Astma en COPD Flashcards

1
Q

welke cellen bij COPD betrokken?

A

macrofagen
epitheelcellen
fibroblasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cellen bij astma?

A

lymfocyten
eosinofielen
mestcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe behandel je COPD

A

Langwerkende β2-agonisten (LABA’s)

Langwerkende anticholinergica (LAMA’s)

ICS alleen bij frequente exacerbaties

Prednison OH: uitzondering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kun je zien op de x-thorax bij COPD

A

Tonvormige thorax,
vergrote retrosternale ruimte,
afgevlakte diafragmata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe behandel je een COPD exacerbatie?

A

Ophogen inhalatie medicatie
Prednisonstootkuur
eventueel zuurstof
eventueel AB als er infectie is aangetoond
Bij een hypercapnie met een acidose ga je non-invasief beademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe behandel je astma?

A

zo nodig kortwerkende luchtwegverwijder (SABA)
Inhalatiecorticosteroiden (ICS)
Combi SABA en ICS
Longarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe behandel je een astma exacerbatie?

A

prednisonstootkuur
vernevelen met salbutamol ipratropium
eventueel zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly