Thema 6 Flashcards

1
Q

Ziek zijn?

A

Dat houdt in dat je lichamelijke of psychische toestand afwijkt van je gezonde ik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Comorbiditeit?

A

Dat zijn aandoeningen of stoornissen die vaak in combinatie met elkaar voorkomen, zoals autisme en ADHD of een burn- out en een depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ziekteverwekkers?

A

De stoffen die ervoor zorgen dat je ziek wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stoornis?

A

Het is een verstoring in de werking van je lichaam of psyche. Door de stooring werkt een van die gebieden niet optimaal waardoor en aanpassingen in je dagelijkse leven nodig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kinderziektes en ongemakken?

A

Bof/ Mazelen/ rode hond blz. 117

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Epidemie?

A

Dat betekend dat er in een korte tijd veel mensen dezelfde ziekte krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent RIVM?

A

Het rijks instituut voor volksgezondheid en milieu. Die houdt zich bezig met hoe gezond of ongezond de Nederlandse leefomgeving is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly