Unit 1: Chapter 5: Part 4: Het effect van temperatuur op microbe groei Flashcards

1
Q

Noem 3 voorbeelden van Cardinale temperaturen

A

Minimum temperatuur, Optimum temperatuur en Maximum temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er met de groei als de temperatuur onder of boven de Min. of Max. Temperatuur komt?

A

De celgroei stopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er boven de maximum temperatuur?

A

Denaturisatie van de enzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebeurt er onder de minimum temperatuur?

A

Het celmembraan is niet langer semi doorlaatbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn Psychrofielen?

A

Bacteriën die een optimum temperatuur hebben bij extreem koude omgevingstemperatuur. Tussen de -5 tot 12 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn Mesofielen?

A

Bacteriën die een optimum temperatuur hebben bij een gematigde temperatuur. Tussen de 8 tot 48 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn Thermofielen?

A

Bacteriën die een optimum temperatuur bij een warme omgevingstemperatuur, tussen de 42 en de 68 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn Hypertermofielen?

A

Bacteriën die een optimum temperatuur hebben tussen de 68 en de 113 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke klasse van bacteriën komt het meeste voor?

A

Mesofielen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Als er wordt gekeken naar koude levensomgevingen voor bactieren tussen welke twee soorten moet er dan onderscheid worden gemaakt?

A

Seizoens kou en Constante kou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen en bacterie die Psychrofiel is en een bacterie die Psychrotolerant is?

A

Psychrofiel heeft een optimale groei temperatuur van 15 graden of lager, Psychrotolerant groeien bij 0 graden maar hebben een optimum temperatuur tussen de 20 en 40 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In wat voor omgevingen worden Psychrofielen gevonden? Wat gebeurt er dan met ze?

A

Gebieden waar het constant koud is. Ze gaan dood als de temperatuur meer dan 20 graden wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem voorbeelden van plekken waar Psychrofielen groeien?

A

In een dichte massa onder het Zee ijs. Of op de oppervlakte van sneeuwijs en glaciers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar kun je Pshchotolerante bactetrien vinden?

A

aarde, water vlees, melkproducten, cider, groenten, fruit in de koelkast,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vertel iets over de groei van Psychotolerante bacteriën bij lage temperaturen

A

De groei gaat heel traag, het kan weken duren voordat er 1 deling plaats vind. De deling bij 30 graden gaat ook sneller net zoals bij mesofielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vorm van helix zit er meer in kou actieve enzymen. Hoe komt dit?

A

A-helix ipv. B-sheet. B-sheet is meer rigide, hierdoor zijn de A-helix structuren meer flexibel en kunnen ze de processen cataliseren.

17
Q

Wat voor aminozuren structuur (bindingen) hebben kou actieve enzymen meer?

Wat is hier het gevolg van?

A

Polaire bindingen ipv. hydrofobische amnino zuren.
Minder zwakke verbindingen (waterstofbindingen en ionische bindingen.
De enzymen zijn flexibeler en werken bij koude omstandigheden.

18
Q

Door welke eigenschap blijven de celmembranen van Psychrofielen doorlaatbaar bij lage temperaturen

A

Doordat hun celwand meer onverzadigde en korte keten verzuren bevat. Sommige bevatten ook Polyonverzadigdevetzuur ketens.

19
Q

Wat zijn cold-shock protaine en hun functie cryoprotectants en wat is hun functie?

A

Cold-shock protaine: hebben als functie het in functie houden van andere protaine, of het binden aan speciefieke MRNA die de code hebben voor andere protaine die belangrijk zijn voor kouregulatie.

20
Q

Wat zijn cryoprotectants en wat is hun functie?

A

Chyroprotectants: antivries protaine, specifieke oplossingen zoals glycerol en bepaalde suikers. Deze helpen het tegengaan van ijs kristallen die het celmembraan kunnen kapot maken.

21
Q

Bij welke Optimum temperatuur is een Bacterie een thermofiel? En bij elke O. Temp is een Bacterie een Hyperthermofiel?

A

Thermofiel. Opt. Temp +45 graden

Hyperthermofiel Opt. Themp +80 graden.

22
Q

Noem voorbeelden van enkele oppervlakten die warmer van 50 graden kunnen worden?
Noem een extreem hoge temperatuur omgeving?

A

Grond verwarmt door de zon, compost bulten, Silage (kuil).

Hete bronnen

23
Q

noem een manier om Hyperthermofielen in te bestuderen?

A

Het onder dompelen van een object glas in een hot spring deze na een paar dagen er uit halen en bestuderen onder de microscoop.m

24
Q

Vertel over de groeisnelheid in hete bronnen.

A

Deze ligt vaak hoog soms verdubbeld het aantal in 1 uur.

25
Q

Wat is de hoogste opt. temp van Bacteria

A

95 graden

26
Q

Wat is een algemene opt. temp van Archrea

Welke max, temp. heeft Archrea Methanopyrus?

A

boven de 100 graden

Groei bij 122 graden

27
Q

Welke groep microorganisme kunnen beter tegen hoge temperaturen

A

Prokaryoten.

28
Q

Welke prokaryoten kunnen beter tegen hoge temperaturen?

A

Archrea

29
Q

Leg uit waar het verschil tussen Thermofiele en Mesofiele microbe ligt

A

Slecht bij enkele aminozuren op specifieke locaties. Hierdoor vouwen de aminozuren op een bijzonder hitte resistente manier.

30
Q

Hoe wordt de hitte stabiliteit van protaine in de bindingen geregeld

A

Neer ionische bindingen tussen base en zuren en sterk hydrofobe binnenkant.

31
Q

Waar worden thermofielen voor gebruikt bij commerciele doeleinden?

A

het catalyseren van biochemische reacties bij hoge temperaturen.

32
Q

Wat moet er naast de protaine nog meer stabiel zijn bij thermofiele Microbe?
Wat doet een hoge temperatuur normaal met dit gedeelte?

A

Het cytoplasmisch membraan.

Het trekt het cytoplasmisch membraan uit elkaar.

33
Q

Welke aanpassing heeft het Membraan van thermofielen voor hoge temperaturen?

A

Meer verzadigde vetzuren, deze hebben een hoger smeltpunt.

34
Q

Welke aanpassingen heeft het membraan van Hyperthermofielen?

A

Geen vetzuren meer C40waterkoolstoffen, herhalende stukken isosperene. Verbonden aan een glycofosfaat. Ook is dit een monolayer