beleid en ondersteuning in de ouderenzorg Flashcards

1
Q

Vergrijzing en ‘vergrijzing binnen de vergrijzing

A
  • Toenemend aantal ‘hoogbejaarden’ met grotere kans op zorgnoden
  • Denken vanuit competenties
  • Zo lang mogelijk thuis (enkel bij grote ondersteuningsbehoefte residentieel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ageism

A

een sociale constructie die de ouderen systematisch op een stereotype en negatieve manier portretteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ouderenbeleid

A

= integraal en geïntegreerd
~ verspreid over verschillende beleidsdomeinen

  • Huisvesting, sporten, gezondheid, cultuur, onderwijs, mobiliteit
    Bvb. mobiliteit: gereduceerd tarief op het openbaar vervoer
    Bvb. cultuur: gereduceerd tarief toegang musea
  • Binnen de sociale zekerheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vlaams Woonzorgdecreet

A
  • Aanbod van een volledig ‘continuüm’ met verschillende vormen van woonzorg die erkend en gesubsidieerd worden
  • Principe van ‘nabijheid’ (zorg in de buurt – o.a. zorgzame buurten’): zorg op maat in een
    zorgcontinuüm + afstemming (vlot kunnen schakelen tussen zorgvormen – samenwerking verbeteren)
    + kwaliteit van wonen én zorg verhogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ambulante zorg - diensten

A

Diensten voor gezinszorg (N=+/-102)
Diensten voor maatschappelijk werk
Diensten voor oppashulp (N=+/-58)
Diensten voor thuisverpleging (N=+/-191)
Lokale dienstencentra (N=+/-261)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diensten voor gezinszorg

A

Persoonsverzorging, huishoudelijke hulp en psychosociale ondersteuning en begeleiding (geschoolde
verzorgenden)
Aanvullende thuishulp, bijvoorbeeld poetshulp (niet-geschoolde krachten, via tewerkstellingsprogramma’s
en dienstencheques

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diensten voor maatschappelijk werk - doel

A

optimale organisatie en afstemming van de thuiszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

DIensten voor oppashulp

A

Toezicht of gezelschap bieden aan personen thuis + ondersteuning bij kleine huishoudelijke taken; bvb. bij mensen die geen beroep kunnen doen op mantelzorg
Via vrijwilligers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

diensten voor thuisverpleging

A

Verpleegkundige hulp aan huis (inspuitingen, wondverzorging, …), bvb. na verlaten ziekenhuis
Diensten hebben verpleegkundigen in dienst of via zelfstandigenstatuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lokale dienstencentra - doel

A

Aanbod van informatieve, recreatieve en vormende activiteiten voor bewoners uit de buurt – ambulant (geen zorg aan huis)
Ondersteuning van activiteiten van het dagelijks leven (maaltijden, pedicure, …)
Doel: eenzaamheid tegengaan, zelfredzaamheid verhogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

residentiële ouderenzorg

A
  1. assistentiewoningen
  2. Woonzorgcentra (wzc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ROB

A

rustoord voor bejaarden
ouderen met minder zorgbehoefte die zelf kiezen voor WZC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

RVT

A

rust -en verzorgingstehuis
: ouderen met permanente en zware zorgbehoefte of langdurige aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(semi-) residentiële alternatieven

A
  1. Centra voor kortverblijf (CVK) (N= 470; +/- 2400 plaatsen)
  2. Centra voor dagverzorging (N=+/-307)
  3. Diensten voor gastopvang
  4. Centra voor herstelverblijf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

centra voor kortverblijf types

A

type 1 = voor ouderen met een zorg- en ondersteuningsvraag;
type 2 = respijthuis voor andere specifieke doelgroepen vanaf 18 jaar (bvb. jongdementie);
type 3 respijthuis voor ernstig zieke kinderen en jongeren tot 21 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rol van de eerste lijn

A
  • Toegang tot hulp en zorg voor iedereen
  • Intensievere zorgbehoefte wordt sneller gedetecteerd (preventie en vroegdetectie)
  • Versterken van de eerstelijn door samenwerking te verbetere
17
Q

INCLUSIEF BELEID EN BELEIDSPARTICIPATIE - ouderenzorg

A

Decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen’

Doel:
Engagement om initiatieven voor ouderen te nemen in verschillende beleidsdomeinen

18
Q

uitdagingen - ouderenzorg

A

Toenemende vraag naar ouderenzorg
-> vergrijzing

Mantelzorg als aanvulling bij de professionele zorg

19
Q

Aanbod van professionele ouderenzorg

A

Ambulant en residentieel aanbod is de afgelopen jaren toegenomen
Nog onduidelijk of dit zal volstaan

20
Q

uitdagingen ambulante zorg

A
  • Steeds complexere zorgvragen
  • Te weinig financiële middelen voor de thuiszorg
  • Coördinatie en afstemming met andere zorgverleners nodig
21
Q

uitdagingen residentiële zorg

A

Nood aan meer vormen van aangepaste woningen / meer gediversifieerd aanbod

Betaalbaarheid

Steeds complexer profiel

22
Q

toekomst ouderenzorg

A

Installeren van een systeem van persoonsvolgende financiering (cfr sector voor personen met een
handicap) (?)

Vrij te besteden zorgbudgetten

Zorgtickets