De bestuurlijke organisatie vh zorg- en welzijnsbeleid in Vlaanderen Flashcards

1
Q

Verschillende bestuurniveaus

A
  1. Federale overheid
  2. Vlaamse overheid: bevoegd voor ‘persoonsgebonden aangelegenheden’ sinds de tweede staathervorming
  3. Lokale overheid (steden en gemeenten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Frank Vandenbroucke

A

Vice-eersteminister en minister van sociale zaken en volksgezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Karline Lalieux

A

Minister van pensioenen en maatschappelijke integratie, belast met personen met een handicap, armoedebestrijding en Beliris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sociale zekerheid

A

openbaar systeem om inkomen en/of verzorging te garanderen voor individuen of gezinnen die, tijdelijk of blijvend, niet (langer) in staat zijn om zelf (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De klassieke sociale zekerheid - stelsels

A
  1. Werknemers
  2. Zelfstandigen
  3. (federale) ambtenaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De sociale bijstand

A

Residueel vangnet voor diegenen die door de mazen van het sociale-zekerheidssysteem vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De sociale bijstand - voorloper en sluitstuk sociale zekerheid

A

Voorloper&raquo_space;afgeleide uit publieke armenzorg

Sluitstuk&raquo_space; bijstand voor wie geen arbeidsprestaties levert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

primair netwerk van de sociale zekerheid

A

inning en verdeling door Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ) + beheer van elk van de takken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

secundair netwerk van de sociale zekerheid

A

Meewerkende instellingen (gegroepeerd per tak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rol van de federale overheid - vertakkingen

A
  1. via de klassieke sociale zekerheid -> minimale bescherming alle burgers tegen de belangrijke sociale risico’s
  2. Via de sociale bijstand -> sociale herverdeling gericht op armoedebestrijding en
    wegwerken sociale ongelijkheid
  3. Via onrechtstreekse tussenkomsten in de fiscaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

via de klassieke sociale zekerheid&raquo_space; minimale bescherming alle burgers tegen de
belangrijkste sociale risico’s, via:

A
  1. Vervangingsinkomens (inkomensgebonden): ziekte, invaliditeit, werkloosheid, pensioen,
    tijdskrediet, ouderschapsverlof, mantelzorg…
  2. Inkomensaanvullende uitkeringen (niet-inkomensgebonden): integratietegemoetkoming, tegemoetkoming geneeskundige zorg
  3. Sleutelactor voor zorg / hulpverlening: RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeit Verzekering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De Vlaamse overheid - bevoegdheden

A
  1. gewestbevoegdheden
  2. gemeenschapsbevoegdheden

Gewest = alle inwoners van de vijf Vlaamse provincies
Gemeenschap = alle inwoners van Vlaanderen en de Vlaamse inwoners van het tweetalige Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Caroline Gennez

A

Vlaams minister van welzijn en armoedbestrijding, cultuur en gelijke kansen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zuhal Demir

A

Vlaams minister van onderwijs, justitie en werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De lokale overheid

A

steden en gemeenten
581 gemeenten in België, waarvan 300 in Vlaanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

drie soorten taken - lokale overheid

A
  1. Wettelijk verplichte taken (in opdracht van centrale overheden): bvb. toekennen leefloon + begeleiden
    maatschappelijke re-integratie (wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie)
  2. Wettelijk geregelde taken (taken binnen een regulerend kader van centrale overheden): bvb. bijhouden kwaliteitshandboek over dienstverlening in een welzijnsvoorziening (decreet inzake de kwaliteitszorg in gezondheids- en welzijnsvoorzieningen)
  3. Optionele taken
15
Q

Optionele taken

A

= discretionaire bevoegdheid
Openbaar bestuur kan zelf beslissen

  • zelf diensten en aanbod uitbouwen
  • private partners financieren
16
Q

multi-level governance - categorieën

A

= verschillende overheden ontwikkelen beleid en voeren het uit
Verticale taakverdeling
Horizontale taakverdeling
Complementaire taakverdeling
Overlappende taakverdeling

17
Q

VIPA

A

Vlaams Infrastructuurfonds persoongebonden Aangelegendheden

18
Q

VAPH

A

Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap