trends Flashcards

1
Q

Trends en uitdagingen aan de vraagzijde

A
  • Stijgende vraag naar zorg
  • Meer diverse en complexere vraag
  • Omgaan met de toegenomen en meer diverse vraag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Trends en uitdagingen aan de aanbodszijde

A
  • Aanbod vanuit de professionele dienstverlening
  • Financiering
  • Informele zorg in een zorgzame samenleving
  • Bestuurlijk organisatorische uitdagingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stijgende factoren - factoren

A
  1. Demografische evoluties
  2. Sociologische ontwikkelingen
  3. Technisch-wetenschappelijke vooruitgang
  4. Evoluties in het aanbod
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door medisch-technologische evoluties meer groepen met blijvende zorgnoden

A

Zeer premature baby’s
Slachtoffers van ongevallen (NAH)
Mensen met chronische aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

EVOLUTIES IN HET AANBOD

A
  1. Nieuw aanbod genereert nieuwe zorgvraag
  2. Nieuwe definities genereren nieuwe zorgvraag
  3. Gebrek aan afstemming creëert artificiële wachtlijsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Niveaus van inspraak

A

Beleid
Binnen de organisaties zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Binnen de organisatie zelf - Verschillende initiatieven die de inspraak van cliënten moeten regelen

A
  • Kwaliteitsdecreet in zorg- en welzijnsvoorzieningen
  • Decreet rechtspositie voor de minderjarige in de jeugdhulp
  • Wet op patiëntenrechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opt-out

A
  • Burger organiseert eigen ondersteuning- en zorg
  • Groeiend aantal burgerinitiatieven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe omgaan met de diverse instroom

A
  • Antwoord op culturele diversiteit (normen – waarden, gewoontes & gebruiken)
  • Cultuur-sensitieve interventies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Toegenomen investeringen gaan samen met

A
  • Vraag naar zorggarantie
  • Vraag naar kostenefficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Universalisme/selectivisme

A

Universalisme: iedereen heeft toegang wanneer nodig

Selectivisme: toegang tot zorg en welzijn reserveren voor bepaalde groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe omgaan met de stijgende druk op de zorg zelf

A
  • Zorgprognose maken
  • Zorg op maat door shift naar vraaggericht & vraaggestuurd te werken
  • Versterken van de eerste lijn
  • Integratie welzijnsbeleid in andere beleidsdomeinen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Inkomsten: diverse bronnen van financiering

A

Via belastingen
Via verplichte verzekeringsbijdragen
Eigen bijdrage van de gebruiker
Eigen kapitaal van de voorziening
Giften
Organiseren van activiteiten / goede doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

valkuilen vermaatschappelijking

A
  • Goed uitgebouwde netwerken zijn vooral te vinden bij goed geïnformeerde, hoger opgeleide en beter gegoede burgers!
  • Inkrimpen van werkingsmiddelen staat goede werking en integratie van de 0de lijn in het geheel in de weg&raquo_space; inzetten op ‘gedeelde zorg’ – vermaatschappelijking mag nooit gepromoot worden vanuit (budgettaire) motieven; is GEEN antwoord op schaarste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly