VERBINTENISSEN SLOT Flashcards
uitgangspunten waarbij een persoon aansprakelijk kan worden gesteld voor de fout van iemand anders
- Ouders zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van hun minderjarige kinderen
- Onderwijzers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van onder hun toezicht staande leerlingen
- Aanstellers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van hun aangestelden veroorzaakt in de bediening waarin zij aangesteld zijn
Kwalitatieve aansprakelijkheid is historisch gebaseerd op een vermoeden van fout: ouders, leraars en aanstellers hebben de plicht om toezicht uit te oefenen zodat ze geen fouten zouden maken. (art. 1384 BW)
aansprakelijk vader-moeder (regeling)
o Zodra minderjarige kinderen door een fout schade hebben veroorzaakt, zijn de ouders van rechtswege aansprakelijk
o Slachtoffer kan schadevergoeding vragen aan: ouders of kinderen zelf (als het kind de jaren des onderscheids heeft bereikt)
aansprakelijkheid vader-moeder (toepassingsgebied)
o Deze aansprakelijkheid van de ouders geldt voor de daden van alle minderjarige kinderen, ook zij die niet tot de jaren des onderscheids zijn gekomen, krankzinnige of zwaar achterlijke kinderen
o Aansprakelijkheid geldt niet voor grootouders, voogden of andere personen waar de kinderen verblijven
aansprakelijkheid vader-moeder (ontheffing van aansprakelijkheid)
o Aansprakelijkheid is gebaseerd op het vermoeden van een fout in de opvoeding of een fout in het toezicht
o Weerlegbaar: vrijstel van hun aansprakelijkheid als ze het bewijs leveren dat ze een goede opvoeding hebben gegeven en dat ze geen fout maakten bij hun toezicht
o Indien ouders familiale verzekering hebben afsloten, dekt deze polis, zowel de rechtstreekse aansprakelijkheid van de minderjarige, als de aansprakelijkheid van de ouders
o Verzekeraar moet geen dekking verstrekken in geval van opzettelijke schade (jeugdcriminaliteit)
aansprakelijkheid van onderwijzers (regeling, toepassingsveld en ontheffing…)
A. Regeling
o Bepaalt dat onderwijzers aansprakelijk zijn voor de schade veroorzaakt door hun leerlingen gedurende de tijd dat deze onder hun toezicht staan
B. Toepssingsveld
o Leerlingen zijn zij die onderwijs of beroepsopleiding volgen, zowel volwassenen als minderjarigen
o Niet van toepassing op jeugdleiders en monitoren
C. Ontheffing van aansprakelijkheid
o Weerlegbaar: m.a.w. dat zij de fout van de leerling niet hadden kunnen voorkomen
aansprakelijkheid van de aanstellers
- Aansteller kan worden aansprakelijk gesteld voor schade die wordt aangericht door die aangestelden
- Geen vermogen van aansprakelijkheid, maar een vorm van objectieve aansprakelijkheid
gemeenschappelijke kenmerken (cumulatieve aansprakelijkheid)
o Wanneer de wetgever iemand aansprakelijk stelt voor de fout van iemand anders, blijft de aansprakelijkheid van de auteur van de fout eveneens bestaan
o Schade door kinderen: ouders en kind zijn persoonlijk aansprakelijk
gemeenschappelijke kenmerken (geen bevrijding dader)
o Cumulatieve aansprakelijkheidsregeling biedt enkel voordeel voor slachtoffer niet voor dader
o Indien kinderen, leerlingen of aangestelden persoonlijk het slachtoffer hebben vergoed, kunnen zij zich niet keren tegen hun ouder, leraar of aansteller
o Indien vader-moeder, leraars of aanstellers het slachtoffer hebben vergoed krachtens hun kwalitatieve aansprakelijkheid, kunnen zij de betaalde schadevergoeding terugvorderen van de persoon die de schade heeft veroorzaakt
objectieve aansprakelijkheid (krankzinnigen)
- Deze bepaling laat de rechter toe, bij schade aangericht door krankzinnigen, een billijkheidsoplossing te zoeken
burenhinder (objectieve aansprakelijkheid)
- Op basis van twee beginselarresten m.n. het Schoorsteenarrest en het Kanaalarrest werd door het Hof van Cassatie de evenwichtsleer uitgewerkt
- Het verbreken van het totstandgekomen evenwicht tussen naburige eigendommen op een niet-foutieve wijze, verplicht de eigenaar van het ‘verstorende’ onroerend goed tot een regelmatige en passende (billijke) compensatie, waardoor het gebroken evenwicht wordt hersteld
risicoaansprakelijkheid (aansteller)
I. Regeling
o Bepaalt dat zij die anderen aanstellen aansprakelijk zijn voor de schade door hun aangestelden veroorzaakt in de bediening waartoe zij hen gebezigd hebben;
*Fouten begaan door de aangestelde binnen de perken van zijn opdracht
*Fouten begaan door de aangestelde tijdens en naar aanleiding van de dienst
II. Geen tegenbewijs mogelijk
o Het volstaat niet dat de aansteller tegenbewijs levert geen fout te hebben begaan om aan aansprakelijkheid te ontsnappen; gaat hier om risicoaansprakelijkheid
III. Artikel 10 Arbeidsovereenkomstwet en artikel 2 wet 10 februari 2003 op de ambtenaren
o In geval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derde schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld
o Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt
risicoaansprakelijkheid (zaken)
I. Regeling
o Slechts twee soorten zaken die aanleiding geven tot een bijzondere aansprakelijkheid: dieren en gebouwen
II. Een zaak
o Deze regeling geldt voor alle zaken, uitgezonderd dieren en gebouwen, ongeacht of het over een eenvoudige zaak gaat of over complexe zaken
III. Gebrek in de zaak
o Een abnormaal kernmerk van de zaak, waardoor schade kan worden veroorzaakt;
a) Hoedanigheid of kenmerk van de zaak: er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen een foutief gebruik van een zaak en een gebrek van de zaak
b) Het gebrek moet betrekking hebben op de structuur van de zaak
c) Bij de beoordeling van het abnormaal kernmerk van een zaak maakt men een vergelijking van dezelfde soort en hetzelfde type; deze vergelijking laat toe uit te maken aan welke vereisten van de zaak het slachtoffer zich normaal mocht verwachten
IV. Bewaker
o Deze aansprakelijkheid rust op de bewaker van de zaak; de bewaker is degene die voor eigen rekening het genot en gebruik van de zaak heeft met de macht deze te leiden en de plicht haar te bewaken en erop toe te zien
V. Aansprakelijkheidsontheffing
o Bewaker kan enkel aan aansprakelijkheid ontkomen door aan te tonen dat de schade niet door het gebrek veroorzaakt werd, maar het gevolg is van een vreemde oorzaak
risicoaansprakelijkheid (ingestorte gebouwen)
I. Regeling
o Eigenaar van een gebouw aansprakelijk voor de schade door de instorting ervan veroorzaakt, wanneer de instorting te wijten is aan verzuim aan onderhoud of aan een gebrek in de bouw
II. Gebouw
o Is een constructie, opgericht door de mens uit diverse materialen en op duurzame wijze met de grond verbonden
III. Instorting
o Het begeven van een substantieel/representatief gedeelte van een bouwwerk dat verband houdt met de stabiliteit van het gebouw
o Er is sprake van instorting van zodra het een belangrijk gedeelte van het gebouw betreft
IV. Onderhoud of gebrek
o Instorting moet een gevolg zijn van een verzuim aan onderhoud of een gebrek in de constructie van het gebouw
o Geldt niet bij overmacht (aardbeving, storm, …)
V. Eigenaar
o Hij is aansprakelijk zelfs als hij het gebouw niet heeft opgericht, het niet gebruikt of niet verantwoordelijk is voor het onderhoud ervan
o Kan wel vordering instellen tegen bouwmeester, verkoper of huurder
VI. Aansprakelijkheidsontheffing
o Deze aansprakelijkheid werd oorspronkelijk verklaard op grond van een vermoede fout van de eigenaar: thans steunt men zich op het geschapen risico
o Enkel het bewijs dat de schade niet aan het instorten van het gebouw maar een vreemde oorzaak te wijten is, kan de eigenaar bevrijden van zijn aansprakelijkheid
risicoaansprakelijkheid (dieren)
I. Regeling
o Eigenaar van een dier of degene die een dier in gebruik heeft, is aansprakelijk voor de schade die het dier veroorzaakt, zelfs indien het verdwaald of ontsnapt is
II. Dieren
o Deze aansprakelijkheid geldt voor alle dieren zodra zij in het bezit genomen zijn, dus zowel huisdieren en dieren in de dierentuin
o Dode dieren vallen buiten toepassing
III. Eigenaar-bewaarder
o aansprakelijkheid rust op de eigenaar van een dier of op degene die zich ervan bedient
o Opdat iemand als gebruiker van een dier aansprakelijk zou zijn, moet hij niet alleen voor eigen rekening de feitelijke, maar ook de juridische macht over het dier uitoefenen
IV. Aansprakelijkheidsontheffing
o Vrijstelling krijgen van zijn aansprakelijkheid:
=> Hij moet bewijzen dat (1) hij geen eigenaar of geen bewaarder is van het dier en (2) de schade niet ontstaan is door de daad van het dier
=> Fout van het slachtoffer;
* De schade is in hoofdzaak toe te schrijven aan de fout van het slachtoffer
* De schade is veroorzaakt door een daad van het dier én een fout van het slachtoffer: gedeeld verantwoordelijkheid
schade
- Kan worden omschreven als elke aantasting van het patrimonium of van de persoon
- Schade wordt vastgesteld door de toestand van het slachtoffer na het ongeval te vergelijken met zijn toestand voor het ongeval; nadelig verschil tussen beide is de schade
- Slechts na bewijs fout + schade + causaal verband => schadeherstelplicht (schadevergoeding mag naar eigen inzichten worden gebruikt)