BASISCOMPONENTEN VAN HET RECHT Flashcards
objectief recht
verdragen, vonnissen, rechtsgeleerde geschriften, …
- de ‘regels’ vanuit het wetboek
subjectief recht
Het recht dat iemand kan hebben. Bv. Recht van vrijemeningsuiting
- Recht bekijken uit het perspectief van het subject (persoon, onderneming,…)
- De subjectiefrechterlijke benadering van het recht laat toe volgende componenten te benoemen en te bestuderen: rechtssubject, rechtsobject, vermogen, subjectieve rechten, rechtsfeite, rechtshandelingen
recht is spel: spelers en spelregels
- Rechtssubject of persoon = speler
- Rechtsregels = spelregels
- Rechtspersoonlijkheid = capaciteit van een persoon tot het hebben van rechten en verplichtingen. Het bezit van rechtspersoonlijkheid zorgt ervoor dat een persoon kan deelnemen aan de rechtsorde (eigendom verwerven, huwen, …)
toekennen rechtspersoonlijkheid
het erkennen van mens of organisatie als autonome identiteit in de rechtsorde.
(rechtssubjecten = mensen + rechtspersonen)
toekennen ven rechtspersoonlijkheid impliceert (bij de staat)
= Geheel van elementen en juridische kenmerken die hun identiteit bepalen.
o Mens heeft familiale staat: geslacht, huwelijkse staat, afstamming,…
o Alle Rechtssubjecten hebben een staat in de natie: een naam, woonplaats
toekennen ven rechtspersoonlijkheid impliceert (bij vermogen)
= Capaciteit tot het deelnemen aan de economische orde
=> Omvat totaliteit van activa, passiva en rechten en plichten.
o Mens heeft een vermogen
o Rechtspersonen beschikken over specialiteitsprincipe (= beperkt aan het doel waarvoor ze in het leven zijn geroepen)
=> Bv. Bedrijf dat winst uitkeert aan personeelsleden (= vermogensrechten)
toekennen ven rechtspersoonlijkheid impliceert (genotsbekwaamheid)
= Mogelijkheid tot het hebben van rechten en plichten
o Mens heeft volle genotsbekwaamheid
o Rechtspersonen: beperkt door specialiteitsprincipe.
=> Ze hebben geen huwelijksrechten, adoptierechten,…
toekennen ven rechtspersoonlijkheid impliceert (handelingsbekwaamheid)
= Mogelijkheid om de rechten die men heeft zelf uit te oefenen.
o Mens is handelingsbekwaam
=> Tenzij wettelijke uitzondering: Bv. Minderjarig
o Rechtspersonen: Rechten uitoefenen door middel van organen (= orgaantheorie)
=> Bv. zaakvoerders, bestuurders, vereffenaars,…
aansprakelijkheidsbeperking (onderscheiding)
- volkomen rechtspersoonlijkheid
- onvolkomen rechtspersoonlijkheid
volkomen rechtspersoonlijkheid
o Beperking van aansprakelijkheid tot hetgeen waar rechtspersoon is ingebracht.
=> Bv. Scheiding vennootschappen en natuurlijke personen bij schuldeising.
o Voorbeelden volkomen rechtspersonen: NV, BV, VZW
o Uitzonderingen:
- Bij wet: Bv. oprichtersaansprakelijkheid.
- Gerechtelijke doorbraak: Bv. Fysiek persoon int vordering van vennootschap (=misbruiken van rechtspersoonlijkheid).
- Conventionele doorbraak
onvolkomen rechtspersoonlijkheid
o Geen beperking van aansprakelijkheid
- Bv. De schuldeiser kunnen nu direct het privévermogen aanspreken.
o Voorbeelden onvolkomen rechtspersonen: VOF of CommV.
soorten rechtssubjecten
- fysieke persoon of mens
- rechtspersoon
fysieke persoon of mens (soort rechtssubject)
Burgerlijke gelijkheid: elke mens is gelijk, geen onderscheid van ras, kleur, geslacht,… (art 10 & 11 Gw.)
rechtspersoon (soort rechtssubject)
2 soorten:
- Rechtspersonen van publiekrecht
• Politiek: Staat, Gemeenschappen, Gewesten,…
• Openbare instellingen: VRT, NMBS,…
- Rechtspersonen van privaatrecht
• Vennootschappen: NV, BV, VOF, …
• Verenigingen: VZW
• Stichtingen: vermogens waaraan rechtspersoonlijkheid word toegekend (geen winst uitkering)
feitelijke verenigingen (groepen zonder rechtspersoonlijkheid)
o Geen ‘staat’ (= geen onderscheid tussen leden en vereniging, ze hebben dus geen eigen identiteit)
o Geen eigenaar van patrimonium (= kan geen erfgoed hebben, de vereniging heeft in strikte geen zelfstandig bestaande vermogen)
o Geen verbintenissen (= geen schulden)
o Bv. Kaartvereniging, bij schuldeising kan er enkel geld van leden gepakt worden. Want de vereniging is geen identiteit op zich (= geen staat)
rechtsobject
goederen of voorwerpen waarover rechten en verplichtingen kunnen bestaan.
goed (rechtsobject)
Een zaak die voor verkrijgen vatbaar is en tot het bevredigen van behoeften dient
= Voorwerp Bv. bessen geplukt van struik in bos
product (rechtsobject)
= Lichamelijk goed geschikt voor consumptie Bv. shampoo, brood, bessen geplukt en verpakt voor verbruik
dienst (rechtsobject)
= Prestatie met economisch nut door mensen verricht. Bv. openbaar vervoer, kapper die haar van cliënt wast met shampoo
goederen naargelang de eigenaar (onderdelen)
- van niemand
- van overheid
- van private personen
- verloren
- achtergelaten
- gestolen
- verlaten
goederen naargelang de eigenaar (niemand)
o Gemeenschappelijke goederen:
- Bv. Lucht, licht, de zee,…
o Onbeheerde (= res nullius) goederen:
= Goederen die een eigenaar kunnen hebben maar er geen (meer) hebben.
- Onbeheerde onroerende goederen behoren toe aan de Staat
- Onbeheerde roerende goederen Bv. Wilde konijnen (behoren toe aan wie er zich eerst meester van maakt
goederen naargelang eigenaar (overheid)
goederen die toebehoren aan de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, de provincies, de gemeenten, de openbare instellingen en de autonome overheidsbedrijven
o Openbaar domein:
- Bv. Wegen, rivieren, kanalen, kerken, kazernes, musea,…
o Privaat domein:
= Publiekrechtelijke personen zijn eigenaars maar wordt gebruikt als privaatgoed.
o Beslag:
- Goederen overheid niet beslagbaar, tenzij:
• Beslagbaarheidsverklaring voor goed
• Niet nuttig voor uitoefening taak
goederen naargelang de eigenaar (privaat)
o Goederen van fysieke personen, rechtspersonen, verenigingen zonder RP.
o Eigenaar kan er vrij over beschikken, rekening houdend met de door de wetten gestelde beperkingen
verloren, achtergelaten, gestolen en verlaten goederen:
- Verloren goederen (onbewust)
- Achtergelaten goederen (onbewust bij iemand achtergelaten en niet terug opgehaald. bv. bij hersteller)
- Gestolen goederen, zijn op bedrieglijke wijze van de eigenaar ontvreemd
- Verlaten goederen (bewust afstaan van eigendomsrechten, bv. vuilniszak)
goederen in en buiten de handel
Goederen in handel = Goederen die in vrije omloop kunnen gebracht.
Goederen buiten handel, bv goederen die behoren tot publiek domein= omgekeerde Bv. een rivier
verbruikbare en niet-verbruikbare goederen
Verbruikbare: gaan teniet door het eerste normale gebruik (appelen, sigaren,…)
Niet-verbruikbare: hebben duurzaam genot (Vb: Hamer, tafel,…)
lichamelijke en onlichamelijke
Lichamelijke goederen = Tastbaar, materiële dingen
Onlichamelijke goederen = Niet tastbaar, bv. Schuldvordering of auteursrechten.