Thema 5/H9 en H10: health services/hospital Flashcards
Factoren die de manier waarop mensen lichamelijke symptomen ervaren beïnvloeden
- Individuele verschillen (interne vs externe focus, tolerantie)
- Concurrerende omgevingsstimuli (saaie omgeving vs veel prikkels)
- Psychosociale invloeden
- Geboortegeslachtsverschillen en socioculturele verschillen
Componenten van ideeën over een ziekte (common-sense model)
- ziekte-identiteit
- oorzaken en onderliggende pathologie
- tijdslijn wat betreft prognose van de ziekte
- consequenties van de ziekte (ernst, effecten en uitkomst)
demografische en sociaal-culturele factoren voor het gebruik van de gezondheidszorg
- Leeftijd: contact met arts stijgt met de leeftijd
- Geslacht: vrouwen vaker dan mannen
- Sociaal-cultureel: hoger inkomen = vaker behandeld door arts. Laag inkomen vaker spoedeisende hulp
Cognitieve, sociale en emotionele factoren voor gebruik gezondheidszorg
- Overtuigingen: Verwachtingen van symptomen (de ernst) en of de gezondheidszorginstelling er iets aan kan doen
- Emoties
- sociale context: sociale druk/steun
3 fases van treatment delay
- Appraisal delay: symptoom interpreteren als mogelijke ziekte (sensorische impact van symptoom)
- Illness delay: tijd tussen ziekte herkennen en besluiten om hulp te zoeken (gedachten over symptoom)
- Utilization delay: tijd tussen het besluit en het daadwerkelijk hulp vragen
(voordelen/nadelen/barrieres)
Redenen dat patienten hun symptomen niet goed beschrijven
- Symptoomperceptie
- Vormen common-sense modellen (zeggen alleen wat zij denken dat belangrijk is)
- Vergroten of bagatelliseren symptomen.
- Taalbarriere
Gedragsveranderingsmethodieken die therapietrouw kunnen verbeteren
- motivational interviewing
- sociale steun door familie/vrienden
- advies of behandeling op maat
- prompts en reminders
- self monitoring
- gedragscontract (incl. beloning voor succes)
Kosten zorg in NL
2019: 97 miljard, ruim 5600 per inwoner
Systeemdoelen voor zorg
- Toegankelijkheid
- Kwaliteit
- Betaalbaarheid
- Preventie
5 stelselwetten
- Zorgverzekeringswet (Zvw)
- Wet langdurige zorg (Wlz)
- Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
- Jeugdwet (Jw)
- Wet publieke gezondheid (Wpg)
Wet publieke gezondheidszorg
Regelt o.a. de organisatie van de publieke gezondheidszorg, de bestrijding van infectieziekten en het bevolkingsonderzoek
Zorgverzekeringswet
Stelt een zorgverzekering verplicht voor iedereen die in Nederland woont of werkt
Wet langdurige zorg
Regelt zorg bij langdurige ziekte of voor mensen die 24 uur per dag nabijheid of permanent toezicht nodig hebben
Jeugdwet
Regelt zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar
Wet maatschappelijke ondersteuning
Regelt dat mensen met een beperking de hulp, ondersteuning en voorzieningen krijgen die ze nodig hebben
4 indelingen gezondheidszorg
- zorg naar zorgebehoefte
- zorg naar plaats van behandeling
- zorg naar behandelingsniveau
- zorg naar doelgroep
Zorg naar zorgbehoefte
5 basiscategorieën:
- Zorg rond geboorte
- Gezond blijven
- Beter worden
- Leven met ziekte of handicap
- Zorg aan einde van het leven
Zorg naar plaats van behandeling
- Intramurale zorg (patienten die in instelling verblijven)
- extramurale zorg
- semimurale zorg
- transmurale zorg (ketenzorg)
Zorg naar behandelingsniveau
- nuldelijnszorg (mantelzorgers, vrijwilligers etc)
- eerstelijnszorg (zonder verwijzing)
- tweedelijnszorg (met verwijzing specialist of ziekenhuis)
- derdelijnszorg (academische ziekenhuizen, klinieken etc)
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
Waarborgt dat alle zorgaanbieders goede zorg bieden
Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo)
Rechten en plichten van patiënt en hulpverlener vastgelegd. Informatieplicht en toestemmingsvereiste staan centraal.
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG)
Bevordert kwaliteit van de zorg. Titelbescherming en registratie van beroepsgroepen.
Drie vormen van controle
- Gedragscontrole (in staat zijn bepaald gedrag vertonen om ongemak te verminderen)
- Cognitieve controle (focussen op voordelen medische procedures)
- informatiecontrole (kennis over wat te verwachten)
Jonge kinderen en ziekenhuisopname
Peuters en kleuters kunnen scheidingsangst ervaren. Door gebrek logisch denken kunnen ze ook mispercepties hebben over de gezondheidsproblemen
Oudere kinderen en ziekenhuisopname
- stress en irritatie doordat gevoel van controle en onafhankelijkheid in gevaar komt
- meer zorgen over de ziekte/behandeling/gevolgen
- eenzaamheid/verveling door weg zijn familie en vrienden
- gevoelens van schaamte voor eigen lichaam (door zorg verplegers)
Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI)
vragenlijst voor het testen van persoonlijkheidskenmerken. MMPI-2 sinds jaren 80 meest gebruikte lijst in NL
Jenkins Activity Survey
Testen of iemand persoonlijkheidstype A of B heeft (type A in verband met coronaire hartziekten)
Millon Behavioral Medicine Diagnostic (MBMD)
Verschaft informatie over de copingstijl van de patiënt, gewoonten, stress moderators, reactie van patient op ziekte en de te verwachten problemen ivm behandeling
Psychosocial Adjustment to Illness Scale (PAIS)
Meet 7 psychosociale karakteristieken die geassocieerd zijn met de wijze waarop de patient zich aanpast aan de lichamelijke aandoening.
Rol gezondheidspsycholoog
- Specialist van de patient consulteren
- de mate van voorbereiding inschatten waar de patient behoefte aan heeft
- helpen opvolgen medische adviezen
- programma’s ontwikkelen om gedragscontrole van patient te vergroten
- assisteren in herstelproces
Stadia van weten dat men doodgaat
- Ontkenning
- Boosheid
- Onderhandelen
- Depressie
- Acceptatie