veranlassen - aufgeschlossen Flashcards
veranlassen (Anlass)
aanleiding geven
anlässlich
naar aanleiding van
in Anlehnung an
in aansluiting op
das Anliegen
verlangen, wens
annähernd
bij benadering
die Annahme
veronderstelling
die Anordnung
voorschrift, volgorde
anprangern
aan de kaak stellen
anregen (Anregung)
prikkelen, stimuleren
der Anreiz
prikkel
die Ansammlung
verzameling
der Ansatz
begin, beginsel
anschaulich
levendig; duidelijk
anscheinend
schijnbaar
die Ansicht
mening
den Anspruch erheben
aanspraak maken
anspruchslos
bescheiden
anspruchsvoll
veeleisend
sich anstrengen (Anstrengung)
zich inspannen
einen Antrag stellen
verzoek (verzoeken)
die Anweisung
bevel, instructie
das Anzeichen
teken, symptoom
die Anzeige erstatten
aangifte doen
das Attentat
(politieke) (moord-)aanslag
aufbegehren gegen
in opstand komen tegen
der Aufbruch
vertrek
aufdecken
onthullen
die Auffassung
opvatting
aufgeschlossen
open; toeschietelijk; tolerant
