das Merkmal - prüfen Flashcards
1
Q
das Merkmal
A
kenmerk; teken
2
Q
mieten (Mieter)
A
huren
3
Q
missbilligend
A
afkeurend
4
Q
misstrauisch
A
wantrouwend
5
Q
mithin
A
dus
6
Q
mitnichten
A
helemaal niet
7
Q
mittlerweile
A
ondertussen
8
Q
der Müll
A
afval
9
Q
das Muster
A
patroon; voorbeeld
10
Q
musterhaft
A
voorbeeldig
11
Q
mutmaßlich
A
vermoedelijk
12
Q
nach
A
na; naar; volgens
13
Q
Nachfahren (mv)
A
komende generaties
14
Q
nachgeben
A
toegeven
15
Q
nachgiebig
A
toegeeflijk
16
Q
nachhaltig (Nachhaltigkeit)
A
blijvend, duurzaam
17
Q
im Nachhinein
A
achteraf
18
Q
die Nachricht
A
bericht