Thema 15. Agressief Flashcards

1
Q

Normoverschrijdend gedrag?

A

Is gedrag dat niet overeenkomt met leeftijdsgrenzen gedragsnormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Agressie?

A

Agressie en agressie gedrag worden vaak door elkaar gebruikt. Met dit gedrag wil iemand doelbewust een ander schade toebrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gezonde agressie?

A

Dan richt het handelen zich tegen de bron waaruit frustratie is ontstaan. Gezonde agressie is belangrijk in de ontwikkeling van kinderen, onder meer in het leren herkennen en erkennen van grenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ongezonde agressie?

A

Richt zich op willekeurige personen, zonder dat die eerste instantie een conflict hebben met degene die agressief gedrag vertoont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Externaliseremd gedrag?

A

Is gedragsprobleem dat naar buiten of op de ander gericht is. De omgeving heeft er last van. Bijvoorbeeld: fysieke en verbale agressie, intimideren, dreigen, discrimineren en manipuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Internaliserend gedrag?

A

Is een gedragsprobleem dat op de eigen persoon is gericht. Het is vaak moeilijker zichtbaar. Denk aan angst en depressies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fysieke agressie?

A

Is een uitgangspunt van agressie, zoals slaan, duwen bijten, schoppen, krabben, maar ook verwonding en vervrachting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verbaal gedrag?

A

Is een vorm van agressie waarbij verbale uitingen worden geroepen om de ander bewust schade toe te brengen. Denk aan schreeuwen, razen en tieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Non- verbale agressie?

A

Is een uitingsvorm van agressie, die vaak zorgt voor een onveilig en bedreigd gevoel. Het aannemen van een dreigende houding, intimideren of met spullen gooien zijn hier voorbeelden van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Persoonlijkheid?

A

Kun je omschrijven als gevormde karakteristieken van een kind, die bepalend zijn voor de manier waarop het reageert op signalen uit de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Preventieve denkwijze?

A

Dat is een manier van denken om te voorkomen dat er iets gebeurt. Door het afspreken van duidelijk regelen en afspraken, creeer je rust en voorspelbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een agressor?

A

Is de persoon die de agressie veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly