek in de zaak
o Een abnormaal kernmerk van de zaak, waardoor schade kan worden veroorzaakt;
a) Hoedanigheid of kenmerk van de zaak: er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen een foutief gebruik van een zaak en een gebrek van de zaak
b) Het gebrek moet betrekking hebben op de structuur van de zaak
c) Bij de beoordeling van het abnormaal kernmerk van een zaak maakt men een vergelijking van dezelfde soort en hetzelfde type; deze vergelijking laat toe uit te maken aan welke vereisten van de zaak het slachtoffer zich normaal mocht verwachten
IV. Bewaker
o Deze aansprakelijkheid rust op de bewaker van de zaak; de bewaker is degene die voor eigen rekening het genot en gebruik van de zaak heeft met de macht deze te leiden en de plicht haar te bewaken en erop toe te zien
V. Aansprakelijkheidsontheffing
o Bewaker kan enkel aan aansprakelijkheid ontkomen door aan te tonen dat de schade niet door het gebrek veroorzaakt werd, maar het gevolg is van een vreemde oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

risicoaansprakelijkheid (ingestorte gebouwen)

A

I. Regeling
o Eigenaar van een gebouw aansprakelijk voor de schade door de instorting ervan veroorzaakt, wanneer de instorting te wijten is aan verzuim aan onderhoud of aan een gebrek in de bouw
II. Gebouw
o Is een constructie, opgericht door de mens uit diverse materialen en op duurzame wijze met de grond verbonden
III. Instorting
o Het begeven van een substantieel/representatief gedeelte van een bouwwerk dat verband houdt met de stabiliteit van het gebouw
o Er is sprake van instorting van zodra het een belangrijk gedeelte van het gebouw betreft
IV. Onderhoud of gebrek
o Instorting moet een gevolg zijn van een verzuim aan onderhoud of een gebrek in de constructie van het gebouw
o Geldt niet bij overmacht (aardbeving, storm, …)
V. Eigenaar
o Hij is aansprakelijk zelfs als hij het gebouw niet heeft opgericht, het niet gebruikt of niet verantwoordelijk is voor het onderhoud ervan
o Kan wel vordering instellen tegen bouwmeester, verkoper of huurder
VI. Aansprakelijkheidsontheffing
o Deze aansprakelijkheid werd oorspronkelijk verklaard op grond van een vermoede fout van de eigenaar: thans steunt men zich op het geschapen risico
o Enkel het bewijs dat de schade niet aan het instorten van het gebouw maar een vreemde oorzaak te wijten is, kan de eigenaar bevrijden van zijn aansprakelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risicoaansprakelijkheid (dieren)

A

I. Regeling
o Eigenaar van een dier of degene die een dier in gebruik heeft, is aansprakelijk voor de schade die het dier veroorzaakt, zelfs indien het verdwaald of ontsnapt is
II. Dieren
o Deze aansprakelijkheid geldt voor alle dieren zodra zij in het bezit genomen zijn, dus zowel huisdieren en dieren in de dierentuin
o Dode dieren vallen buiten toepassing
III. Eigenaar-bewaarder
o aansprakelijkheid rust op de eigenaar van een dier of op degene die zich ervan bedient
o Opdat iemand als gebruiker van een dier aansprakelijk zou zijn, moet hij niet alleen voor eigen rekening de feitelijke, maar ook de juridische macht over het dier uitoefenen
IV. Aansprakelijkheidsontheffing
o Vrijstelling krijgen van zijn aansprakelijkheid:
=> Hij moet bewijzen dat (1) hij geen eigenaar of geen bewaarder is van het dier en (2) de schade niet ontstaan is door de daad van het dier
=> Fout van het slachtoffer;
* De schade is in hoofdzaak toe te schrijven aan de fout van het slachtoffer
* De schade is veroorzaakt door een daad van het dier én een fout van het slachtoffer: gedeeld verantwoordelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schade

A
  • Kan worden omschreven als elke aantasting van het patrimonium of van de persoon
  • Schade wordt vastgesteld door de toestand van het slachtoffer na het ongeval te vergelijken met zijn toestand voor het ongeval; nadelig verschil tussen beide is de schade
  • Slechts na bewijs fout + schade + causaal verband => schadeherstelplicht (schadevergoeding mag naar eigen inzichten worden gebruikt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

causaal verband (equivalentieleer)

A
  • Indien er meerdere oorzaken zijn die tot de schade aanleiding geven
  • De equivalentieleer betekent dat bij de selectie van de fouten alleen het criterium conditio sine qua non wordt toegepast: elke fout zonder dewelke de schade, zoals die in werkelijkheid is opgetreden, zich niet zou hebben voorgedaan, wordt als een volwaardige oorzaak aanvaard
  • Daarentegen is het niet vereist dat de schade een noodzakelijk gevolg is van de fout
  • Dus ook atypische, toevallige of onvoorziene gevolgen van de fout geven aanleiding tot de aansprakelijkheid
17
Q

causaal verband (Conditio sine qua non)

A

De schade moet gevolg zijn van de fout: tussen beide moet er een causaal verband bestaan; de fout moet de noodzakelijke voorwaarde zijn voor het intreden van de schade, zoals deze zich concreet voordeed

18
Q

causaal verband (hypothetisch rechtmatig alternatief)

A
  • Niet eenvoudig om na te gaan of er een oorzakelijk verband aanwezig is tussen een bepaald foutief gedrag en de schade
  • Test uitvoeren: m.n. het opbouwen van een hypothetisch rechtmatig alternatief; in het feitelijke verhaal dat tot de grondslag dient van de aansprakelijkheidsvordering, wordt één element weggelaten, m.n. de fout
  • Indien de schade dan nog zou opgetreden zijn zoals ze in contreto voordeed, is er geen causaal verband
19
Q

meerdere oorzaken van schade

A
  • Bij meerdere oorzaken wordt elke oorzaak, die aan het vereiste van causaal verband voldoet, in aanmerking genomen: elke fout geeft aanleiding tot aansprakelijkheid
  • Bv. Wanneer drie dronken personen een voorbijganger aftuigen, staan ze alle drie in voor volledige schade
20
Q

gedeelde aansprakelijkheid bij schade

A
  • Er wordt geen rekening gehouden met de eventuele voorbeschiktheid voor de schade vanwege het slachtoffer
  • Zodra de fout de oorzaak is van de schade, moet de dader vergoeden ongeacht de persoonlijke gevoeligheid van het slachtoffer of van het beschuldigde voorwerp
21
Q

uitdoven van vorderingsrechten (betaling, begrip + wie betaalt wie?)

A

A. Begrip
o Is de rechtshandeling waarbij de schuldenaar zijn verbintenis uitvoert; d.w.z. niet enkel een geldsom kwijten, maar bv ook de beloofde zaak leveren, de beloofde daad uitvoeren of zich van de verboden daad onthouden
B. Wie betaalt wie?
I. Schuldenaar
o Schuldenaar is diegene, die gehouden is te betalen aan de schuldeiser, ongeacht wie namens de schuldenaar de betaling verricht
II. Een derde – subrogatie
o Veronderstelt dat de derde de bedoeling heeft de schuld van de schuldenaar te betalen; de toestemming van de schuldenaar is niet vereist
o Er is subrogatie wanneer de derde tegenover de schuldenaar alle rechten overneemt die de betaalde schuldeiser had: de persoon van de schuldeiser wordt vervangen door de derde

22
Q

schuldvernieuwing

A

is de rechtshandeling waardoor een schuld vernietigd en door een nieuwe vervangen wordt

23
Q

kwijtschelding

A

Is het kosteloos verzaken aan de schuldvordering door de schuldeiser (vrijwillige teruggave van de oorspronkelijke onderhandse titel door de schuldeiser aan de schuldenaar)

24
Q

schuldvergelijking

A

A. Begrip
o Wanneer twee personen elkaars schuldenaar zijn
o De beide schulden worden geacht door de wederzijdse betaling gedelgd te zijn tot bekoop van de kleinste schuld: de kleinste verdwijnt en de grootste blijft slecht bestaan voor het overschot
o Heeft dubbele functie: betalingsfunctie en zekerheidsfunctie
B. Soorten
o Vindt plaats van rechtswege, of uit de wil van de partijen of krachtens vonnis (wettelijke, vrijwillige of gerechtelijke schuldvergelijking)
o De wettelijke schuldvergelijking is degene die, onder bepaalde voorwaarden, plaatsvindt van rechtswege, d.w.z. uit kracht van de wet alleen

25
Q

schuldvermenging

A

Doet zich voor ingevolge het samentreffen van de hoedanigheid van de schuldeiser en schuldenaar in dezelfde persoon

26
Q

bevrijdende verjaring

A
  • Uit overeenkomst na 10 jaar
  • Uit onrechtmatige daad na 5 jaar nadat zowel de identiteit van de schadeverzoeker, als de fout en de schade aan de schuldeiser bekend zijn geworden
  • Bij gebreken hiervan na maximaal 20 jaar van de schadeverwekkende gebeurtenis