Van onderzoek naar therapie Flashcards
Inleiding
- gegevens uit anamnese en KO omzetten in behandeldoelstellingen
- rekening houden met persoonlijke en omgevingsfactoren, factoren gerelat. aan letsel en aan pijn/compensatie
- klinisch redeneringsmodel = startpunt
- anamnese - observatie - KO - K. diagnose => hands-on/off, educatie… bepalen behandelstrategie
- continue formuleren werkhypotheses ifv optimale behandelingsstrategie en bijstellen adhv nieuwe info
- data-interpretatie & voorlopige conclusie, na elke volgende fase van KO bijgesteld en finaal geformuleerd in ICF
stappen klinisch redeneer process
- diagnose
- beslissen of patient behandeld kan worden
- rood licht = andere zorgverlener
- oranje licht = in dicussie met andere zorgverleners over therapie
- groen licht = behandelen - soorten interventies
- hands-on
- hands-off
- education
volledige klinische redeneer process
- voorschrift van arts = altijd nodig!
- anamnese
- kinesitherapeutisch onderzoek
- in samenspraak met P gezondheidsprobleem analyseren + contextuele factoren - kinesitherapeutische diagnose (ICF!)
- stellen van prioriteiten, doelstellingen, behandelplan
- klinisch redeneren doorheel geheel onderzoek
- overgaan naar behandeling
- verschillende interventies
- evalutatie & terugkoppeling nar anamnese, KO, conclusie - eindresultaat
- geen klachten
- eindverslag naar arts - cyclische evaluatie
- doel is linieair = efficient
- cyclisch karaketer = terugkoppelen naar vorige fases
- voorgestelde therapie aanpassen - eigenschappen klinisch redeneringsmodel
- doelgericht = elke interventie is doelgericht naar een doel afh van nodenanalyse patient
- efficient = gericht op prioritaire beperkingen (functie, activiteit, participatie)
- procesmatig = obv nodenanalyse doelstellingen formuleren, en zo specifieke middelen selecterens
structuur in klinische redeneren
- PDCA-cyclus: om KR proces gestructureerd te laten verlopen
- Plan = actuele status, anamnese, onderzoek & besluit hiervan
- Do = behandeling
- Check = (hoe?) checken van de resultaten van behandeling
- Act = behandeling verbeteren - gebruik
- nagenoeg elke ontmoeting gebruiken
- optimaal gebruik van therapie
inhoud van het voorschrift (medische diagnose)
verplicht volgens wet
- voornaam & naam van patient
- voornaam, naam & Riziv-nummer van voorschrijver
- handtekening van voorschrijver
- datum van voorschrift
- maximum aantal zittingen voor therapie
- diagnose en/of diagnose elementen
- soms erg duidelijk maar soms ook vaag vb: schouder pijn => zelf aanvullend onderzoek doen
- informatie over algemene contra- & indicaties
- helpt ons soms in onderzoek, behandeldoelstellingen, therapeutische middelen…
- niet voldoende voor klinisch relevant behandelprogramma te starten, anamnese en KO noodzakelijk
Anamnese
- subjectief beeld functie-beperkingen
- gedetailleerd deze beperkingen bevragen ifv behandeldoelstellingen
- ook activiteit en participatieniveau (kan je niet onderzoeken, dus moet je bevragen)
- ICF
- omgevingsfactoren
- persoonlijke factoren
- bv. zelfstandigheid, zelfredzaamheidimpact klacht ADL, verwachtingen, geloof, facilatoren, beperkingen, familie…
-Belangrijk om adherence en therapietrouw teverhogen
vragenlijsten over activiteit & participatie
allemaal betrouwbaar & valide
Check in PDCA objectiveren
bij begin en evalueren tijdens behandeling => progressie?
-
PSFS patient specific functional scale
- functionele status patiënt bepalen
- 5 belangerijkste activiteiten die niet of moeilijk uitvoerbaar zijn
- elk appart een score op 10 geven (0= onmogelijk)
- gehele score = gemiddelde van antwoorden
- voordeel = activiteiten die voor patient belangerijk zijn
- hernemen tjdens evaluatie behandeling, over zelfde of andere activiteiten -
GROC global rate of change
- pas na eerste ontmoeting: hoeveel veranderd sinds vorig gesprek
- -5 = verslechterd tot 5 = verbeters
- minimal clinical important difference = 2 punten -
PASS patient acceptable symptom state
- bij intake en bij opvolging
- is huidige toestand of conditie voor jou aanvaardbaar? JA/NEE
- subjectief - gewricht/regio specifieke schalen vb: DASH disability of arm and schoulder
- pathologie specifieke schalen vb: FAI funcitonal ankle instability scale
vragenlijsten & functieschalen bij anamnese voor functie-niveau
= pijnschaal
-
VAS = visual analogue scale
- lijnstuk van 10cm
- enkel 0 & 10 zijn aangeduid
- 0 = geen pijn, 10 = maximale pijn -
NPRS = numeric pain rating scale
- tussen cijfers zijn wel aangeduid
- tegenwoordig meer gebruikt
- beide schalen zijn betrouwbaar & valide
vragenlijsten over persoonlijke factoren & quality of life
-
SF36 = 36-item short form health survey
- fysiek, sociaal & mentaal
- fysiek functioneren, rolbeperkingen door fysieke of emotionele problemen, mentale gezondheid, energie, pijn & algemene gezondheidsbeleving -
CSI = central sensitization index
- symptomen van chornische nociplastische pijn
- vb: angst, tandenknarsen, overgevoeligheid voor licht, …
BFO
- onderdelen
- inspectie
- actief BFO
- passief BFO
- weerstands BFO
- palpatie - formuleren kernprobleem
- articulair
- ligamentair
- spierprobleem
- neurogeen - opstellen van TRASP = treatable aspects
- altijd negatieve contex = wat kan patient niet?
–> doelen = positieve context = wat bereiken?
- elementen uit kerprobleem die met kinesitherapie behandelbaar zijn!!!!
- op alle niveaus van ICF
- patiënt gebonden! => prioriteiten -
prioriteiten
- niet alle TRASP tegelijk
- keuze afh van nodenanalyse van patient
- zie 24451264 voorbeelden in cursus
van onderzoek naar behandeling
- TRASP
- anamnese & klinisch onderzoek
- bepaalde tekorten
- altijd opstellen als negatief = niet kunnen - behandeldoel
- negatieve trasp naar iets positief omzetten = wat willen
- formuleren door SMART
- binnen acceptabele ranges van pathologie vb: eerste maand van schouderprothese = 120° anteflexie
- prioriteiten = niet alle TRASP tegelijk - interventie = keuze van middelen
SMART-doelen
- algemeen
- lange & korte termijn
- evalutatie van vooruitgang (check in PDCA)
- goed voor adherence - onderdelen
- Specifiek (bv. gedetailleerd in welke richting ROM, welke spieren…)
- Meetbaar = verschillende meetinstrumenten of schalen (graden, N,…)
- Acceptabel = in functie van richtlijnen letsel & patient, iedereen moet er mee akkoord gaa, binnen specifieke noden P
- Realistisch = patient met voeten op grond houden over tijdsduur volledig herstel (hier zijn richtlijnen voor)
- Tijdsgebonden = rekeninghouden met tijdslijn van letsel, actualiteit & te verwachten vooruitgang
Niet alleen formuleren ifv functie en structuur, ook in activiteit en participatie, want hiervan zij ook TRASPS
diverse simultane denkpistes
- risico-inschatting = red flags
- pijnmechanismen
- tijdslijn van letsel
- schade aan structuur
- actualiteit/irriteerbaarheid van een klacht
- weefselhersel
- persoonlijke & omgevingsfactoren
risico-inschatting
-
rode flag = bevinding die niet klopt over pathologie
- bij duidelijk afgelijnde diagnose zijn (contra-) indicaties duidelijk door richtlijnen
- eerste triage = komt patient in aanmerking voor kine
- vooral belangerijk bij directe toegang vb: nederland (pluis/niet pluis)
- in geval van vagere klachten
- subjectieve & klinische signalen van vermoeden op hoger risico van onderliggende pathologie => doorverwijzen -
oranje vlag
- klinsiche bevinden gerelateerd aan psychiatirsche symptomen
- vb: persoonlijkheid stoornissen & depressie symtpomen
- psychogene pijn
- vaak combo met psychologische hulp succesratio interventie verhogen -
andere flaggen klinisch relevante vlaggen
- persoonlijke & omgevingsfactoren
- vragen die niks met letsel te maken lijken
- psychosociale factoren = yellow & pink flags
- blue & black flag
rode vlaggen
- fractuur
- recent trauma
- zwelling
- zichtbare onderhuidse bloeding
- onvermogen om te belasten (niet kunnen steunen) - kanker
- pijn niet gerelateerd aan houding of beweging
- voorgeschiedenis van carcinoom
- falen van voorgaande therapie
- tekort aan energie & onverklaarbaar gewichtsverleis - arteriele of veneuze occlusie
- pijn niet gerelateerd aan houding of beweging
- brandende pijn
- zwelling - infectie
- pijn niet gerelateerd aan houding of beweging
- koorts
- roodheid - centrale neurologische problemen
- duizeligheid
- krachtsverlies in volledige lichaam
- sensibiliteit stoornissen
- evenwichtsstroonissen
- stoornissen in zicht
persoonlijke- / psychosociale- en omgevingsfactoren
-
yellow flag
- geen diagnose, wel barrière voor succesvolle therapie
- mogelijke psychosociale/emotionele factor die leidt tot vertraagd herstel
cognitief vb: lage verwachtingen, attitude, aandacht, coping, gebrek aan self-efficacy & self-catastrophizing => gekoppeld aan lagere outcome, erger worden van klachten
affectief vb: depressie, boosheid, zorgen, angst & stress
- vermijdingsgedrag voor actieve revalidatie tijdens shared-decision-making
- overdreven vertrouwen in passieve therapeutische interventies
sociaal vb: taal, educatie, achtergrond, …
- problemen met educatie, communicatie van patient…
- educatie is 1 vd 3 pijlers (hands-on, hands-off) dus is grote barrière
-
pink flag:
- focus op opportuniteiten & positieve aspecten => we moeten meer focussen op facilitatoren: vraag: hoe P motiveren om behandelprogramma en adviezen te volgen
- cognitief vb: positieve attitude
- affectief vb: motivatie
- sociaal vb: groepcontext
flags voor werkomstandigheden
-
black flag
- niet veranderbaar
- vb: hoge fysieke eisen, stress, conflict over letsel, wettelijke beperkingen bij return to work -
blue flag
- veranderbaar
- perceptie van patient
- vb: gevoel dat erg oorzaak/verergert, motivatie, algemene (on)tevredenheid over werk
algemeen pijn
- biomedische vs biopsychosociale = hedendaagse benadering
- vele factoren beïnvloeden ernst vd pijn
- brein betrokken, subjectief gegeven
- soort, oorzaak van belang bij bepalen v pijndempende technieken
- analyse functionele beperkingen ook v belang - acute pijn:
- kort alarmsignaal met beschermende functie, vraagt om reactie
- door bron van weefselschade of dreiging van
- max 6 maanden - chronische pijn
- cut-off 3-6maanden
- definitie = pijn zonder duidelijke somatische oorzaak die langer dan 3 maanden of pijn die blijft bestaan na herstel van oorspronkelijke weefselschade
- grote invloed op ADL functioneren en LK
- niet altijd beschermfunctie
- verandering in zenuwstelsel = sensitisatie - Indeling pijn obv structuur
- nociceptieve pijn
- neuropatische pijn
- nociplastische pijn
nociceptieve pijn
- doel
- gerelateerd aan klacht
- letsel weg = pijn weg
- beperkend side-effect van letsel - soorten
- inflammatie
- mechanisch
- ischemisch
neuropathische pijn
- algemeen
- zenuwpijn / neuralgie
- beschadiging zenuwstelsel (1, bundel, merg, hersenen)
- geen functie of waarschuwingsproces
- bijna altijd chronisch = maanden tot blijven - eigenschappen
- pijnlijk gebied ≠ plaats v zenuwbeschadiging
- distaal van schadepunt
–> proximalere schade = groter huidgebied
- wijdverspreide pijn vooral aan 1 kant - symptomen
- allodynie = dingen die geen pijn deden doen pijn
- hyperalgesie = dingen die pijn deden doen meer pijn
- paresthesie = abnormale gevoelens vb: tintelingen, branden & elektrisch
- dysesthesie = veranderde waarnemening
- spontane pijn = schietend
- hypo-esthesie = minder gevoel vaak doof - voorbeelden
- radiculopathie
- postherpetische neuralgie
- diabetisneuropathie
- post CVA
nociplastische pijn
- algemeen
- geen lichamelijke oorzaak
- niet terug te brengen naar oorsponkelijk letsel
- centrale sensitisatie = abnormaal overgevoelige pijnvervoerende / verwerkende neuronen in CZS
- pijnmodulerend systeem disfunctioneel - risicofactoren
- angst
- stress, indien langdurig = pijndemping minder
- teveel aandacht voor pijn
- opkroppen emoties… - andere overgevoeligheden
- oververmoeidheid
- concentratiestoornis
- prikkebare darm & blaas
- uit zich als nek, lage rug, buik, hoofdpijn. - voorbeelden = whiplash, artrose & fibromyalgie)
- belangrijk:
- hands-on afgeraden
- nadruk op hands-off
- graded-activity: angst v bewegen tegengaan
tijdslijn van hersel
vooral bij acute traumatische letsels
–> overbelastingsletsel = eerder naar actualiteit kijken
- acuut = protectieve fase
- doel = beschermen van verdere schade
- subdoel = controle inflammatie, zwelling & immobilisatie minimaliseren
- participatie = geen sport of normale ADL
- hands-on = PRICE & vermidneren van belasting door brace, taping & krukken
- hands-off = criculatoire oefeningen & niet gekwetse ledematen onderhouden
- extra = evenwicht behouden bij ouderen - subacuut
- doel = toename van intensiteit binnen belastbaarheid
- subdoel = krachttoename, ROM hersel, motorische controle & coördinatie
- participatie = beter maar nog geen sport & hoog intensief werk
- hands-on = passieve mobilisaties voor ROM
- hands-off = functionele bewegignen met restricties
- extra = aandacht voor algemene conditie - return to activity
- doel = terugkeren naar werk & sport
- subdoel = maximale kracht, hoge bewegingskwaliteit, snelheid
- participatie = graduele reutn
- hands-on = /
- hands-off = opdrijven van weerstand, herhalingen & functionaliteit
- extra = luisteren naar noden van sport & werkhervatting
klachten die normaal tijdsverloop niet volgen
- recurrente klachten oorzaak
- overbelastingsklachten
- niet optimale recuperatie = belastbaarheid blijft te laag
- periode met hoger belasting = klachten
- dalen achteraf ook weer - recurrente klachten therapie
- belastbaarheid boven niveau van ADL krijgen
- kracht, mobiliteit & MC oefentherapie - chronische klachten
- symptomen van nociplastische pijn & centrale sensitizatie => gewijzigde hersenactiviteit voor pijn
- klachten geen verband meer met oorspronkelijk letsel
- doel = letsel behandelen maar pijn educatie & graded activity program
–> geen analystische oefeningen maar eerder funcitonele & alledaagse oefeningen
- vooral coaching & goede communicatie
schade aan structuur
- algemeen
- niet elke klacht is gebonden aan structurele stoornis
- niet elke structurele stoornis is gebonden aan klacht
- indien twijfel kan medische beelvorming noodzakelijk zijn voor bevestiging/ontkrachtiging van diagnose
- MBV soms niet beschikbaar, terugvallen op KO - klachten zonder structurele stoornis
- nociplastische pijn
- biomechanische stoornissen = coördinatie/kinematica niet correct
- blijvende coördinatie problemen na herstel vb: chronische enkel instabiliteit
- vb: patellofemorale knieklachten, atraumatische schouder instabiliteit & chronische pols instabiliteit - niet symptomatische structurele veranderingen
- structurele letsels (MBV!) verklaren niet altijd klacht
- veel structurele afwijkingen zijn tgv normale verouderingsverschijnselen = KO essentieel, ookal zegt medische diagnose iets anders
- degeneratieve veranderingen
hoge actualiteit van de klacht
= niveau van irriteerbaarheid
- pijn
- pijn in rust
- nachtelijke pijn
- pijn tijdens beweging hoger dan 7/10 - beperking
- actieve ROM meer beperkt dan passief
- pijn voor einde van ROM
- hoge mate van functie beperking - therapie
- weefsel bescherming tegen belasting, tijdelijk minder belasten = brace, krukken & taping
- pijndemping & circulatie bevorderen
- aspecifieke oefeningen = algemene activatie met minimale belasting op gekwetst weefsel
- aanpassing v activiteiten aan ADL
- educatie over pijnmechanismen: pijnlijke bewegingen vermijden & niet-pijnlijke onderhouden
matige actualiteit van de klacht
- pijn
- geen pijn in rust
- intermittende pijn snachts
- pijn tijdens beweging 4-6/10 - beperking
- actief ROM ≈ passief
- eindstandige pijn
- matige functie beperking - therapie
- voorzichtig belasten
- enkel voor ADL
- circulatie bevordering
- normaliseren ROM via oefentherapie of passieve mobilisaties
- herstellen van basisbewegingen in ADL met gecontroleerde stress op kwetsuren
lage actualiteit van de klacht
- lage actualiteit
- geen pijn in rust & snachts
- pijn tijdens beweging 3/10 - beperking
- actief = passief
- minimale pijn bij overdruk in eindstanden
- lage mate van functie beperking - therapie
- toename belastbaarheid = kracht, ROM, uithouding, trekkracht pees, belasting ligament…
- focus op functionele oefentherapie vb: richting verandering
- voldoende belasting nodig voor verbetering
Belangrijk actualiteit/irriteerbaarheid:
- niet verwarren met tijdslijn letsel
- laag actueel acuut lletsel is mogelijk & andersom
algemeen fasen van weefselherstel
- overgang tussen verschillende fasen
- langzaam
- niet zwartwit
- snelheid is afh van structuren: meer doorbloed = sneller - gebruik
- vooral toepasbaar voor acute-traumatische letsels
- volgt acuut-subacuut- return to activity tijdslijn
- chronische klachten = irritabiliteit gebruiken
–> inflammatie niet goed te herkennen
- mogelijk klachten door abnormale inflammatie fase = niet doorgaan naar volgende - algemeen therapie
- symptomen bestrijden
- belastbaarheid verhogen
algemeen inflammatie fase
- verloop
- uren tot dagen voor begin
- tot 5/7dagen
- noodzakelijke reactie
- enkel nadelig indien langer dan nodig - process
- verdediging van lichaam
- hoog accut = vasoconstrictie bij bloeding
- later = vasodilatatie = afvoeren van afvalstoffen & aanvoeren van bouwstoffen om nieuw collageen te vormen - symptomen
- dolor = pijn
- rubor = roodheid
- calor = warmte
- tumor = zwelling
- functio laesa = functie verlies
therapie van inflammatie fase
= acuut in weefsel herstel
- therapie
- doel = inflammatie toelaten maar verminderen & verkorten
- effect = sneller beginnen met revalidatie - algemene onderdelen
- bescherming vb: taping, bracing & immobilisatie
- pijndemping & circulatie bevorderen = passieve mobilisaties of laag gedoseerde oefeningen zonder belasting gekwetste structuren
- zwelling controleren = PRICE
- algemene conditie onderhouden = cardio & andere delen lichaam
–> belangerijk ook bij ouderen = snellere achteruitgang van conditie
oefentherapie in inflammatiefase
- balans overload/underload
- underload = immobilisatie effecten & adhesies
- overload = kans op nieuwe inflammatoire reactie - doelen en middelen:
- vermijden daling mobiliteit: laag gedoseerde oef mobiliteit
- vermijden atrofie: selectieve laag gedoseerde oef en MC
- afvoer afvalstoffen, aanvoer bouw: circulatie oefeningen
- bescherming letsel door aspecifieke oef
- pijncontrole - verschillende irritabiliteit
- hoog = geen oefeningen = enkel pijndempend kunnen werken
- wachten tot overgang naar proliferatie fase
- matig/laag = meteen beginnen
algemeen proliferatie fase
- proliferatie
- tot 25 dagen
- verdwenen zwelling
- nieuwe aanbouwstoffen - nieuwe collageen
- hoge aanmaak maar van inferieure kwaliteit
- gedesoriënteerd = vezels niet in optimale richting
- weinig belasting verdragen = lage belastbaarheid
- geleidelijk aan opbouwen
therapie van proliferatie fase
- oefentherapie
- progressieve stress op aangedane weefsel
- andere middelen
- gericht belasten = strikt gedoseerde
- bv: spier activeren, pees op rek…
- focus op: preventie complicaties, functie gericht & herstel functie - circulatoire oefeningen
- blijven doen = bevordering van collageen productie
- minder focus als in inflammatie fase = afname tot volledig weg
- overgang naar specifieke oefeningen - andere middelen
- geleidelijk afnemen van ondersteunende middelen vb: krukken & tape
- herstellen bewegelijkheid = laag gedoseerde mobiliteit & stretch
- begin training basiskracht
algemeen remodelling fase
- maturatie = remoddelering
- weken tot maanden
- hogere belastbaarheid - process
- hoger kwaliteit collageen
- shift type III -> II & I
- meer crosslinks
therapie van remodelling fase
- doelen en middelen
- herstel belastbaarheid pre-injury = preventie re-injury
- door activiteitsgericht te trainen.
- krachttraining
- mobiliteit te bevorderen
- motor control training - eigenschappen oefeningen
- stijgen van intensiteit voor belastbaarheid te doen stijgen
- alle oefeningen funcitoneel & activiteits gericht - eindpunt
- bestaat niet
- return to activity
- sporters = overgang naar normale training
- patiënt = belastbaarheid toenemen voor ADL
Interventie: 3 pijlers van de kinesitherapeutische behandeling
Bij groen licht in klinisch redeneringsproces: SMART doelstellingen formuleren
3 interventies om uit te kiezen om doel te bereiken
- hands-on
- patient passief behandelen
- soft-tissue technieken
- passieve mobilisaties
- applicatie van fysische middelen = elektro, warmte, koude
- tape technieken - hands-off
- patient actief behandelen
- oefentherapie of streching
- onderbegeleiding van therapeut of thuis = belangrijk tegenwoordig - thuiprogramma
- kine eerder coach = wekelijk thuisprogramma bijstellen
- positief kosten-baten want aantal fysieke contacten daalt
- verhoogt self-efficacy en patient kan zelf dagelijks meerdere keren oefenen
–> nood aan hogere adherence van patient = hulpmiddelen om deze te verhogen
- train home but not alone => apps - educatie
- uitleg over aard, oorzaak & prognose van aandoening
- coachen & adviezen van oefenprogramma
- adviezen over inhibitoren, facilitatoren, persoonlijke en omgevingskenmerken. Adviezen zijn hier zeer afhankelijk van.
barrieres & facilitatoren van behandelprogramma
- pijn & zwelling
- self-efficacy & self-management
- verwachtingen van patiënt naar de therapie
- vertrouwen, motivatie & sociale ondersteuning
Barrières op constructieve manier aanpakken
Facilitatoren gebruiken om outcome te optimaliseren
pijn en zwelling als barriere voor oefentherapie
Neveneffect acuut letsel, hindert vroege revalidatiefase. Krachttraining hierdoor onmogelijk.
- experimentele zwelling van knie (Palmieri-Smith 2007)
- vocht spuiten
- op grond springen vanuit bankje -> beweging & EMG
- minder efficiente kinematica van knie: puur door zwelling, pijn kan dit extra inhiberen.
- inhibitie van vastus medialis & lateralis = belangerijkste stabilisatoren van kniegewricht - experimentele pijn van schouder (Castelein 2016)
- hypertone dosis saline in supraspinatus
- inhibitie van infraspinatus => minder schouderstabilisatie bij pijnlijke schouder tijdens elevatie oefening dan gezonde schouder. - acute letsel
- door pijn & zwelling
- inhibitie van spiergroepen rond letsel
- weinig nut krachttraining maar eerder algemeen activerend: circulatiebevorderende oefeningen, verhogen ROM… - chronisch letsel
- pijn mogelijk aanwezig tijdens oefeningen
- geen contra-indicatie
- max 5/10 op NPRS
- educatie van patient = pijn niet perse als vijand zien, eerder als partner
self-efficacy & self-management als barriere tijdens therapie
- betekenis
- self-efficacy = geloof in eigen kunnen ≈ zelfzekerheid
- self-management = mate waarin iemand in staat is om zelf zijn conditie & de wijziging hiervan op te volgen - gevolg op therapie
- eigenschappen die bij persoonlijkheid horen = yellow & pink flags opmerken
- hogere self-efficiacy & management leidt tot betere outcome
- proberen verbeteren als therapeut - studie frozen schoulder
- verband pijn intensiteit, chronische ontwikkeling, pijn catastrofatie & self-efficiacy
- lager self-efficiacy = hoger pijn catastrofatie & hoger risico chronische pijn
- educatie kan groot deel van therapie zijn om self-efficacy te verhogen
verwachtingen van patient
- studie
- frozen shoulder
- 75% blij met oefen therapie
- 25% niet blij & chirurgie - follow-up
- grootste predicator van negatieve outcome = lage verwachtingen
- positieve & correcte verwachtingen opstellen door communicatie - pain catastrophizing ≈ kleinzerig = viktor!
- pijn stimulus uit vergroten
- negatieve gedachten rond pijn
- pijn als continue gedachte
- hulploos voelen
communicatie voor betere therapie trouw
- positive outcome expectations
- patient positieve verwachting van oefentherapie meegeven
–> in welke mate verwacht u dat oefentherapie u klachten kunnen verbeteren?
- resultaat klinisch redeneren bespreken & link gestoorde functie x activiteiten/participatie uitleggen
- aantonen dat interventie een rechtstreekse impact zal hebben - dosering
- te licht = niet nuttig aanvoelen
- te zwaar = geen succesgevoel ervaren - meegeven van oefeningen
- papier = schets maken
- gefilmd of specifieke software
- zo precies mogelijk modaliteiten meegeven
vertrouwen, motivatie & sociale ondersteuning
= pink flag
- adherence to the rehabilitation program
- loyaliteit
- oefeningen zijn enkel nuttig als ze uitgevoerd worden
- positief = motivatie, vastleggen van SMART (tussen)doelen
- negatief = onrealistische beeld van herstel, bewegingsangst & gebrek aan zelfzekerheid - factoren
- leeftijd = jonger beter
- gezondheidsniveau = gezonder beter
- culturele verschillen
- motivatie - aanmoediging
- in groep werken
- speelse elementen = fun
–> andere mensen doen liever alleen & dezelfde oefeningen = ook laten doen!
- gezonde compititie
- aanleggen van concrete doelen
- educatie over pijn
oefenschema aanpassen voor betere therapie trouw
- efficient
- minimaal oefeningen voor maximaal effect
- ook niet minder dan nodig - personaliseren
- specifieke noden van patiënt
- aanpassen naar activiteit & participatie van patient - zelf-management
- tonen hoe patient oefenprogramma kan aanpassen afh van symptomen
- goede coping strategie
- inzicht krijgen in hoe oefentherapie klachten kan beïnvloeden - integreer
- koppelen aan activiteiten tijdens dagelijks leven
- vb: oefening unipodale stand -> tijdens tandenpoetsen - motiveer
- specifiek per patient zoeken wat hem motiveert
- oefenprogramma enkel nuttig als het uitgeoefend word
TRASP
= niet pathologie gebonden maar vooral patient gebonden
formuleren in ICF-niveaus
- functie & anatomische eigenschappen
- pijn tijdens rust
- pijn tijdens specifieke bewegingen
- weefselirritatie/inflammatie
- hypomobiliteit: articulair of musculair
- instabiliteit
- verminderde spiercontrole
- krachtverlies -> spieronevenwicht - activiteit & patricipatie
- verminderde aerobe uithouding
- verminderd evenwicht - persoonlijke kenmerken
- bewegingsangst
- sedentaire levensstijl
therapie pijn in rust
TRASP = pijn in rust
DOEL = pijndemping
- algemeen
- zowel hands-on als hands-off
- oorzaak & oorsprong van pijn beïnvloed keuze van therapie - mogelijkheden
- PRICE bij acuut & traumatisch
- fysische middelen vb: elektrotherapie
- massages & soft-tissue technieken = niet bij acuut & traumatisch
- laag-gedoseerde actieve oefentherapie
- pijndempende passieve mobilisatie technieken = hoge irriteerbaarheid van articulaire/capulsaire oorsprong
- harmonics = alles met hoge actualiteit
therapie pijn bij beweging
TRASP = pijn bij beweging
DOEL = tijdens specifieke beweging doen afnemen
- pijndemping & gekoppelde hands-on technieken niet nuttig
- progressief werken naar pijn vrije ROM door oefentherapie
therapie inflammatie & instabiliteit
- TRASP = inflammatie
- DOEL = inflammatie controleren
- PRICE = protection, rest, ice, compression & elevation - TRASP = instabiliteit
- DOEL = stabiliteit verhogen
- oefentherapie - TRASP = verminder evenwicht
- DOEL = verbeteren
- oefentherapie
therapie van hypomobiliteit
- TRASP = articulaire hypomobiliteit
- DOEL = verhogen van gewrichtsmobiliteit
- algemeen hands-on & hands-of mogelijk
mogelijkheden
- passieve mobilisatie-technieken
- oefentherapie voor bevordering mobiliteit
- aanleggen van posturen - TRASP = musculaire hypomobiliteit
- DOEL = spierlengte verbeteren
- manuele rekkingen & sels-stretching - TRASP = peri-articulaire hypomobiliteit
- DOEL = verhogen van functionele mobiliteit
- mobilisaties & oefentherapie voor ROM
therapie van spieren
- TRASP = spiercontrole
- DOEL = verbetering van spiercontrole
- oefentherapie - TRASP = krachtverlies of spieronevenwicht
- DOEL = specifieke kracht verhogen
- oefentherapie - TRASP = verminderde uithouding
- DOEL = verbeteren van uithouding
- oefentherapie - TRASP = abnormale spiertonus = hypertonie
- DOEL = spiertonus verlagen
- manuele technieken & oefnetherapie
therapie van psychosociale factoren
- TRASP = fear avoidance, lage verwachtingen & vermijdingsgedrag
- DOEL = overwinnen
- educatie - TRASP = slechte algemene levensstijl
- DOEL = verbeteren
- oefentherapie & educatie