Urolithiasis Flashcards

1
Q

Risicofactor en diagnostiek meest voorkomende steen

A

(calciumoxalaat) Hypercalciemie, echo heeft de voorkeur bij alle stenen maar deze is te zien op X. Goudenstandaard is blanco CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Man met infectie en vertrakkende steen in het pyelum

A

Koraalsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klinische presentatie niersteenkoliek

A
  • hevige pijn in aanvallen (tussen aanvallen door weinig klachten)
  • onrust, beweginsdrang
  • misselijkheid en braken
  • tachycardie, tachypneu
  • vaak ook hematurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Behandeling kleine steen (<1cm)

A

Geen interventie, pijnstilling. Eventueel tamsulosine, buscopan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benhandeling grote steen (>2cm)

A

PNL (percutane nefrolithotrypsie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Meest verrichte behandeling

A

uretro-reno-scopie eventueel icm ESWL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Adviezen ter profylaxe

A
  • voldoende drinken (in acute fase juist niet)
  • beperken vlees en zout
  • oxalaat en calcium producten samen innemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Iemand met nierstenen obv proteus infectie behandel je met?

A

zuur aanbieden omdat de urine basisch is geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly