Praktijk passieve mobilisaties Flashcards
algemeen schema
- angulaire technieken
- niet angulaire technieken
- tracties
- translaties - translaties
- convex tov. concaaf: translatie <=> angulaire beweging
- concaaf tov. convex: translatie = angulaire beweging - direct of indirect
- indirect = aspecifiek = pijndemping
- direct = specifiek = ROM toename
behandeldoelen passieve mobilsatie
- hoge irriteerbaarheid
- pijn afname
- snel occilerend
- graad 1
- aspecifiek - lage irriteerbaarheid
- ROM toename
- traag
- graad 3-4
- specifiek
pijn afname passieve mobilisatie
- tractie & translatie mobilisatie
- in ruststand
- snel ritmisch oscilerend tot gematig ritmisch
- graad 1-2
- langzaam opbouwen naar eindstand
- meest efficient - angulaire mobilisatie
- keuze in kader van tonus verlaging
- globaal of analytisch
- niet naar eindstand
ROM toename passieve mobilisatie
- tractie & translatie mobilisatie
- in beperkte stand
- gematig ritmisch tot traag ritmisch
- graad 3 & 4 - angulaire mobilisatie
- analytisch
- in eindstand met kapsel rek
oriëntatie gewrichtsvlakken BL
- schouder
- hoofdrichting = lateraal
- andere = craniaal & ventraal - elleboog
ulna:
- hoofdrichting = dorsaal
- andere = distaal
radius = distaal - pols
- hoofdrichting = distaal
- andere = palmair & ulnair - hand = lengte richting gewricht
oriëntatie gewrichtsvlakken OL
- heup
- hoofdrichting = lateraal
- andere = caudaal & ventraal
- LPP = 30° flexie, 30° abductie, 10° exorotatie - knie
- hoofdrichting = distaal
- andere = dorsaal
- LPP = 30° flexie - enkel
- hoofdrichting = distaal
- andere = ventraal - voet
- lengte richting van gewricht
- ook in middenvoet
passieve mobilisatie van de schoudergordel
- distractie van scapula
- buiklig met armen op tafel
- humerus kop langs ventraal vastpakken -> naar dorsaal trekken
- zorgen dat humerus altijd mooi meebeweegt zodat er geen beweging is in GH gewricht
- angulus inferior met duim & wijsvinger -> dorsaal trekken
–> als hand vatting niet lukt = onder angulus inferior reiken met vingers - mobilisatie opwaartse/neerwaartse rotatie
- zijlig op niet-aangedane zijde, T ventraal
- humerus kop langs craniaal vastpakken
- angulus inferior met zelfde greep
- hand aan angulus inferior stuurt beweging -> hand aan humerus begeleid
- enkel rotatie, absoluut geen translatie! - zelfde handvatting voor
- mobilisatie protractie/retractie
- mobilisatie elevatie/depressie
tracties van humerus
- houding
- ruglig met arm in ruststand, evt onderarm x onderarm
- aan te behandelen zijde
- acromion fixeren door duim ventraal & wijsvinger dorsaal
–> ulnaire zijde pols tegen tafel
- als niet mogelijk = algemene druk langs ventraal: fixatie tussen tafel - tractie
- humerus zo proximaal mogelijk in oksel vastpakken
- tractie naar lateraal + licht craniaal & ventraal - alternatief
- onderarm ligt verticaal tegen lichaam therapeut
- ondersteunen door onderarm
- normaal fixerend hand -> op hand van tractie = met beide handen uitvoeren
Alternatief: meer naar craniaal staan e trekbeweging maken
translaties van schouder
- houding
- in ruglig aan rand van de tafel
- aan te behandelen zijde
- arm in 90° abductie - bevordering van abductie
- aan hoofd einde
- elleboog langs mediaal fixeren tegen lichaam therapeut
- hand langs lateraal zo proximaal mogelijk op humerus tractie uitvoeren (NIET OP ACROMION)
- naar caudaal + licht lateraal & ventraal - bevordering van endorotatie
- tussen arm & romp van patient staand
- elleboog langs lateraal fixeren tegen lichaam therapeut
- hand langs ventraal zo proximaal mogelijk op humerus tractie uitvoeren
- naar dorsaal + licht lateraal
angulaire mobilisatie voor schouder abductie & adductie
algemeen: zit = fixatie van acromion, lig niet nodig door fixatie van tafel
- zit
- dorsaal van patient staan
- fixatie van schouder top met vingers ventraal & duim dorsaal
- beweging vanuit pols maar hele arm ondersteunen
- na 70° arm naar exorotatie - ruglig
- te behandelen zijde
- pols & elleboog vastpakken = handen kruisen in beginpositie
1) gestrekte arm tot 70° abductie
2) elleboog buigen & exorotatie uitvoeren
3) arm verdere abductie & gelijktijdig extesie elleboog
angulaire mobilisatie voor schouder anteflexie
- zit ≈ abductie
- dorsaal van patient staan
- fixatie van schouder top met vingers ventraal & duim dorsaal
- beweging vanuit pols maar hele arm ondersteunen - ruglig
- te behandelen zijde
- pols & elleboog langs dorsaal met duim mediaal
- na 45° = elleboog vasthouden met duim lateraal
ruglig: armen T gekruist in begin
angulaire mobilisatie voor schouder anteflexie & retroflexie extra
-
kleine amplitude
- in ruglig met tafel laag genoeg
- fixatie schoudertop met vingers dorsaal & duim ventraal
- onder bovenarm omvatten langs mediaal van elleboog
- anteflexie tot 70° - retroflexie
- in zit
- dorsaal van patient
- fixatie van schouder top met vingers ventraal & duim dorsaal
- net proximaal van elleboog naar ventraal trekken
- elleboog blijft ontspannen
= enige voor retroflexie
angulaire mobilisatie voor schouder hor. abductie & adductie
- zit
- dorsaal van patient staan
- fixatie van schouder top met vingers ventraal & duim dorsaal
- arm in 90° abductie & 90° elleboog flexie
–> als niet mogelijk = maximale abductie horizontale abductie
- net boven pols & onderarm/onderarm ondersteuning
- beweeg naar abductie en adductie - ruglig
- aan te behandelen zijde
- 90° abductie & maximale horizontale abductie
- handen op elleboog & pols
–> alternatief = begeleiding margo medialis
- naar hor. adductie brengen met licht gebogen elleboog
angulaire mobilisatie voor schouder exo/endorotatie in zit
- exo methode 1 = 0° abductie
- elleboog in 90° flexie & tegen romp
- fixatie schouder met vingers langs ventraal & duim dorsaal
- hand x elleboog bij patient & therapeut - exo methode 2 = 90° abductie
- schouder 90° abductie & elleboog 90° flexie
- fixatie van schoudertop door elleboog -> pols fixeert elleboog (ZEKER INDIEN GEVAAR (SUB)LUXATIE)
- beweging met andere hand - endorotatie = methode 2
angulaire mobilisatie voor schouder exo/endorotatie in ruglig
90° abductie & 90° elleboog flexie
- exorotatie
- aan te behandelen zijde tussen romp & arm
- fixatie van schouder door elleboog -> pols fixeert elleboog
- beweging met andere hand - endo = zelfde
- aan hoofdeinde staan
angulaire mobilisatie voor schouder circumductie
- zit
- te behandelen zijde
- fixatie van schoudertop met vingers dorsaal & duim ventraal
- fixatie van elleboog door pols & onderarm/onderarm ondersteuning
- beperkte ROM in beide richtingen uitvoeren - lig = zelfde houding
tractie elleboog
ruglig met olecranon net over behandeltafel
- ulna
- lateraal van patient
- onderarm patient ligt op schouder T
- net boven elleboog bovenarm fixeren tegen tafel
- ulna zo proximaal mogelijk omvatten
- tractie naar dorsaal + licht distaal - radius
- tussen arm & romp staan
- onderarm fixeren tegen lichaam therapeut
- net boven elleboog bovenarm fixeren tegen tafel
–> met wijsvinger gewrichtsspleet palperen
- distale deel radius tussen duim(muis) & vingers fixeren
- tractie = kleine romprotatie
tractie hand op radius in dit geval ook hand dat tegen lichaam fixeert
angulaire mobilisatie voor elleboog flexie/extensie
- houding
- zit
- lateraal van patient staan
- humerus proximaal van elleboog fixeren
- onderarm ondersteund bovenarm langs dorsaal - beweging
- onderarm net proximaal van pols vasthouden
- flexie-supinatie -> extensie-pronatie beweging uitvoeren
angulaire mobilisatie voor elleboog pronatie/supinatie
- houding
- elleboog in flexie met onderarm gesteund op tafeltje
- lateraal staan
- fixatie op elleboog - beweging
- onderarm omvatten langs ulna maar radius vastnemen
- supinatie = distale deel radius met duimmuis ventraal & vingers dorsaal
- pronatie = distale deel radius met duimmuis dorsaal & vingers ventraal
- beweging wordt met dit hand uitgevoerd
tractie van de pols
= algemene tractie van de carpalia
- houding
- in zit met onderarm in pronatie op tafeltje
- therapeut kan aan beide kanten staan
- fixatie van onderarm zo distaal mogelijk tegen tafeltje - tractie
- omvatten van proximale rij carpalen
- tractie naar distaal + licht palmair & ulnair
translatie van de pols
- houding
- in zit
- ulnair/lateraal van patient
- onderarm zo distaal mogelijk fixeren tegen tafel
- proximale rij carpalia vastpakken - positie van onderarm ≈ altijd naar grond duwen
- supinatie voor dorso-distale translatie
- pronatie voor palmair-proximale translatie
- tussenstand voor dorso-distale & palmair-proximale translatie - beweging
- algemeen = omgekeerde richting + indien LPP = distaal
- palmair flexie bevordering = dorsaal + licht distaal
- dorsiflexie bevordering = palmair + licht proximaal
- ulnaire deviatie bevordering = radiaal + licht distaal
- radiale deviatie bevordering = ulnair + licht proximaal
lichte PF inbouwen alvorens translatie voor PF te bevorderen => makkelijker naar proximaal
ook bij DF
bevordering va uln. dev. = trekken
angulaire mobilisatie voor pols dorsi/palmair flexie
- houding
- in zit met onderarm in pronatie op tafeltje
–> alternatief = supinatie met zelfde handvatting
- net voor patient zitten
- onderarm zo distaal mogelijk langs radiaal fixeren - beweging
- langs ulnair carpalen & metacarpalen zo proximaal mogelijk fixeren
- duim therapeut duwt naar beperking
- dorsi flexie = vingers dorsaal & duim palmair
- palmair flexie = vingers palmair & duim dorsaal
Langs ulnair is makkelijker dan radiaal want daar zit duim in de weg
duim vrij proximaal tss thenar-hypothenar voor DF