TRAGEDIE - Euripides Flashcards

1
Q

ἔχει γὰρ οὕτω: τοῖς μὲν οἴκοθεν φίλοις
ἐχθρὰ καθέστηχ᾽, οὓς δέ μ᾽ οὐκ ἐχρῆν κακῶς
δρᾶν, σοὶ χάριν φέρουσα πολεμίους ἔχω.

A

Want zo is het: voor mijn vrienden thuis heb ik mij tot vijand gemaakt, en mensen die ik geen kwaad mocht doen, heb ik om jouwentwille als vijanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

τοιγάρ με πολλαῖς μακαρίαν Ἑλληνίδων ἔθηκας ἀντὶ τῶνδε:

A

En in ruil dààrvoor heb jij me in de ogen van zovele Grieksen dol-ge-luk-kig gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

θαυμαστὸν δέ σε
ἔχω πόσιν καὶ πιστὸν

A

En wat een wonderlijke man heb ik aan jou en goh, zo trouw!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ἡ τάλαιν᾽ ἐγώ,
εἰ φεύξομαί γε γαῖαν ἐκβεβλημένη,
φίλων ἔρημος, σὺν τέκνοις μόνη μόνοις:

A

Arme ik, als ik uit het land word verbannen en op de vlucht ben, zonder vrienden, alleen met de kinderen, eenzaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

καλόν γ᾽ ὄνειδος τῷ νεωστὶ νυμφίῳ, πτωχοὺς ἀλᾶσθαι παῖδας ἥ τ᾽ ἔσωσά σε.

A

Een fraaie smaad voor de kersverse bruidegom: dat je kinderen bedelend rondzwerven, en ik die je gered heb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ὦ Ζεῦ, τί δὴ χρυσοῦ μὲν ὃς κίβδηλος ᾖ
τεκμήρι᾽ ἀνθρώποισιν ὤπασας σαφῆ,
ἀνδρῶν δ᾽ ὅτῳ χρὴ τὸν κακὸν διειδέναι
οὐδεὶς χαρακτὴρ ἐμπέφυκε σώματι;

A

O Zeus, waarom toch hebt u aan goud dat vals is voor de mensen duidelijke tekenen meegegeven, maar is er geen enkel kenmerk aan het lichaam van mensen ingegeven aan de hand waarvan men de slechte kan herkennen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vertel het leven van Euripides.

A
  • geboren in 480 v. Chr.
  • van lage afkomst
  • vader zou gedroomd hebben dat Euripides zegekransen had -> kwam uiteindelijk terecht bij filosofie en toneel
  • trouwt twee keer met slechte afloop -> wordt misogyn
  • ook mysantroop <-> Sophokles
  • sterft in 406 v. Chr. (doorgevroren / dood door vrouwen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel overwinningen had Euripides in de Dionusia?

A

4 overwinningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef een aantal van Euripides’ stukken.

A
  • Alkestis
  • Helena
  • Andromache
  • Trojaanse vrouwen
  • Hekabe
  • Elektra
  • Iphigenia in Aulis
  • Iphigenia in Tauris
  • Medea
  • Bacchanten postuum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke stijl schreef Euripides?

A
  • realistisch
  • feministisch
  • misogyn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Εἴθ᾽ ὤφελ᾽ Ἀργοῦς μὴ διαπτάσθαι σκάφος
Κόλχων ἐς αἶαν κυανέας Συμπληγάδας,
μηδ᾽ ἐν νάπαισι Πηλίου πεσεῖν ποτε
τμηθεῖσα πεύκη, μηδ᾽ ἐρετμῶσαι χέρας ἀνδρῶν ἀριστέων οἳ τὸ πάγχρυσον δέρος
Πελίᾳ μετῆλθον.

A

Was de schuit van de Argo maar niet naar het land der Kolchiërs door de donkere Botsende Rotsen gevlogen, en was maar nooit in Pelions ravijnen de pijnboom gekliefd en gevallen, en hadden de handen van grootse helden, die de algouden vacht voor Pelias gingen halen, het maar nooit van riemen voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

οὐ γὰρ ἂν δέσποιν᾽ ἐμὴ
Μήδεια πύργους γῆς ἔπλευσ᾽ Ἰωλκίας
ἔρωτι θυμὸν ἐκπλαγεῖσ᾽ Ἰάσονος:

A

Want dan was mijn meesteres Medeia niet naar de torens van Iolkos’ land gevaren, geslagen in haar hart door de liefde voor Iason.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

πάντων δ᾽ ὅσ᾽ ἔστ᾽ ἔμψυχα καὶ γνώμην ἔχει
γυναῖκές ἐσμεν ἀθλιώτατον φυτόν:

A

Van alles wat bezield is en verstand heeft zijn wij vrouwen het ongelukkigste schepsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

κἂν μὲν τάδ᾽ ἡμῖν ἐκπονουμέναισιν εὖ
πόσις ξυνοικῇ μὴ βίᾳ φέρων ζυγόν,
ζηλωτὸς αἰών:

A

En als we dat dan voor ons eigen goed gedaan krijgen en als onze man dan met ons samenleeft en het juk geweldloos draagt, is dat een benijdenswaardig leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

εἰ δὲ μή, θανεῖν χρεών.

A

Maar indien niet, is dood zijn beter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ἀνὴρ δ᾽, ὅταν τοῖς ἔνδον ἄχθηται ξυνών, ἔξω μολὼν ἔπαυσε καρδίαν ἄσης
[ἢ πρὸς φίλον τιν᾽ ἢ πρὸς ἥλικα τραπείς]:
ἡμῖν δ᾽ ἀνάγκη πρὸς μίαν ψυχὴν βλέπειν.

A

Een man, wanneer hij zich samenlevend ergert aan de toestand thuis, gaat de deur uit en doet zijn hart van walging stoppen [door zich tot een vriend of tot een leeftijdgenoot te wenden] maar voor ons is het noodzakelijk naar één ziel te kijken.

17
Q

λέγουσι δ᾽ ἡμᾶς ὡς ἀκίνδυνον βίον
ζῶμεν κατ᾽ οἴκους, οἱ δὲ μάρνανται δορί,
κακῶς φρονοῦντες: ὡς τρὶς ἂν παρ᾽ ἀσπίδα
στῆναι θέλοιμ᾽ ἂν μᾶλλον ἢ τεκεῖν ἅπαξ.

A

Ze zeggen dat wij thuis een risicoloos leventje leiden en zij strijden met de lans, maar ze denken verkeerd: ik zou liever drie keer bij een schild staan dan éénmaal te bevallen.

18
Q

ὦ παγκάκιστε, τοῦτο γάρ σ᾽ εἰπεῖν ἔχω
γλώσσῃ μέγιστον εἰς ἀνανδρίαν κακόν,
ἦλθες πρὸς ἡμᾶς, ἦλθες ἔχθιστος γεγώς
[θεοῖς τε κἀμοὶ παντί τ᾽ ἀνθρώπων γένει];

A

Jij, überschurk, want dat moet ik jou noemen, in taal de grootste belediging voor lafhartigheid: komt ja dan naar me toe, je komt, na je een groot vijand te hebben getoond [voor de goden, voor mij en voor de hele mensensoort]?

19
Q

οὔτοι θράσος τόδ᾽ ἐστὶν οὐδ᾽ εὐτολμία, φίλους κακῶς δράσαντ᾽ ἐναντίον βλέπειν,
ἀλλ᾽ ἡ μεγίστη τῶν ἐν ἀνθρώποις νόσων
πασῶν, ἀναίδει᾽.

A

Dat is geen moed, geen vastberadenheid, de vrienden die je onrecht deed in het gezicht te zien, neen, het is de ergste van alle ziektes onder de mensen: onbeschoftheid.

20
Q

εὖ δ᾽ ἐποίησας μολών:
ἐγώ τε γὰρ λέξασα κουφισθήσομαι
ψυχὴν κακῶς σὲ καὶ σὺ λυπήσῃ κλύων.

A

Maar je hebt er goed aan gedaan te komen, want ík zal opgelucht zijn vanbinnen als ik je de huid heb vol gescholden en jíj zult gekwetst worden als je het hoort.

21
Q

δεῖ μ᾽, ὡς ἔοικε, μὴ κακὸν φῦναι λέγειν,
ἀλλ᾽ ὥστε ναὸς κεδνὸν οἰακοστρόφον
ἄκροισι λαίφους κρασπέδοις ὑπεκδραμεῖν τὴν σὴν στόμαργον, ὦ γύναι, γλωσσαλγίαν.

A

Ik mag, zo lijkt het (mij), geen slechte spreker zijn, maar moet, zoals een zorgzame stuurman van een schip met uítstekende randen van het zeildoek jouw kwetsende woordenvloed, mevrouw, (trachten te) ontwijken.

22
Q

πάντες δέ σ᾽ ᾔσθοντ᾽ οὖσαν Ἕλληνες σοφὴν
καὶ δόξαν ἔσχες: εἰ δὲ γῆς ἐπ᾽ ἐσχάτοις
ὅροισιν ᾤκεις, οὐκ ἂν ἦν λόγος σέθεν.

A

Alle Grieken hebben gemerkt dat je verstandig bent en je hebt aanzien: en als je nog in die uithoeken van de wereld wonen zou, zou er over jou niet gepraat worden.

23
Q

εἴη δ᾽ ἔμοιγε μήτε χρυσὸς ἐν δόμοις
μήτ᾽ Ὀρφέως κάλλιον ὑμνῆσαι μέλος,
εἰ μὴ ‘πίσημος ἡ τύχη γένοιτό μοι.

A

Voor mij hoeft er geen goud in mijn huis te zijn en hoeft men ook geen lied ze zingen mooier dan (dat van) Orpheus, als mijn succes niet alombekend kan zijn.

24
Q

ἃ δ᾽ ἐς γάμους μοι βασιλικοὺς ὠνείδισας,
ἐν τῷδε δείξω πρῶτα μὲν σοφὸς γεγώς,
ἔπειτα σώφρων, εἶτα σοὶ μέγας φίλος καὶ παισὶ τοῖς ἐμοῖσιν — ἀλλ᾽ ἔχ᾽ ἥσυχος.

A

En wat je mij verwijt over mijn koninklijke huwelijk, ik zal je laten zien dat ik daarin vooreerst verstandig was, vervolgens ook berekend en tenslotte ook een groot vriend voor jou en voor al mijn kinderen – maar houd je toch rustig.

25
Q

ἀλλ᾽ ἐς τοσοῦτον ἥκεθ᾽ ὥστ᾽ ὀρθουμένης εὐνῆς γυναῖκες πάντ᾽ ἔχειν νομίζετε,
ἢν δ᾽ αὖ γένηται ξυμφορά τις ἐς λέχος,
τὰ λῷστα καὶ κάλλιστα πολεμιώτατα
τίθεσθε.

A

Maar het is zover gekomen dat als het huwelijk goed gaat, jullie vrouwen vinden dat je àlles hebt, maar als er dan in het huwelijk ook maar één voorvalletje is, dan beschouwen jullie de voorspoedigste en mooiste situatie als de vijandigste.

26
Q

χρῆν τἄρ᾽ ἄλλοθέν ποθεν βροτοὺς
παῖδας τεκνοῦσθαι, θῆλυ δ᾽ οὐκ εἶναι γένος: χοὔτως ἂν οὐκ ἦν οὐδὲν ἀνθρώποις κακόν.

A

Ach, stervelingen zouden hun kinderen ergens elders vandaan moeten (kunnen) krijgen, en was de vrouwelijke soort er maar niet: zo zou er ook geen miserie zijn voor de mensen.

27
Q

εὖ νυν τόδ᾽ ἴσθι, μὴ γυναικὸς οὕνεκα
γῆμαί με λέκτρα βασιλέων ἃ νῦν ἔχω, ἀλλ᾽, ὥσπερ εἶπον καὶ πάρος, σῶσαι θέλων
σέ, καὶ τέκνοισι τοῖς ἐμοῖς ὁμοσπόρους
φῦσαι τυράννους παῖδας, ἔρυμα δώμασιν.

A

Besef dit nu dan maar goed: niet om de vrouw is het dat ik een huwelijk aanga met de koningsdochter, hetgeen ik nu (bereikt) heb, maar, zoals ik al voorheen gezegd heb, omdat ik jou wil veilig stellen, en (wou dat) mijn kinderen als broers koningskinderen zouden hebben, een bescherming voor ons huis.

28
Q

μή μοι γένοιτο λυπρὸς εὐδαίμων βίος
μηδ᾽ ὄλβος ὅστις τὴν ἐμὴν κνίζοι φρένα.

A

Ik hoef geen voorspoedig leven vol pijn, geen enkele vorm van welvaart die mijn hart kwelt.