aufklären - bedingen Flashcards
aufklären
voorlichten; ophelderen
der Aufkleber
sticker
sich auflösen
oplossen; verdwijnen
aufmerksam (Aufmerksamkeit)
attent, aandachtig
aufsässig
opstandig
aufschlussreich
informatief
der Aufschwung
opleving
Aufsehen erregen
opzien baren
die Aufspaltung
opsplitsing
der Auftakt
begin
der Aufwand
inspanning, moeite; ophef
aufwendig
duur; ingewikkeld
Aufwendungen (mv)
kosten; moeite
aufwiegen
opwegen tegen
die Ausbildung
opleiding
ausdrücken (Ausdruck)
uitdrukken, tot uitdrukking brengen
auseinanderklaffen
zeer sterk uiteenlopen
sich auseinandersetzen mit
zich bezighouden met; van gedachten wisselen
ausgleichen (Ausgleich)
compenseren, weer goedmaken
die Auskunft
inlichtingen, informatie
die Auslese
selectie, keus, sortering, elite
ausloten
peilen
ausreichend
voldoende
die Aussage
uitspraak
aussagefähig
veelzeggend
Ausschreitungen (mv)
ongeregeldheden
der Ausschuss
commissie
außerdem
bovendien
sich äußern
zich uiten, zich uitlaten
außerordentlich
buitengewoon
aussteigen
uitstappen, er mee ophouden
die Ausstellung
tentoonstelling
die Auszeichnung
onderscheiding
bald … bald …
nu eens … dan weer …
beabsichtigen
van plan zijn
beanspruchen
opeisen, in beslag nemen
beanstanden
bezwaar maken
der Bedarf
behoefte
bedauern
spijt hebben
bedenkenlos
zonder enig bezwaar
bedingen
bepalen, veroozaken
