Unit 7 Flashcards
storen
to disturb
de koelkast
the fridge
vuil (vuile)
dirty
de kraan
tap
wast af (afwassen)
do the dishes
aan de linkerkant
on the left
aan de rechterkant
on the right
het bureau
the desk / werkplats
de map [de mappen]
map/floorplan
liggen/leggen
to lay [an object lays on top of a table]
staat/staan
to stand [the plant stands by the TV]
tussen
in between
tegenover
opposite
hangt
hang
verboden
je mag niet
roken
to smoke
de helm
helmet
parkeren
parking [car parking]
beveiliger/ beveiligen
security guard / to secure
de slang
the snake [also the hose pipe]
het gevaar
the danger
blussen
extinguish
glad
slippery
meegemaakt [meemaken]
experienced / experience
de rook
the smoke
waarschuwt [waarschuwen]
to warn
zich ziek melden
to call in sick
verplicht
wat je moet [obligation]
aanwezig
present [someone is there/present]
bereiken
to reach someone
afwezig
niet daar [not available]
geheim
secret
nadenken [over]
to think /think about
het loon
de salaris
schriftelijk
written
aanvragen
vragen over [to request]
overleggen
discussie [to discuss]
het verslag
the report
uitgepakt [uitpakken]
uitdoen [take out /unpack]
de reclame
the commerical/advertisement
de zeep
the soap
ruiken
wat je doet met je neus [to smell]
vreemd
niet normaal [strange]
een heleboel
heel veel [a whole lot]
dweilen
to mop
getofzuigd [stofzuigen]
to hoover
de operatie
the operation
de balie
counter/bannister
dun
thin
de spijkerbroek
the jeans
de liefde
love
vrolijk
nice/happy
grappig
funny
negatief
negative
lelijk [lelijke]
ugly
herinner me [zich herinneren]
remember
het geduld
patience
positief
positive
de gegevans
information/data
heb honger [honger hebben]
to be hungry
gaat over [gaan over]
refer to
werkloos
unemployed
de uitkering
benefit/payment
rijk/rijke
rich
is gewend [gewend zijn]
used to / accustomed to
gek [gekke]
crazy
het leven
life
de maaltijd [maaltijden]
meal
zoet
sweet
de gitaar
guitar
de ster [de sterren]
star/celebrity
knoeit [knoeien]
mess
stoplicht
lichts bij de zebrapad
grof afval
Big waste
een restje
leftover food
kledingstukken
piece of clothing
textielbak
textile dump
lapjes
fabric quarters
familieleden
informal